Nederlandse Orde van Advocaten

ABN AMRO moet gouden handdrukken betalen

Trudeke Sillevis Smitt
Het gerechtshof in Arnhem besliste afgelopen dinsdag dat tien ex-werknemers van ABN AMRO hun aanspraak op de riante vertrekregeling van vóór de kredietcrisis te gelde kunnen maken. ABN AMRO had zich beroepen op onvoorziene omstandigheden en had daarmee bij de kantonrechter in Amsterdam gelijk gekregen, terwijl de kantonrechter in Utrecht de zijde van werknemers koos. Het hof zegt nu dat de kredietcrisis, de staatssteun en de maatschappelijke opvatting over bonussen en afvloeiingsregelingen geen wijziging van de toegezegde beëindigingsvergoeding rechtvaardigen.
De bank en de werknemers hadden hun geschil gezamenlijk op de voet van Art. 96 Rv. aan de kantonrechters voorgelegd. ABN AMRO-advocaat Van Slooten: `Die procedure wordt niet vaak gebruikt, terwijl die allerlei mogelijkheden biedt de zaak te modelleren. Je kunt bijvoorbeeld vragen die anders apart in een dagvaardings- en een verzoekschriftprocedure moeten worden behandeld in één keer voorleggen.' Partijen hadden zich uitdrukkelijk het recht van hoger beroep voorbehouden. Kan ABN AMRO nu ook nog in cassatie? `Op die vraag wordt gestudeerd', vertelt Van Slooten. `Het lijkt er op dat het kan, nog los van de vraag of de bank dat ook wil.'

---