beantwoording vragen van het lid Driessen over Nederlandse
Ontwikkelingshulp in Afghanistan
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Driessen over Nederlandse
Ontwikkelingshulp in Afghanistan
Kamerbrief | 27 september 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Driessen over Nederlandse ontwikkelingshulp in
Afghanistan. Deze vragen werden ingezonden op 7 september 2010 met
kenmerk 2010Z12349.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid Driessen (PVV) over Nederlandse Ontwikkelingshulp in
Afghanistan.
Vraag 1
Bent u bekend met het interview met Marten de Boer, de man die ruim
vier jaar het Nederlandse ontwikkelingswerk in Afghanistan leidde? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat de Afghaanse bevolking op vragen van de jihadistische
Taliban over de herkomst van het geld van door Nederland gefinancierde
projecten vaak antwoordt dat het is betaald door islamitische
weldoeners? Sinds wanneer is de Nederlandse belastingbetaler een
islamitische weldoener?
Antwoord
Het is ons bekend dat het voorkomt dat de bevolking een andere
boodschap naar derden communiceert om projecten te beschermen.
Nederland heeft hier geen bezwaren tegen, omdat de effectiviteit van
hulp voor ons voorop staat. De bevolking weet echter wel degelijk dat
ontwikkelingsprojecten met Nederlandse middelen worden gefinancierd.
Dit blijkt ondermeer uit het rapport van TLO "Three Years Later"
(pagina 29). Dit rapport is de Kamer op 24 september 2009 aangeboden.
Vraag 3
Is het waar dat niet alle door de Nederlandse belastingbetaler
gefinancierde hulp op zijn bestemming terecht komt? Hoeveel van de
honderden miljoenen Nederlands belastinggeld is in Afghanistan
verdwenen in verkeerde zakken?
Antwoord
Nederland is zich bewust van het probleem van corruptie in Afghanistan.
Mede hierom wordt veel aandacht besteed aan de keuze van betrouwbare
partners bij de ontwikkeling en uitvoering van projecten. Het grootste
deel van het Nederlandse geld loopt via fondsen die beheerd worden door
internationale instellingen als de Wereldbank. Het geld gaat dus niet
rechtstreeks naar de Afghaanse overheid. Deze fondsen zijn gebonden aan
zeer strenge regelgeving en controle door onafhankelijke accountants.
Daarnaast houdt Nederland nauw toezicht op de implementatie van
activiteiten, worden financiële rapportages zorgvuldig gecontroleerd en
worden de resultaten van projecten aan monitoring onderworpen. Door
deze maatregelen hebben we maximaal inzicht in de uiteindelijke
bestemming van Nederlandse hulpgelden.
Tevens onderstreept Nederland regelmatig het belang van goed bestuur en
het aanpakken van corruptie in contacten met Afghaanse politici tot en
met het hoogste niveau.
Zie ook de eerdere beantwoording van de vragen van 30 juni 2010 van het
lid Driessen met kenmerk 2010Z10227, en de beantwoording van de vragen
van 15 juli 2010 van het lid Driessen met kenmerk 2010Z10978 en het lid
Voordewind met kenmerk 2010Z10982.
Vraag 4
Bent u bereid per direct, behoudens noodhulp, te stoppen met het geven
van ontwikkelingshulp aan Afghanistan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Nee, ik zie hier geen aanleiding toe.
1) De Volkskrant, 4 september 2010: "Ik zou direct vermoord worden"
Ministerie van Buitenlandse Zaken