Raad van State
Mediagevoelige uitspraken
Mediagevoelige uitspraken
Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op
de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De
persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie
van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze
selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur
vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden
gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van
de Raad van State.
Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze
uitspraken lezen.
13 uitspraken gevonden
pagina: 1 2
1. 200904030/1/M2
datum van uitspraak: woensdag 6 oktober 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Tracéwet
inhoudsindicatie:
(Geluidsmaatregelen langs de A13)
Uitspraak over de vaststelling door de minister van Verkeer en
Waterstaat van het geluidsplan voor de A13 tussen Zestienhoven en
Delft-Zuid. De minister heeft dit plan vastgesteld op grond van de
Spoedwet wegverbreding. Op dit wegvak ontstonden vaak files, wat voor
de minister aanleiding was om de weg van een spitsstrook te voorzien.
Dat is inmiddels gebeurd op grond van een wegaanpassingsbesluit uit
2004. Uit akoestisch onderzoek is echter gebleken dat er
geluidsschermen nodig zijn om geluidsoverlast bij 31 woningen langs de
rijksweg tegen te gaan. Dit geluidsplan maakt die geluidsschermen
mogelijk. Een aantal omwonenden is het niet eens met het geluidsplan en
is daartegen in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van
de Raad van State. Zij vinden dat het plan tot stand is gekomen op
basis van ondeugdelijk akoestisch onderzoek waarbij gebruik is gemaakt
van verouderde rekenmethoden. Ook zou de minister niet hebben
onderzocht of er nog meer maatregelen kunnen worden getroffen om de
geluidsoverlast van de A13 te verminderen, zoals een lagere
maximumsnelheid. De Raad van State heeft de zaak op 20 juli jl. op
zitting behandeld.
2. 200904399/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 6 oktober 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Tracéwet
inhoudsindicatie:
(Herziening Gelders streekplan voor rondweg Hummelo)
Uitspraak over de vaststelling door provinciale staten van Gelderland
van de 'Partiële streekplanherziening Gelderland 2005, tracé rondweg
Hummelo (N314)'. In de herziening is een zogenoemde concrete
beleidsbeslissing opgenomen die de aanleg van een rondweg ten westen
van Hummelo, via de Sliekstraat en de Zelhemseweg, mogelijk maakt. De
N314 loopt nu nog dwars door het dorp Hummelo. Omdat de smalle straten
in het dorp niet geschikt zouden zijn om het vele doorgaande
(vracht)verkeer te verwerken, wil de provincie dat de weg wordt
omgelegd. Een aantal inwoners dat aan de westkant van Hummelo woont en
de stichting 'West Nooit' betwijfelen de noodzaak van de rondweg. Ook
zijn zij niet blij met het gekozen tracé. Dit zou niet alleen leiden
tot een vermindering van hun woongenot, maar ook tot verkeersonveilige
situaties. Bovendien zou de weg de ecologische waarden van de Roode
Beek aantasten. De stichting voert verder aan dat het westelijke tracé
leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit en zorgt voor
geluidsoverlast. Ten slotte zou onvoldoende onderzoek zijn gedaan naar
de gevolgen van de aanleg van de rondweg voor beschermde diersoorten,
waaronder de ijsvogelvlinder. De stichting is voorstander van een
rondweg via de oostkant van Hummelo. Daarom zijn de stichting en de
inwoners tegen het besluit in beroep gekomen de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 2
augustus jl. op zitting behandeld.
3. 200905548/1/R
datum van uitspraak: woensdag 6 oktober 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Zuid-Holland
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Buitengebied, eerste herziening' van de gemeente
Noordwijkerhout)
Uitspraak over het besluit van het college van gedeputeerde staten van
Zuid-Holland waarbij het bestemmingsplan 'Buitengebied, eerste
herziening' van de gemeente Noordwijkerhout gedeeltelijk is
goedgekeurd. Het plan voorziet in een planologische regeling voor het
buitengebied van de gemeente Noordwijkerhout, waarin zowel het behoud
en de ontwikkeling van de bollenteelt als het behoud van het
kenmerkende open bollenlandschap gestalte krijgt. Dit besluit is een
gevolg van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State van april 2007. De Raad van State heeft toen een deel
van het eerdere goedkeuringsbesluit vernietigd. De gemeenteraad heeft
daarop het bestemmingsplan aangepast. In het plan wordt een aantal
zogenoemde 'ruimte voor ruimte'-projecten geregeld, zoals het
landschapspark Tespelduyn. De regeling 'ruimte voor ruimte' is bedoeld
om de kwaliteit van het landschap in Zuid-Holland te vergroten. De
Land- en Tuinbouw Organisatie Noord is tegen deze herziening en is in
beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State. Het 'ruimte voor ruimte'-beleid is volgens de organisatie niet
toegesneden op de geheel eigen problematiek in de Duin- en
Bollenstreek. Zij is van mening dat het toelaten van nog meer woningen
in het open gebied van Noordwijkerhout niet in overeenstemming is met
het provinciale beleid. De Raad van State heeft de zaak op 19 augustus
jl. op zitting behandeld.
4. 201000473/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 6 oktober 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor appartementsgebouw in Dordrecht)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Dordrecht heeft verleend voor het veranderen van een
pakhuis met kantoren in een appartementsgebouw met 26 appartementen aan
de Hoge Nieuwstraat/Binnen Walevest. Het pand is een rijksmonument. Het
heeft een hoogte van meer dan 16 meter en is op dit punt in strijd met
het bestemmingsplan. Het gemeentebestuur heeft vrijstelling verleend
van het bestemmingsplan om de verbouwing toch mogelijk te maken. Ook
heeft het gemeentebestuur ontheffing verleend van de gemeentelijke
bouwverordening, nu niet is voorzien in parkeerplaatsen in het
appartementsgebouw of op een terrein dat bij het gebouw behoort. Enkele
omwonenden zijn het niet eens met deze ontheffing. Hun bezwaren zijn
met name gericht tegen het feit dat het gemeentebestuur onvoldoende zou
hebben onderbouwd dat op een andere wijze in de nodige parkeerruimte
wordt voorzien. Zij vrezen voor de parkeerdruk die ontstaat in de
buurt. Volgens het gemeentebestuur kunnen parkeergarages in de buurt
deze druk opvangen. De omwonenden vinden dat deze parkeergarages te ver
van de appartementen liggen. De rechtbank in Dordrecht heeft in
december 2009 een eerder beroep van de omwonenden ongegrond verklaard.
Zij laten het er echter niet bij zitten en zijn in hoger beroep gekomen
bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de
zaak op 9 augustus jl. op zitting behandeld.
5. 201000869/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 6 oktober 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Vrijstelling bestemmingsplan
gebruik
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor appartementencomplex aan de Haagse Frederikstraat)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Den Haag heeft verleend voor een appartementencomplex
met zes woningen en een ondergrondse parkeergarage op een binnenterrein
tussen de Frederikstraat, de Prinses Mariestraat, de Cantaloupenburg en
de Kerkstraat. Voorheen was op deze locatie een bedrijf gevestigd.
Omdat het bestemmingsplan woningbouw op deze locatie niet toestaat,
heeft het gemeentebestuur ook vrijstelling van het bestemmingsplan
verleend. Het bedrijf dat eigenaar is van een pand naast het
toekomstige appartementencomplex, verzet zich tegen de bouwvergunning.
De rechtbank in Den Haag verklaarde zijn bezwaren in december 2009
echter ongegrond. Ook de Belangenvereniging Willemspark II werd door de
rechtbank in het ongelijk gesteld. Tegen die uitspraak zijn zij in
hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State. Zij vinden dat de zogenoemde 'ruimtelijke onderbouwing' van
het bouwplan beter had gemoeten. Ook vinden zij het complex en de
parkeergarage te massaal. De Raad van State heeft de zaak op 7
september jl. op zitting behandeld.
6. 201000941/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 6 oktober 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:
(Maatregelen tegen houtwal bij camping 'Ponderosa' in Baarle-Nassau)
Uitspraak over de dwangsom die het college van burgemeester en
wethouders van Baarle-Nassau heeft opgelegd aan een man uit Ulicoten.
De man heeft een houtwal aangelegd waardoor het vrije uitzicht voor het
verkeer op de Maaijkant wordt belemmerd. Dit is in strijd met de
Algemene Plaatselijke Verordening (APV), aldus het gemeentebestuur. Het
echtpaar dat camping Ponderosa exploiteert, had het gemeentebestuur om
maatregelen tegen de houtwal gevraagd. Het gemeentebestuur had in
eerste instantie geweigerd om daartegen op te treden omdat volgens het
bestuur geen sprake was van overtreding van de APV. Maar nadat de
rechtbank in Breda in december 2009 oordeelde dat de houtwal wel
strijdig was met de APV, greep het gemeentebestuur toch in. Daarbij
werd de man op straffe van een dwangsom opgedragen de houtwal te
verwijderen of te snoeien. Het echtpaar is het hier niet mee eens. Zij
vinden dat het gemeentebestuur de eigenaar van de houtwal geen keuze
had mogen laten tussen het weghalen of snoeien van de houtwal.
Verwijdering van de houtwal is voor hen de enige optie. Daarom zijn zij
tegen het dwangsombesluit in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 10
augustus jl. op zitting behandeld.
7. 201001099/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 6 oktober 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor woonunits voor project Skaeve Huse in Tilburg)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Tilburg heeft verleend aan woningstichting Wonen Breburg
voor het plaatsen van negen woonunits aan de Tatraweg. De woonunits
worden geplaatst ten behoeve van het project Skaeve Huse en zijn
bedoeld voor mensen die in het verleden ernstige woonoverlast hebben
veroorzaakt. Het gaat om mensen met onaangepast woongedrag die
ongeschikt zijn om in woningen in reguliere buurten te wonen. De
bouwvergunning is tijdelijk verleend, namelijk voor een periode van
vijf jaar. Instituut Broers B.V. is tegen de komst van de woonunits.
Het instituut heeft een school die vlak bij de toegang van de locatie
van de units is gevestigd. Het vindt dat de units een andere toegang
moeten krijgen, aan de Ringbaan Zuid, omdat zijn leerlingen en
personeel risico lopen om lastig gevallen te worden door de nieuwe
bewoners. Het instituut vreest ook voor het goede imago van de school.
De rechtbank in Breda heeft in december 2009 een eerder beroep van het
instituut ongegrond verklaard. Het instituut laat het er niet bij
zitten en is in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 19
augustus jl. op zitting behandeld.
8. 201001138/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 6 oktober 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Verordeningen
inhoudsindicatie:
(Geschil over familiegraven in Staphorst)
Uitspraak over de weigering door het college van burgemeester en
wethouders van Staphorst om drie extra graven uit te geven aan een
Rouveense familie. De familie bezit al twee graven naast elkaar, maar
wil dat graag uitbreiden tot vijf, zodat de hele familie na de dood
naast elkaar begraven kan worden. Hiermee zou de laatste wens van de
overleden moeder van de familie in vervulling gaan. Volgens het
gemeentebestuur maken de gemeentelijke grafregels het mogelijk om
maximaal twee graven te kopen naast het graf van het eerste familielid
dat overlijdt. Hierdoor zou later slechts één kind van het gezin naast
de ouders begraven kunnen worden. Volgens de familie moet het mogelijk
zijn om van de regels die zijn vastgelegd in een gemeentelijke
verordening af te wijken, maar het gemeentebestuur bestrijdt dat. De
rechtbank Zwolle-Lelystad verklaarde in december 2009 een eerder beroep
van de familie ongegrond. Die laat het er echter niet bij zitten en is
tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaak is op 12
augustus jl. op zitting behandeld.
9. 201001177/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 6 oktober 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:
(Verzoek om op te treden tegen opstijg- en landingsplaats
schermvliegtuigen in Tholen)
Uitspraak over de weigering door het college van burgemeester en
wethouders van Tholen om maatregelen te treffen tegen een terrein aan
de Turkseweg in Tholen. Dit terrein wordt gebruikt als opstijg- en
landingsplaats voor gemotoriseerde schermvliegtuigen. De minister van
Verkeer en Waterstaat heeft een man uit Poortvliet daarvoor in 2004
toestemming gegeven. De regionaal inspecteur van de VROM-inspectie
Regio Zuid-West had het gemeentebestuur verzocht om maatregelen te
treffen tegen het terrein, omdat het gebruik als landingsbaan in strijd
zou zijn met het bestemmingsplan. Volgens het gemeentebestuur is er
geen sprake van overtreding van het bestemmingsplan, omdat het
opstijgen en landen slechts een kortdurende en incidentele activiteit
is. Dit zou zijn toegestaan op grond van het bestemmingsplan, aldus het
gemeentebestuur. De rechtbank in Middelburg oordeelde in december 2009
dat dit gebruik wel in strijd is met het bestemmingsplan. De man uit
Poortvliet is het niet eens met deze uitspraak en is daartegen in hoger
beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State. Naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank heeft het
gemeentebestuur in januari 2010 de man alsnog gelast het gebruik van
het terrein als opstijg- en landingsplaats te beëindigen. De Raad van
State heeft de zaak op 13 september jl. op zitting behandeld.
10. 201001942/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 6 oktober 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:
(Vrachtwagen parkeerverbod in Kesteren)
Uitspraak over het besluit van het college van burgemeester en
wethouders van Neder Betuwe waarbij is bepaald dat er binnen de
bebouwde kom van Kesteren niet meer geparkeerd mag worden door
vrachtwagens. Het gemeentebestuur heeft dat besloten, omdat de
vrachtwagens veel ruimte innemen en bovendien het uiterlijk en aanzien
van de gemeente schaden. Een transportbedrijf uit Kesteren is het niet
eens met dit besluit. Volgens hem heeft een wethouder toegezegd dat het
verbod niet zou gelden voor vrachtwagens van zijn bedrijf. De rechtbank
in Arnhem verklaarde in februari 2010 een eerder beroep van het bedrijf
niet-ontvankelijk, omdat het in een eerder stadium had nagelaten om
bezwaar in te dienen bij het gemeentebestuur. Tegen die uitspraak is
het bedrijf in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Het voert aan dat de wethouder zou hebben
toegezegd dat het bedrijf persoonlijk zou worden geïnformeerd over het
besluit. Omdat dat niet is gebeurd, kon het bedrijf ook niet eerder
bezwaar indienen. De Raad van State heeft de zaak op 20 september jl.
op zitting behandeld.
pagina: 1 2