Rijksoverheid
www.rijksoverheid.nl
Ons kenmerk
J&G/IVV/3023721
Datum 5 oktober 2010
antwoorden op Kamervragen over kinderbijslag ten behoeve van
ontwikkelingswerkers
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Voordewind, Ortega6Martijn
(beiden CU) en Van Toorenburg (CDA) over kinderbijslag ten behoeve van
ontwikkelingswerkers (2010Z12347).
Hoogachtend,
de Minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet
Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Voordewind, Ortega6Martijn
(beiden CU) en Van Toorenburg (CDA) over kinderbijslag ten behoeve van
ontwikkelings6werkers (2010Z12347)
1.
Bent u bekend met de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep over
kinderbijslag ten behoeve van ontwikkelingswerkers1?
1.
Ja.
2.
Hoe verhoudt zich deze uitspraak tot het expliciet benoemen van personen die
werkzaam zijn in het algemeen belang in het Besluit export uitkeringen en het
Besluit afwijkende regels beperking export uitkeringen? Welk doel heeft het
benoemen van deze categorie personen als werkers in het algemeen belang in de
genoemde besluiten?
3.
Welke functie heeft artikel 7b, lid 4, sub a, van de Algemene Kinderbijslagwet in
relatie tot de positie van de ontwikkelingswerker die werkzaam is bij een door de
overheid erkende ontwikkelingsorganisatie, mede in het licht van de
eerdergenoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep?
Antwoord 2 en 3
Deze vragen gaan over de relatie tussen de betreffende uitspraak van de Centrale
Raad van beroep en de regels die gaan over de export van uitkeringen, en de
uitzondering die daarin is gemaakt voor werkers in het algemeen belang,
waaronder ook ontwikkelingswerkers worden verstaan (onder andere geregeld in
artikel 7b AKW).
De betreffende uitspraak van de Centrale Raad van Beroep gaat over personen die
als ontwikkelingswerker in het buitenland werkzaam waren. In de uitspraak is
vastgesteld dat betrokken personen niet beschouwd kunnen worden als
verzekerden. Omdat zij niet verzekerd zijn, hebben zij geen recht op kinderbijslag.
Artikel 7b AKW gaat over de export van de kinderbijslag. Het artikel regelt dat een
verzekerde die buiten Nederland woont, alleen recht op kinderbijslag heeft als hij
in een land woont waarmee een zogenaamd handhavingsverdrag is gesloten. Het
vierde lid van dit artikel biedt de mogelijkheid om bij algemene maatregel van
bestuur te regelen dat een bepaalde groep verzekerden bij uitzondering toch recht
op kinderbijslag heeft. Het gaat dan om een groep verzekerden die wonen in een
land waarmee geen handhavingsverdrag is gesloten, een zogenaamd niet6
verdragsland. Deze algemene maatregel van bestuur heet het Besluit Afwijkende
regels beperking export uitkeringen. Op grond van dit Besluit hebben onder
andere verzekerden die wonen in een niet6verdragsland en die werkzaamheden
verrichten in het algemeen belang, toch recht op kinderbijslag.
Het Besluit regelt wat verstaan moet worden onder personen die werkzaamheden
verrichten in het algemeen belang. Hiermee worden bijvoorbeeld bedoeld
personen in dienst van de Nederlandse overheid en personen die werkzaamheden
verrichten voor een organisatie in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Het
1 CRvB 19 februari 2009, 08/423764239 AKW
Besluit ziet niet alleen op de AKW maar ook op andere sociale verzekeringen zoals
de AOW en de Anw.
Artikel 7b van de AKW en het Besluit Afwijkende regels beperking export
uitkeringen hebben alleen betrekking op verzekerden. Deze regels hebben dus
geen betrekking op de personen waarop de uitspraak van de Centrale Raad van
Beroep doelt. Deze personen zijn immers niet verzekerd. Deze personen kunnen
zich dus ook niet beroepen op artikel 7b of het Besluit. Voor de groep
ontwikkelingswerkers die niet verzekerd zijn, heeft artikel 7b AKW dus geen
functie.
Deze leden vragen vervolgens naar het doel van het benoemen van de categorie
personen als werkers in het algemeen belang in het Besluit export uitkeringen
(bedoeld zal worden de Wet Beu - beperking export uitkeringen) en het Besluit
afwijkende regels beperking export uitkeringen.
Het noemen van deze categorie werknemers heeft tot doel dat verzekerden of
uitkeringsgerechtigden in landen waarvoor geen verdrag tussen het betrokken
land en de Nederlandse overheid is getroffen, toch aanspraak kunnen maken op
de sociale verzekeringen. Wat betreft de AKW betekent dit dat sommige werkers
in het algemeen belang wel kinderbijslag krijgen in een niet6verdragsland en
andere werkers in het algemeen belang niet. Werkers in het algemeen belang die
in dienst van de Nederlandse overheid zijn, zijn verzekerd voor de AKW en kunnen
dus op grond van het Besluit wel kinderbijslag krijgen in een niet6verdragsland.
Een andere groep werkers in het algemeen belang, zoals de personen die hier aan
de orde zijn, personen die werkzaamheden verrichten voor een organisatie in het
kader van ontwikkelingssamenwerking, zijn niet verzekerd en kunnen dus geen
rechten ontlenen aan dit Besluit. Mogelijk wordt die indruk wel gewekt omdat deze
categorie expliciet genoemd wordt in artikel 1 van het Besluit. De verklaring dat
zij genoemd worden in het Besluit is dat dit relevant is voor andere sociale
verzekeringen.
4.
Bent u op de hoogte van de lange procedures van soms een jaar die Nederlandse
ontwikkelingswerkers bij definitieve terugkeer moeten doorlopen om aanspraak te
kunnen maken op het sociaal stelsel?
4.
Ervan uitgaande dat met de procedure bedoeld wordt de aanvraag voor
kinderbijslag bij terugkeer naar Nederland, dan past de SVB de termijnen toe als
genoemd in de Algemene Wet Bestuursrecht. Dit betekent dat zo spoedig mogelijk
een beslissing wordt genomen, binnen een termijn van acht weken na ontvangst
van de aanvraag.
Dit sluit niet uit dat een beoordeling in sommige gevallen langer kan duren. Dit
speelt met name als onderzocht moet worden of sprake is van verzekering voor de
volksverzekeringen op basis van ingezetenschap. Soms is het, als iemand naar
Nederland terugkeert, niet duidelijk of deze persoon ook weer in Nederland komt
wonen of dat sprake is van een tijdelijk verblijf. In deze gevallen moet aan de
hand van de objectieve feiten en omstandigheden in het individuele geval worden
onderzocht of en vanaf welk moment er sprake is van ingezetenschap in
Nederland. Dit vereist een gedegen onderzoek. Indien het onderzoek langer duurt
dan de hierboven genoemde acht weken, brengt de SVB de aanvrager hiervan op
de hoogte en meldt ook de termijn waarbinnen hij of zij alsnog een beslissing kan
verwachten. Vertragingen kunnen zich voordoen als er bijvoorbeeld buitenlandse
documenten moeten worden opgevraagd.
Indien wordt vastgesteld dat er recht op kinderbijslag is, wordt deze alsnog, met
terugwerkende kracht toegekend en uitgekeerd tot aan de datum waarop de
betrokken persoon weer als woonachtig in Nederland kan worden beschouwd. Een
langere termijn is dus niet nadelig.
5.
Deelt u de mening dat deze personen deze omslachtige procedure bespaard moet
blijven omdat zij overduidelijk hun wortels in Nederland hebben, aantoonbaar
werkzaam zijn in het algemeen belang en daarom in het buitenland verbleven. Zo
ja, bent u bereid de procedure bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) voor
werkers in het algemeen belang te vereenvoudigen?
5.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 is geen sprake van een omslachtige
procedure. Wel is het zo dat de persoon bij terugkeer naar Nederland zelf opnieuw
kinderbijslag moet aanvragen. Pas vanaf dat moment kan worden onderzocht of
er recht bestaat. De procedure kan wel enige tijd vergen en dit kan leiden tot
verlenging van de wettelijke termijn. De mogelijke nadelen voor de aanvrager die
samenhangen met het verlengen van de termijn worden in de praktijk beperkt
door het toekennen van de kinderbijslag met terugwerkende kracht. De procedure
is voor personen die werkzaam zijn geweest in het algemeen belang niet anders
dan voor personen die om andere redenen in het buitenland waren. Er is geen
aanleiding om hier wijziging in aan te brengen.
---- --