ChristenUnie
Bijdrage Esmé Wiegman Spoeddebat verdwijnen van de Intensive
Care bij het ziekenhuis in Vlissingen
Bijdrage Esmé Wiegman Spoeddebat verdwijnen van de Intensive Care bij het
ziekenhuis in Vlissingen
woensdag 06 oktober 2010 10:00
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De
ChristenUnie is van mening dat kleinere ziekenhuislocaties die
essentieel zijn voor de bereikbaarheid van basiszorg en/of acute zorg,
gehandhaafd moeten blijven. Het oprichten van grote locaties mag geen
argument zijn om kleine ziekenhuislocaties te sluiten tenzij dit voor
de veiligheid van zorg noodzakelijk is. In de discussie over het
ziekenhuis op Walcheren wreekt zich opnieuw dat de taak van de
overheid, in ieder geval in mijn ogen, niet helder is. Wie stuurt er
immers? En wie is de eigenaar van het probleem dat zich nu op Walcheren
voordoet? Wat is kwaliteit en wie is daarvoor verantwoordelijk? Wie
handhaaft de kwaliteit? Op deze vragen moet een duidelijk antwoord
komen. Dat hoort ook bij de stelling dat de overheid borg staat voor de
kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg. Dat moet
duidelijk zijn.
In de brief van de minister lees ik: "Het Admiraal De
Ruyter Ziekenhuis is en blijft primair verantwoordelijk voor een
zodanige organisatie van de zorg dat het kwalitatief verantwoord is. De
uitwerking van de fusie dient hier naadloos op aan te sluiten." Maar is
de kwaliteit van zorg echt het criterium waar het om draait? Of geven
vooral financiële motieven de doorslag of zelfs persoonlijke motieven?
Ik stel deze vragen omdat zich wat verschuivingen voordoen in het hele
proces van nieuwbouwplannen en het afblazen van plannen. De raad van
bestuur van het ziekenhuis heeft altijd gezegd dat er ook op Walcheren
een intensive care blijft. Een aantal medisch specialisten is echter
van mening dat je wat er nu overblijft, geen intensive care kunt
noemen.
Het belangrijkste lijkt mij een duidelijk antwoord op de
vragen of de door de NMa gestelde voorwaarden voor de fusie worden
nageleefd en of de vereiste kwaliteit van het zorgaanbod nu en in de
toekomst gehandhaafd blijft. Daarover zal duidelijk gecommuniceerd
moeten worden. En kan de bereikbaarheidsnorm van de acute zorg ook in
drukke zomermaanden gegarandeerd worden? Graag een reactie.
Esmé Wiegman