KNMG

Studiebijeenkomst modernisering vervolgopleidingen sociale geneeskunde

startdatum 06 oktober 2010
einddatum 06 oktober 2010
tijd 15.00 - 20.00 uur
locatie Domus Medica, Utrecht
onderwerp Studiebijeenkomst voor genodigden wetenschappelijke verenigingen

Op 6 oktober 2010 organiseren het Hoofdenoverleg van opleidingsinstituten en de SGRC een studiebijeenkomst voor genodigden van de wetenschappelijke verenigingen. Doel van de bijeenkomst is:


* deelnemers informeren over de belangrijkste kenmerken van een competentiegerichte opleiding
* inzichtelijk te maken hoe zij de ontwikkelde beoordelingscriteria in de praktijk kunnen toepassen
* hulp bieden bij de vorming van een oordeel over een competentiegericht opleidingsplan.

Achtergrondinformatie:
Opleidingen in de sociale geneeskunde bestaan uit een met elkaar samenhangende praktijkopleiding en instituutsopleiding. De praktijkopleiding vindt plaats bij opleiders in erkende opleidingsinrichtingen; de instituutsopleiding bij instituutsopleiders in erkende opleidingsinstituten.

Elk opleidingsinstituut heeft op basis van het Kaderbesluit CSG en het Handboek modernisering medische vervolgopleidingen Sociale Geneeskunde de eigen instituutsopleidingsplannen omgevormd tot een competentiegericht opleidingsplan. Daarbij wordt onder meer de commissie betrokken die bestaat uit vertegenwoordigers van opleiders, (koepels) van werkgevers waartoe opleidingsinrichtingen behoren, wetenschappelijke verenigingen en aios. Deze commissie, die bij verschillende instituten onder verschillende namen voorkomt maar in het kaderbesluit wordt aangeduid als 'onderwijscommissie, is betrokken bij de opstelling, organisatie en evaluatie van het instituutsopleidingsplan.

Het instituutsopleidingsplan moet echter het vertrouwen hebben van de betreffende wetenschappelijke vereniging: deze opleiding leidt tot het soort professional dat ons als wetenschappelijke vereniging voor ons specialisme voor ogen staat. Het kaderbesluit geeft in dat kader aan dat het plan in samenwerking met de wetenschappelijke vereniging moet worden opgesteld. In de praktijk geschiedt dat binnen het instituut en wordt het ontwikkelde plan door de het instituut aan de wetenschappelijke vereniging voorgelegd met de vraag of de vereniging ermee kan instemmen.

De commissies opleiding van de wetenschappelijke verenigingen moeten dan beoordelen of het hun voorgelegde opleidingsplan in overeenstemming is met de bepalingen van het kaderbesluit en het handboek, of er sprake is van een competentiegerichte opleiding en of deze opleiding inderdaad leidt tot het beoogde soort professional.

Om die beoordeling te faciliteren, zijn in het Hoofdenoverleg van opleidingsinstituten sociale geneeskunde en de SGRC beoordelingscriteria opgesteld. Daarbij zijn als uitgangspunt genomen de criteria voor (het opstellen van) competentiegerichte opleidingsplannen in het kader van het project Modernisering Medische Vervolgopleidingen voor verenigingen van medisch specialisten. Deze uitgangspunten zijn aangepast aan de structuur in de sociale geneeskunde waarin opleidingsinstituten een rol spelen.