Wageningen Universiteit en Researchcentrum
7 okt 2010
Nummer: R
De oerdis is in. Lekker, en veel gezonder dan ons welvaartsvoedsel,
bepleiten voorstanders. Het oervoer zou namelijk beter bij onze
genetische aanleg passen. Food4you, het Wagenings kennisfestival over
gezond en lekker eten, heeft dit jaar het oervoer zelfs als thema
gekozen.
Vlees, vis, groenten en fruit, zie hier de belangrijkste
ingrediënten van de oerdis, het voedsel wat onze prehistorische
voorouders aten. Zij moesten het doen met wat de ongetemde natuur
verschafte en dat was zelfs in onze zompige streken best gevarieerd,
weet Harry Wichers, hoogleraar Immuunmodulatie door Voedsel. âUit
opgravingen blijkt dat het natuurdieet vooral bestond uit wild, vis,
eieren, bessen en noten. Het bevatte weinig koolhydraten en verzadigd
vet, maar wel veel eiwit, vezels en allerlei essentiële
micronutriëntenâ, stelt hij. âOok was het voedsel veel minder
bewerkt. De oermens vrat een knol met huid en haar op en ging niet
eerst de suiker eruit halen.â
Analyse van skeletten van onze verre voorouders bevestigt het beeld van
een gezond voedingspatroon. Oermensen waren geen kleine gedrochtjes die
op korte beentjes en een speer achter wilde beesten aanjoegen, maar
eerder lange, slanke jagers, die geen last hadden van overgewicht,
hart- en vaatziekten of diabetes. De holbewoner als supermens. Dat ze
gemiddeld niet ouder werden dan zoân 20 tot 30 jaar doet niets af aan
de gezondheid van de voeding. âBotbreuken waren een veel belangrijker
doodsoorzaak en kindersterfte trok het gemiddelde sterk omlaagâ, stelt
Wichers.
De perioden van schaarste waar de oermens vooral in de winter aan
blootgesteld was, zou tot op zekere hoogte ook gezond zijn. âAf en toe
wat weinig eten is niet per se slechtâ, vindt Tiny van Boekel,
hoogleraar Productontwerpen en Kwaliteitskunde. âAls je maar net
genoeg, of zelfs net onvoldoende, calorieën binnenkrijgt kan dat juist
goed zijn voor de gezondheid.âÂ
Aangeboren vraatzucht
De eerste omslag in de voeding kwam zoân 10.000 jaar geleden toen de
landbouw en veeteelt zijn intrede deed. Het voedsel van de mens
veranderde daardoor dramatisch: het aandeel ongezonde vetten nam toe
net als de hoeveelheid zuivel en zetmeelrijke granen. Deze overgang had
gevolgen voor de gezondheid van de mens: ze werden kleiner, de
gemiddelde lengte ging van 1.80m naar zoân 1.60m, er kwamen meer
infectieziekten, overgebracht door de opgebouwde veestapel, er kwam
bloedarmoede en de botsamenstelling werd slechter. Zoân honderd jaar
geleden kwam daar de industrialisering van de voedselproductie bovenop.
Toch zijn we in wezen niet veel anders dan onze primitieve voorouders,
ook al hebben we in onze jacht naar voedsel de speer en de knots
ingeruild voor een supermarktkarretje. Onze genen zijn in de 160.000
jaar die we als Homo sapiens op de aardbodem rondlopen, nauwelijks
veranderd; van binnen zijn we nog steeds die oermens met een nagenoeg
onveranderd pakket genen. âOns genoom verandert maar met een half
procent per miljoen jaarâ, stelt Wichers. âGenetisch zijn we nog
helemaal oermensen en dus ook nog steeds aangepast aan oervoer.â
Onze oergenen kunnen goed overweg met de oerdis: onze stofwisseling is
er helemaal op aangepast. Maar diezelfde genen schrijven ons ook voor
zo min mogelijk te bewegen en, als we de kans hebben, zoveel mogelijk
te eten. Zo spaar je energie en je weet maar nooit wanneer die volgende
maaltijd op tafel staat. Maar de aangeboren luiheid en vraatzucht
hebben in onze maatschappij een hoge prijs: overgewicht en tal van
welvaartsziekten, zoals diabetes en hart- en vaatziekten. We vreten ons
letterlijk dood aan voedsel waarop ons lichaam niet is berekend. Er is
nauwelijks een groter verschil denkbaar tussen de oerdis en een
hamburger maaltijd bij Mac Donalds. Die bevat teveel verzadigd vet en
bewerkte, âsnelleâ, koolhydraten, terwijl vezels en omega 3 vetzuren
ondervertegenwoordigd zijn.
Inspiratiebron
Kan de oerdis het tij keren en moeten we nu met zijn allen terug naar
wat de natuur ons biedt? Dat stuit op praktische bezwaren, denkt van
Boekel. âHet is onmogelijk om iedereen te voorzien van oervoer. Wat je
in de natuur vindt is bij lange na niet genoeg voor de nog steeds
toenemende wereldbevolkingâ, stelt hij. âZetmeelrijke granen zijn
noodzakelijk als je de wereldbevolking wilt voeden.â En het is ook wel
eens leuk om je te buiten te gaan aan een vette hap. âIk kwam gister
laat thuis en heb me met een zak chips en een fles bier prima
vermaaktâ, zegt Wichers. âWe zitten er echt niet op te wachten om weer
met een speer achter de beesten aan te gaan rennen.â
Wel zien de hoogleraren in de oerdis een waardevolle inspiratiebron om
de voeding gezonder te maken. Want er valt nog veel te leren op
voedings- en voedselverwerkingsgebied. Zelfs de moderne
voedingsadviezen deugen volgens sommige wetenschappers niet, want die
passen onvoldoende bij onze genetische aanleg. Teveel brood, zuivel en
aardappels, te weinig eiwitten uit vlees en vis, gezonde vetten en
groenten en fruit, en zeker te weinig vitamine D. De oerdis scoort
beter dan de schijf van vijf als het gaat om vezels en vitaminen. âHet
is niet nieuw dat minder bewerkt voedsel met minder suiker, maar juist
meer vezels en omega-3-vetzuren gezond isâ, zegt van Boekel. âHet mooie
is dat al die inzichten over gezonde voeding in de oerdis terugkomen.
Met moderne technologie en landbouw en wat inspiratie door oervoer, kun
je een eind komen om voeding gezonder te maken.â
Oervoerproef
Wageningen UR onderzoekt hoe gezond het oervoer nu eigenlijk is.
Wichers is betrokken bij een multidisciplinair project om de oerdis in
de harde praktijk te testen. Mensen met metabool syndroom, een typische
welvaartsziekte die gepaard gaat met overgewicht, hoge bloeddruk en
hoog cholesterol, worden op een oervoedsel-achtig dieet gezet. Tijdens
de proef zullen de onderzoekers onder andere de risicofactoren voor
hart- en vaatziekten meten. Het dieet werkt in ieder geval voor
varkens. Als die dieren op een dieet van oervoer werden gezet vielen ze
af en werd de speklaag dunner. Ook de bloeddruk en ontstekingsmerkers
in het bloed daalden. | Hans Wolkers
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
blad voor Wageningen UR (University & Research centre). Meer informatie
bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail:
pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie ook www.resource.wur.nl.