Wageningen Universiteit en Researchcentrum
7 okt 2010
Nummer: R
Boeren in en om de stad is duurzaam. Maar de milieuwinst is bescheiden.
Voor échte winst moeten we anders gaan eten.Â
Tot die conclusie komen onderzoekers van Wageningen UR. PPO
(Praktijkonderzoek Palnt en Omgeving), onderdeel van Wageningen
UR, becijferde voor Almere de klimaatwinst van grootschalige
stadslandbouw in het nieuw te ontwikkelen Oosterwold. Dit gebied van
4000 hectare voor wonen, werken en landbouw moet de komende decennia
uitgroeien tot de moestuin van Almere.
In de studie wordt doorgerekend wat stadslandbouw betekent voor het
gebruik van fossiele brandstoffen, uitstoot van broeikasgas en het
aantal voedselkilometers.
Uitgangspunt voor het rekenwerk is de ambitie van Almere dat de
inwoners in 2030 één op de vijf euro's voor boodschappen uitgeven aan
lokaal geproduceerd voedsel. Daarbij gaat het voornamelijk om verse of
lichtbewerkte producten zoals aardappelen, groente en fruit die
relatief weinig ruimte vragen om te verbouwen.
Te ambitieus
Die ambitie blijkt te hoog gegrepen. Zelfs in theorie is het nog een
hele klus om met de huidige samenstelling van ons voedselpakker twintig
procent van de boodschappenmand te vervangen door lokale producten,
erkent Jan-Eelco Jansma van PPO in Lelystad. 'Als je wilt vasthouden
aan aardappels, verse groenten en fruit dan wordt het lastig.'
Als daarnaast ook een flink deel van de benodigde eieren en melk uit de
eigen omgeving komen is twintig procent haalbaar. Maar daarvoor is dan
wel bijna twee keer zoveel grond nodig; meer grond dan in Oosterwold
beschikbaar is. Almere heeft volgens Jansma daarom inmiddels de ambitie
bijgesteld naar tien procent lokaal voedsel.
Slepen
Ook de milieuwinst valt enigszins tegen. De te halen besparingen zijn
'relatief klein ten opzichte van het totale energieverbruik in Almere'.
De besparing op de uitstoot van CO2 bijvoorbeeld komt overeen met de
emissie van 2000 Nederlanders. Maar dan moeten de toekomstige 350.000
inwoners van Almere een flink deel van hun boodschappen wel lokaal
doen.
De winst voor het klimaat zit 'm vooral in het terugdringen van
transportkilometers van voedsel door de consument. Jansma: 'We hadden
verwacht dat er in ons land meer met voedsel werd gesleept dan nu
blijkt. Maar dat kun je ook positief uitleggen: in Nederland wordt veel
voedsel al lokaal geproduceerd.'
Kilometers
Lokale productie alleen is volgens Jansma niet de oplossing voor het
gesleep met voedsel. Daarvoor moeten we ons voedingspatroon ingrijpend
wijzigen. Dat wil zeggen: minder vlees, minder exotische producten en
minder intensief bewerkte producten. Wat van ver komt kost veel
voedselkilometers. Bovendien moeten we veel minder eten weggooien. Dat
levert volgens Jansma veel meer milieuwinst op. Stadlandbouw kan daar
aan bijdragen doordat consumenten bewuster worden van voedsel en
duurzaam inkopen.
De resultaten zijn volgens Jansma dan ook geen reden om maar af te zien
van stadslandbouw. 'Er blijft nog steeds een behoorlijke bijdrage over.
En elke stap is meegenomen. Bovendien zijn er veel meer argumenten om
aan stadslandbouw te doen.' | Roelof Kleis
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
blad voor Wageningen UR (University & Research centre). Meer informatie
bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail:
pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie ook www.resource.wur.nl.