Ministerie van Defensie

7 oktober 2010

Antwoorden op de vragen van het lid Pechtold (D66) en van het lid Van Bommel (SP) over uitlatingen inzake Afghanistan

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden aan op de vragen van het lid Pechtold (D66) en van het lid Van Bommel (SP) over uitlatingen inzake Afghanistan (beide ingezonden op 20 september 2010 met de kenmerken 2010Z13143 respectievelijk 2010Z13141).

DE MINISTER VAN DEFENSIE

E. van Middelkoop

Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over verschillende uitlatingen over Afghanistan. (Ingezonden 20 september 2010)

1 Wat is uw reactie op het bericht `NAVO vraagt Nederland weer om troepen voor Afghanistan?' De inhoud van het artikel is bekend, evenals het feit dat de Navo en verscheidene bondgenoten een nieuwe bijdrage van Nederland in Afghanistan zouden verwelkomen. 3 Zijn de genoemde aantallen trainers uit de kabinetsreactie van 25 juni 2010 op de aangenomen motie Peters-Pechtold nog steeds actueel? De aantallen uit de kabinetsreactie van 25 juni 2010 weerspiegelen de behoefte van dat moment. In die reactie is gemeld dat er bij ISAF een behoefte bestond aan 450 trainers op diverse opleidings- en trainingsinstituten en aan ongeveer 170 Police Operational Mentoring and Liaison Teams (POMLT's), ieder bestaande uit ongeveer vijftien tot twintig personen. Het tekort aan trainingscapaciteit schommelt door besluitvorming in de Navo of door wijzigingen in de bijdragen van landen. Met de beslissing het Afghaanse leger en de politie verder uit te breiden en te versterken is de behoefte aan trainers s terk toegenomen. Het tekort aan trainers en POMLT's zal in verband met de voorziene groei van de politie en het leger het komende jaar verder toenemen. 2 Is het waar dat de Amerikaanse generaal David Petraeus heeft gevraagd of Nederland "een substantieel deel" van de tweeduizend trainers die de NAVO nodig heeft om Afghaanse militairen en politieagenten op te leiden kan leveren? Zo ja, wat was uw reactie op deze vraag? 4 Kunt u aangeven waarom u de Kamer niet op de hoogte heeft gebracht van de vraag van generaal Petraeus voordat het artikel verscheen? Met enige regelmaat informeren partners en bondgenoten naar de voornemens van Nederland met betrekking tot een nieuwe bijdrage aan ISAF. Daarbij komt veelal de motie-Peters/Pechtold ter sprake. Generaal Petraeus stelde zijn vraag tijdens het bezoek van de Minister van Defensie aan Afghanistan en de minister heeft het regeringsstandpunt toegelicht. Hij heeft onderstreept dat het aan het nieuwe kabinet is een beslissing te nemen over de wijze waarop Nederland in de toekomst bij Afghanistan betrokken zal blijven. 5 Kunt u specificeren wat u bedoelt met de frase: "als Nederland helemaal niet op dit verzoek ingaat, zal dat niet begrepen worden"? Heeft u concrete aanwijzingen dat dit het geval zal zijn? 6 Hoe verhoudt uw inziens uw demissionaire status zich met de uitspraak "ik vind wel dat Nederland een loyale NAVO-bondgenoot dient te blijven"? Nederland heeft als lid van de Navo de afgelopen jaren belangrijke bijdragen aan ISAF geleverd. Daarvoor bestaat internationaal waardering. Het werk van de Navo in Afghanistan is echter nog niet af. De komende jaren zal er veel moeten worden geïnvesteerd in de verdere versterking van het Afghaanse leger en de politie, zodat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid op termijn aan de Afghaanse autoriteiten kan worden overgedragen. De Navo zal nauw betrokken blijven bij de training van de politie en het leger, en zal hiervoor een beroep moeten doen op alle bondgenoten, inclusief Nederland. Nederland heeft de reputatie van een actieve en betrouwbare bondgenoot. Bondgenoten hebben uiteraard kennis genomen van de politieke discussie in Nederland. Eenzelfde grootschalige inspanning zoals die in Uruzgan als lead nation is geleverd wordt niet ve rwacht. Wel hoopt men dat Nederland een aanzienlijke bijdrage zal kunnen leveren op het gebied van training. Het huidige kabinet hecht aan de loyaliteit in het bondgenootschap, maar het is aan het nieuwe kabinet om daaraan inhoud te geven.

1) NRC Handelsblad, `NAVO vraagt Nederland weer om troepen voor Afghanistan', 16 september 2010 2) Kamerstuk 27 925, nr. 399 Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen van het lid Van Bommel (SP), ingezonden 16 september 2010 (vraagnummer 2010Z13141) .

Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Defensie over de vraag van een Amerikaanse generaal om meer troepen naar Afghanistan te sturen. (Ingezonden 20 september 2010) 1 Is het waar dat de Amerikaanse generaal Petraeus een verzoek heeft gedaan aan de Nederlandse regering om in "een substantieel deel" van de behoefte aan instructeurs in Afghanistan te voorzien? Op welke wijze is dat verzoek gedaan? Indien dit schriftelijk is gedaan, kunt u dit verzoek aan de Kamer voorleggen? Zo nee, waarom niet? 1) Met enige regelmaat informeren partners en bondgenoten naar de voornemens van Nederland met betrekking tot een nieuwe bijdrage aan ISAF. Daarbij komt veelal de motie-Peters/Pechtold ter sprake. Generaal Petraeus stelde zijn vraag tijdens het bezoek van de Minister van Defensie aan Afghanistan en de minister heeft het regeringsstandpunt toegelicht. Hij heeft onderstreept dat het aan het nieuwe kabinet is een beslissing te nemen over de wijze waarop Nederland in de toekomst bij Afghanistan betrokken zal blijven. 2 Waarom zegt u dat "Als Nederland helemaal niet op dit verzoek ingaat, dat niet begrepen zal worden"? Waar baseert u die verwachting op? 3 Deelt u de opvatting dat het doen van deze uitspraak internationaal de verwachting wekt dat Nederland troepen zal leveren voor een nieuwe missie? Indien nee, waarom niet? Nederland heeft als lid van de Navo de afgelopen jaren belangrijke bijdragen aan ISAF geleverd. Daarvoor bestaat internationaal waardering. Het werk van de Navo in Afghanistan is echter nog niet af. De komende jaren zal er veel moeten worden geïnvesteerd in de verdere versterking van het Afghaanse leger en de politie, zodat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid op termijn aan de Afghaanse autoriteiten kan worden overgedragen. De Navo zal nauw betrokken blijven bij de training van de politie en het leger, en zal hiervoor een beroep moeten doen op alle bondgenoten, inclusief Nederland. Nederland heeft de reputatie van een actieve en b etrouwbare bondgenoot. Bondgenoten hebben uiteraard kennis genomen van de politieke discussie in Nederland. Eenzelfde grootschalige inspanning zoals die in Uruzgan als lead nation is geleverd wordt niet verwacht. Wel hoopt men dat Nederland een aanzienlijke bijdrage zal kunnen leveren op het gebied van training. Het huidige kabinet hecht aan de loyaliteit in het bondgenootschap, maar het is aan het nieuwe kabinet om daaraan inhoud te geven. 1) NRC, `Petraeus vraagt Nederland nieuwe Afghaanse missie' 16 september 2010