Vrije Universiteit Amsterdam

Zusterchromatidecohesie in ziekte en kanker


* Startdatum: 07-10-2010


* Tijd: 13.45


* Locatie: Aula


* Titel: The role of sister chromatid cohesion in cohesinopathies, DNA damage response and carcinogenesis


* Spreker: P. van der Lelij


* Promotor: prof.dr. H. Joenje


* Onderdeel: VU medisch centrum


* Wetenschapsgebied: Medisch


* Evenementtype: Promotie

Voordat een cel deelt wordt het erfelijke materiaal, het DNA, verdubbeld. De twee ontstane kopieën (de `zusterchromatiden') moeten zo lang mogelijk bij elkaar blijven, tot het moment rijp is dat ze uit elkaar gaan om in een van beide dochtercellen te belanden. Dit bij-elkaar-blijven wordt `cohesie' genoemd. Verschillende eiwitten, die samen een ring vormen om daarmee de zusterchromatiden bij elkaar te houden, zijn verantwoordelijk voor deze cohesie. Erfelijke ziekten die het gevolg zijn van een defect in een van deze eiwitten, noemt men `cohesinopathieën'. Tot nu toe zijn er twee cohesinopathieën beschreven: Cornelia de Lange syndroom en Roberts syndroom. Petra van der Lelij voegt er, op basis van een enkele unieke patiënt, een derde cohesinopathie aan to: het `Warsaw Breakage Syndroom'. Tevens ontrafelt Van der Lelij het onderliggende genetische defect van deze ziekte. Zij beschrijft ook dat dit nieuwe syndroom, net als het Roberts syndroom, bij diagnose kan worden aangezien voor een heel ander syndroom, n.l. Fanconi anemie. Pas als er goed naar de zusterchromatidecohesie wordt gekeken, kunnen deze drie aandoeningen uit elkaar worden gehouden. Ook bij kankercellen, die in veel opzichten afwijkend zijn van normale cellen, blijkt volgens het onderzoek van Van der Lelij niet zelden iets mis te zijn met de cohesie tussen de zusterchromatiden. Dit zou een zwakke plek van die kankercellen kunnen zijn waar men bij de behandeling gebruik van zou kunnen maken. Hoe dit eventueel aangepakt kan worden laat Van der Lelij zien. Meer inzicht in het proces van zusterchromatidecohesie leidt in ieder geval uitzicht op nieuwe methoden van kankertherapie.

© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam