Ingezonden persbericht


Banken moeten helpen geld weggeven: onderzoek naar filantropie onder vermogende Nederlanders

Amsterdam - 7 oktober 2010 - Nederlandse gulle gevers hebben een negatief beeld van de goede doelensector en vinden het moeilijk om effectief te geven. De helft is niet tevreden over hun eigen filantropische activiteiten en wil meer en beter doneren. Banken en vermogensbeheerders moeten naast het beschermen van vermogen een sterkere rol spelen in het helpen van grote gevers met het vinden van de juiste doelen en netwerken met andere donateurs. Dit blijkt uit onderzoek onder rijke Nederlanders.

Onderzoek van Philian (www.philianconsulting.com ) gesponsord door Bank Insinger de Beaufort, Stichting Pequeno, Haëlla Stichting en het Prins Bernhard Cultuurfonds naar filantropische ervaringen van 20 vermogende individuen (EUR 5 miljoen of meer) toont aan dat de algemene indruk van de filantropische sector in Nederland slecht is. Desondanks willen vermogenden hun betrokkenheid in filantropie verhogen zodra zij meer tijd en/of geld beschikbaar hebben. Daarvoor wil 80% van hen advies van een bank of vermogensbeheerder. Specifiek willen zij hulp bij het netwerken met medefilantropen, het plannen, monitoren en evalueren van donaties en het vinden van betrouwbare organisaties.

Onderzoeker Diana van Maasdijk: 'Gulle gevers zouden meer en beter geven wanneer zij de juiste goede doelen makkelijker konden identificeren. Meestal is er geen planning of strategie, zelf niet bij gigantische giften. Alternatieven zoals sociaal ondernemerschap zijn nu erg populair. De vermogensadviseur wordt hierin gezien als een partner en van banken wordt verwacht dat ook zij op dit -voor banken ogenschijnlijk tegennatuurlijke terrein- adviseren en begeleiden. Maar zo gek is het niet- wij zien dat banken met zogeheten Charity desks hun klanten blij maken door ze te helpen goed te doneren.'

Uit het onderzoek blijkt verder dat het persoonlijke gevoel van financiële zekerheid, los van het omvang van het vermogen, de voornaamste drijfveer is voor filantropie. Motieven om te doneren zijn verantwoordelijkheidsgevoel, het bewustzijn een bevoorrechte positie te hebben en vooral de grote wens om 'een verschil te maken'. De meeste vermogenden doneren spontaan en ontwikkelen geen strategische aanpak, zoals een vastgesteld bedrag of een percentage van het vermogen. Ook maken zij geen gerichte keuze voor een bepaald soort doel. De aantoonbare impact van giften is cruciaal voor de tevredenheid van de gever. Betrokkenheid met de organisatie, duidelijke communicatie en direct contact met de begunstigden door middel van projectbezoeken zijn essentiële factoren. De grootte van de ontvangende organisatie maakt niet uit. Nederlandse gulle gevers zijn verder sterk internationaal georiënteerd, met een voorkeur voor meetbare projecten.