Raad van de Europese Unie

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/cfsp/116956.pdf

NL
Brussel, 6 oktober 2010

Verklaring van de hoge vertegenwoordiger, Catherine Ashton, namens de Europese Unie over het rapport van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de
Verenigde Naties over de inventarisatie van
de zwaarste schendingen van de mensenrechten
en het internationaal humanitair recht die tussen maart 1993 en juni 2003 op het grondgebied van de Democratische Republiek Congo zijn begaan

De Europese Unie neemt terdege nota van het op 1 oktober verschenen rapport van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten betreffende ernstige schendingen van de mensenrechten en van het internationaal humanitair recht die in de periode 1993-2003 op het grondgebied van de Democratische Republiek Congo zijn begaan.
De Europese Unie beschouwt dit rapport als een extra bijdrage in de mondiale strijd tegen het onbestraft blijven van mensenrechtenschendingen. De Europese Unie blijft resoluut ijveren voor preventie van misdrijven die een schending van de mensenrechten en het humanitair recht vormen en voor het ter verantwoording roepen van de plegers van dergelijke misdrijven.
De Europese Unie neemt nota van de door het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten gepubliceerde verklaringen die de DRC, Rwanda, Burundi, Uganda en Angola hebben afgelegd. De Europese Unie acht het nodig dat een beoordeling van die verklaringen plaatsvindt.
De Europese Unie is het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten erkentelijk voor de opstelling van dit rapport en pleit voor een passende follow-up die aansluit bij de bredere inspanningen in de strijd tegen straffeloosheid in de DRC en in de regio, met inbegrip van mogelijke ontwikkelingen inzake overgangsjustitie.

De kandidaat-lidstaten Kroatië*, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië* en IJsland+, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaatlidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië, en de EVA-landen Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede de Republiek Moldavië en Armenië sluiten zich bij deze verklaring aan.
* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.

+ IJsland blijft behoren tot de EVA en de Europese Economische Ruimte.