VU medisch centrum

Reumatoloog Ben Dijkmans: `Reumatoïde artritis is een onzichtbare ziekte geworden'

7 oktober 2010

Op 23 september hield Ben Dijkmans de prestigieuze Jan van Breemenoratie. Aansluitend ontving hij de bijbehorende penning voor zijn wetenschappelijke bijdrage aan de Nederlandse reumatologie en reumabestrijding.

Ben Dijkmans (Haarlem, 1946) studeerde geneeskunde aan de VU. Na zijn militaire dienst specialiseerde hij zich in het LUMC tot internist-infectioloog, waar hij in 1984 promoveerde. Dijkmans werd in 1986 ingeschreven in het specialistenregister als reumatoloog en in 1995 benoemd tot hoogleraar reumatologie in VUmc. Naast zijn leerstoel heeft Dijkmans een aanstelling bij het Jan van Breemen Instituut en is hij voorzitter van de NVR. Eer
"De Jan van Breemenoratie is de meest eervolle lezing die een reumatoloog, in binnen- of buitenland, mag houden voor de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR). Ik ben voorzitter van de NVR en druk over het algemeen toch wel een stempel op de besluiten die passeren, maar dit is volledig achter mijn rug om geregeld. Ik moet zeggen dat ik blij verrast was, ik had dit helemaal niet verwacht."

Succes
"In mijn rede heb ik een parallel getrokken met het sterfjaar van Jan van Breemen (1874-1961), de grondlegger van de Nederlandse reumatologie en reumabestrijding. Wat opvalt is dat antireumatica die we nu nog steeds gebruiken, zoals sulfasalazine, prednison en ons beste middel, methotrexaat, destijds ook al werden gebruikt. Tot in de jaren '80 hadden patiënten met reumatoïde artritis (RA) ernstige vervormingen en functiebeperkingen, ze leden veel pijn en waren aan bed of rolstoel gekluisterd.
Tegenwoordig is dat wezenlijk anders. De ontdekking van TNF-alfablokkers in de jaren '90, betekende een essentiële doorbraak in de behandeling van RA en aanverwante ziekten. Bovendien worden huisartsen tegenwoordig goed geïnstrueerd om de ziekte in een vroeg stadium te herkennen, zodat patiënten snel worden doorverwezen en de ziekte bijtijds tot stilstand kan worden gebracht. Het is een mooie gedachte dat ik daar een bijdrage aan heb kunnen leveren."

Bloei
"Toen ik hier in 1995 hoogleraar werd, was er vrijwel niets, nu zijn we een bloeiende afdeling. Dat is mede te danken aan een aantal onderzoeken dat we, in samenwerking met het Jan van Breemen Instituut en andere partijen, hebben uitgevoerd. Aanvankelijk richtten we ons op het zoeken naar de juiste behandelmethode, om de functiebeperking en de schade aan kraakbeen en bot zo veel mogelijk te beperken. In het verlengde daarvan hebben we onderzocht of er indicatoren zijn, waardoor het mogelijk wordt de ziekte te voorspellen. Anti-CCP is een belangrijke marker voor RA; daarnaast spelen tal van genetische en omgevingsfactoren een rol. Op dit moment proberen we het risicoprofiel aan te scherpen en onderzoeken we of het mogelijk is om patiënten die anti-CCP positief zijn, immuun te maken voor deze antistof. Maar dat maak ik voor mijn pensioen niet meer mee."

Ultieme droom
"De ultieme droom is natuurlijk het uitroeien van reumatoïde artritis, maar dat zal niet meer gebeuren. Het aantal reumapatiënten neemt in de toekomst alleen maar toe. De succesvolle behandeling heeft in dit opzicht ook een keerzijde: de ziekte is feitelijk onzichtbaar geworden en niet meer in the picture. TNF-blokkers zijn duur. Uit bezuinigingsoverwegingen wilde minister Klink deze medicijnen onderbrengen in het ziekenhuisbudget, maar dat zou leiden tot een onderlinge strijd tussen specialisten over de besteding van het geld. Voor je het weet belanden reumapatiënten weer in de rolstoel. Ik heb druk gelobbyd. Onder politieke en publicitaire druk is het voorstel ingetrokken."

Ursula Wopereis
bron: Tracer