Nationale Ombudsman
Den Haag, 8 oktober 2010
Ombudsman start onderzoek naar thuiszittende kinderen in het onderwijs
De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, start een onderzoek naar
thuiszittende kinderen. Naar schatting gaan er momenteel elke dag tussen de
800 en 1100 kinderen niet naar school bijvoorbeeld omdat ze, wegens
gedragsproblemen of psychische problemen, nergens worden toegelaten. Het
onderzoek brengt de problemen in beeld en besteedt aandacht aan de manieren
om deze kinderen weer op school te krijgen. Dit maakt hij vanavond in het
VARA tv-programma De Ombudsman bekend.
Het probleem van kinderen met gedrags- of leerproblemen die thuiszitten
bestaat al jaren. Met enige regelmaat krijgt de Nationale ombudsman
klachten van ouders dat er voor hun kinderen geen plaats is op school
omdat ze bijvoorbeeld een gedragsstoornis hebben. Uit onderzoek van
Ingrado, de vereniging van leerplichtambtenaren, blijkt dat naar
schatting 2500 kinderen per jaar variërend van minimaal vier weken tot
meer dan een jaar thuis zijn. In meer dan 80% van de gevallen gaat het
om de kinderen in het voortgezet onderwijs.
Bij het vraagstuk spelen verschillende instanties direct of indirect
een rol: onder meer de scholen zelf, de ouders, de
leerplichtambtenaren, de onderwijsconsulenten, de Inspectie voor het
onderwijs, de Regionale Expertise Centra en het Ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
Recht op onderwijs
Het recht van ieder kind op onderwijs staat voor de ombudsman centraal.
Het is de vraag of de overheid zich zodanig inspant dat het recht op
onderwijs voor deze groep in voldoende mate wordt gewaarborgd. Het
onderzoek is naar verwachting eind 2010 afgerond.
Noot voor de redactie,