Vlaamse Overheid
Schelde en Maas voor verbetering waterkwaliteit
Vlaamse stroomgebiedbeheerplannen Schelde en Maas voor verbetering
waterkwaliteit
Persmededeling van de Vlaamse Regering
vrijdag 8 oktober 2010
Op voorstel van Joke SCHAUVLIEGE, Vlaams minister van Leefmilieu,
Natuur en Cultuur, gaf de Vlaamse Regering vandaag haar definitieve
goedkeuring aan bijkomende maatregelen om de volgende zes jaar de
toestand van het water in Vlaanderen nog te verbeteren. De maatregelen
maken deel uit van de stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas.
Alle EU-lidstaten moeten in uitvoering van de Europese kaderrichtlijn
Water stroomgebiedbeheerplannen maken. Vlaanderen gaat gefaseerd en
gebiedsgericht tewerk.
De kaderrichtlijn Water legt de lat hoog. Vlaanderen moet nog heel wat
inspanningen leveren om te voldoen aan de vereiste doelstellingen.
Met een goede watertoestand die de Europese stroomgebieden moeten
bereiken, wordt zowel een goede waterkwaliteit bedoeld, als de
verbetering van de kwaliteit van de waterbodems en de kwantitatieve
toestand van oppervlakte- en grondwater, van de flora en fauna in en
rond de waterlopen, ...
Het oppervlakte- en grondwater in Vlaanderen staan onder druk. De
oorzaken zijn gekend: de hoge bevolkingsdichtheid, de sterke
verstedelijking, de hoge graad van industrialisatie, de intensieve
landbouw, de historische verontreiniging in de waterbodem, de veelal
beperkte ruimte voor waterlopen, de ingrepen op hun natuurlijke
structuur (baggeren, rechttrekken, oeverversteviging), ... Het gebruik
van oppervlakte- en grondwater voor allerlei toepassingen vraagt dat
ook de waterhoeveelheden nauwlettend opgevolgd worden.
Bovendien zal de klimaatverandering de problemen nog doen toenemen.
Meer neerslag in de winter en lange droogteperiodes onderbroken door
hevige regenvlagen in de zomer wijzen op het groeiend belang van
voldoende overstromingsgebieden en waterbekkens.
Extra maatregelen
Om de toestand van het oppervlakte- en het grondwater nog te
verbeteren, neemt Vlaanderen de komende jaren extra maatregelen. Bij de
keuze van maatregelen werd gekeken naar de haalbaarheid en de
betaalbaarheid voor de verschillende doelgroepen zoals huishoudens,
industrie, landbouw, en uiteraard de overheid.
Voorbeelden van bijkomende maatregelen zijn de aanleg van
bufferstroken, de sanering van waterbodems, het herstel van de
oorspronkelijke structuur van waterlopen, de opheffing van
vismigratieknelpunten, de aanleg van overstromingsgebieden of de
optimalisering van de afvalwatersanering.
Minister Joke Schauvliege: "Enkele bijkomende maatregelen hebben een
zeer hoge kostprijs. Daarom worden ze gebiedsgericht in
speerpuntgebieden ingezet. We hebben 21 speerpuntgebieden geselecteerd.
In die gebieden zullen de inspanningen gebundeld worden tot integrale
waterprojecten. Hiervoor is een intensieve samenwerking nodig tussen
alle betrokkenen. Met een krachtenbundeling kan meer resultaat bereikt
worden. Vlaanderen wil alvast in zeven van deze speerpuntgebieden tegen
2015 een voor Europa goede staat bereiken en in acht van de
speerpuntgebieden een goede toestand benaderen.
Door ons nu te beperken tot een aantal speerpuntgebieden, doen we
bovendien ervaring op en bouwen we kennis op over de
(kosten)efficiëntie en effectiviteit van de maatregelen en de integrale
aanpak. Die expertise moet ons toelaten nadien nog sneller te gaan in
onze aanpak."
De definitieve plannen kunnen binnenkort geraadpleegd worden in de
gemeente- of provinciehuizen of via de website www.ciwvlaanderen.be