Nederlandse Hartstichting
Brief aan de minister
vrijdag 8 oktober 2010
De Hartstichting en patiëntenorganisatie De Hart&Vaatgroep hebben deze
week een brief geschreven aan minister Klink. Wij maken ons zorgen
over de vergunningen die zijn verleend voor het uitvoeren van een
relatief nieuwe techniek, de transcatheterhartklepinterventie (THI).
Geachte heer Klink,
Uit de media hebben wij vernomen dat u een beperkt aantal vergunningen
(5) heeft verleend voor het uitvoeren van een relatief nieuwe techniek,
de Transcatheter Hartklep Interventie (THI). De Nederlandse
Hartstichting en De Hart&Vaatgroep maken zich ernstig zorgen over de
ontwikkelingen rond dit dossier.
Ernstige aortaklepvernauwing
THI is een behandeling van patiënten met een ernstige
aortaklepvernauwing, wat vooral veel voorkomt op oudere leeftijd. Het
is voor veel patiënten een alternatief voor een ingrijpende
openhartoperatie, met minder ziektelast, complicaties en opnameduur.
Mensen die niet in aanmerking komen voor een open hartoperatie wegens
een te grote belasting, kunnen wel met THI behandeld worden.
Betere levensverwachting
Het resultaat is een verbeterde levensverwachting met bovendien een
aanzienlijke verbetering van de kwaliteit van leven. Dit blijkt onder
meer uit de recente publicatie van de PARTNER-studie in het New England
Journal of Medicine. Het gaat hier om ernstig zieke en uiterst
kwetsbare patiënten die snel moeten worden behandeld nadat de indicatie
is gesteld.
Bij het uitblijven van behandeling is de mortaliteit binnen deze
patiëntengroep na enkele maanden hoog. Voor patiënten is een vlotte
toegang tot deze nieuwe behandeling dus van groot belang.
Toenemende zorgvraag
Landelijk als ook internationaal wordt in de komende jaren een groeiend
aantal indicaties voor deze behandeling verwacht, wat zal leiden tot
een toenemende zorgvraag. Sluiting van centra is dan ook tegenstrijdig
met die verwachte toenemende zorgvraag.
Onbekende criteria
Uw motieven om in deze fase van de ontwikkeling van Transcatheter
Hartklepinterventies het aantal behandelcentra tot slechts 5 te
beperken, zijn gebaseerd op ons onbekende criteria. De ervaring van de
verschillende centra met deze relatief nieuwe behandeling heeft daarbij
slechts een beperkte rol gespeeld.
Bijzonder is dan ook dat enkele van de centra in Nederland die in de
afgelopen jaren een groot aantal THI-procedures met goed resultaat
hebben uitgevoerd geen vergunning krijgen, temeer omdat voor vrijwel
alle operaties en percutane interventies geldt dat meer ervaring en
beter resultaat hand in hand gaan.
Verwante procedures
Tevens vragen wij ons af in hoeverre in uw besluit rekening is gehouden
met effecten op verwante procedures, zoals percutane vervanging van de
pulmonaalklep en andere interventies bij aangeboren hartafwijkingen.
Deze procedures zijn technisch nauw aan elkaar verwant, zodat mag
worden verwacht dat de kwaliteit van het beperkte aantal interventies
bij aangeboren hartafwijkingen wordt bevorderd als het centrum ook
ervaring heeft met percutane aortaklepvervanging bij volwassenen.
Wij achten het van belang dat centra die een vergunning hebben voor
behandeling van aangeboren hartafwijkingen ook een vergunning krijgen
voor het uitvoeren van THI's, zodat in deze centra een brede expertise
kan worden onderhouden.
Overleg met alle partijen
Onze informatie is gebaseerd op wat in media bekend is gemaakt. Wij
constateren dat patiëntenorganisaties niet betrokken zijn in het
besluitvormingsproces. Graag zien wij dat u het overleg opent met alle
partijen, waarbij in elk geval aan de orde moeten zijn:
* waarborging van snelle toegankelijkheid en dus voldoende capaciteit
(voor de kortere en langere termijn);
* indien beperking van het aantal centra in Nederland al gewenst zou
zijn, moet rekening worden gehouden met kwaliteitscriteria die voor
de patiënt belangrijk zijn, en moet opgebouwde kennis en ervaring
worden behouden;
* kritische, wetenschappelijke begeleiding van deze relatief nieuwe
behandeling.
In algemene zin pleiten wij voor een duidelijke visie en
duidelijk beleid ten aanzien van concentratie van zorg. Dat wil zeggen:
een heldere en toetsbare besluitvormingsprocedure, waarin spreiding en
bereikbaarheid, kwaliteit en kosten in samenhang beoordeeld en
afgewogen kunnen worden.
Voorstel van ons
Omdat het concentratievraagstuk steeds vaker aan de orde zal komen, is
zulk beleid opportuun, wat tevens voorkomt dat er schijnbaar ad hoc
besluiten worden genomen. Een voorstel hieromtrent kunt u van ons
verwachten.
Voldoende centra belangrijk
De Nederlandse Hartstichting en De Hart&Vaatgroep achten het van groot
belang dat er voldoende centra zijn die niet alleen aan de huidige
vraag kunnen voldoen, maar ook de stijgende vraag adequaat kunnen
opvangen.
Besluit heroverwegen
Wij vragen u dan ook uw besluit te heroverwegen en stellen het op prijs
binnenkort met u de THI-kwestie te kunnen bespreken. Een uitnodiging
zien wij graag tegemoet.
Hoogachtend,
Nederlandse Hartstichting, dhr. dr. J.C.G. Stam, directeur
De Hart&Vaatgroep, mw. mr. M.J.M. Weerts, directeur