Ingezonden persbericht


Geachte persrelatie,

Het Cobra Museum voor Moderne Kunst nodigt u hierbij uit voor de gezamenlijke perspresentatie voor de reizende tentoonstelling 'Jacques Doucet, le Cobra français'. Als u aanwezig wilt zijn en of een bijzonder verzoek heeft, wilt u dan zo vriendelijk zijn contact met mij op te nemen. Ik bekijk graag samen met u hoe wij daaraan tegemoet kunnen komen.

Met vriendelijke groet,

Lieke Fijen
Manager Pr & Educatie

Cobra Museum voor Moderne Kunst
Cobra Museum of Modern Art
Sandbergplein 1 1181 ZX
Postbus 2028 1180 EA Amstelveen
E l.fijen@cobra-museum.nl
T +31(0)20 5475038
F +31(0)20 5475025
www.cobra-museum.nl
www.krskrscobra.nl

Persbericht
30.09 2010

'Jacques Doucet, le Cobra français'

Internationale tentoonstelling

Voor het eerst wordt een grote internationale tentoonstelling gewijd aan het werk van de Franse avant-garde kunstenaar Jacques Doucet (1924-1994). De tentoonstelling zal vanaf 21 mei 2011 in het Cobra Museum te zien zijn; het is daarmee de eerste grote presentatie van het werk van Doucet in Nederland. De eerste van de drie tentoonstellingen start op 10 oktober aanstaande in het LAAC te Duinkerken.

De tentoonstelling is een gezamenlijk project van drie kunstmusea: het Lieu d'Art et Action Contemporain (LAAC) te Duinkerken (Fr), het Cobra Museum voor Moderne Kunst en het Musée de Beaux-Arts van Quimper (Fr). Door de intensieve samenwerking van deze drie kunstmusea, was het mogelijk een retrospectieve tentoonstelling te maken waarin vele bijzondere aspecten van de kunst van Jacques Doucet konden worden samengebracht.

De kunst van Jacques Doucet is onlosmakelijk verbonden met de avant-garde van de twintigste eeuw en de toen verworven vrijheid door kunstenaars om vormen, kleuren en materialen op een spontane manier te arrangeren, niet gehinderd door academische tradities.

Jacques Doucet en Cobra

De uit Frankrijk afkomstige Cobra kunstenaar speelde een opvallende rol in de aanloop naar Cobra. Andersom deed hij in de Cobra periode unieke experimentele ervaringen op, die van grote invloed waren op zijn latere werk.

In juni 1947 ontmoette Doucet in Boedapest de jonge Nederlandse schilder Corneille, die onder de indruk raakte van de rijpheid van de jonge Franse schilder. Doucet hield van Max Jacob, Alfred Jarry en Paul Klee. Later schreef Corneille: "Ik was meteen enthousiast over zijn stijl. Hij tekende als een kind dat een hele wereld op de stoep zet (...). Een tekening met lijnen die de vrije loop hebben, geestdriftig, kleurrijk, onbeschaamd zoals de alledaagse naakte waarheid. (...)”.

Doucet trad tot Cobra toe omdat de geest van de beweging hem in staat stelde zich te bevrijden van zijn sturende rede, en om zich te verdiepen in de oerbronnen van creativiteit.

In de expositie wordt het veelzijdige oeuvre van de Franse kunstenaar breed belicht. De presentatie omvat ruim 80 werken uit het begin van het kunstenaarschap, de vroege jaren veertig, tot en met het laatste werk.

De werken zijn afkomstig uit de nalatenschap van de kunstenaar, in bruikleen afgestaan door vele particuliere verzamelaars, alsmede door Franse en Noord-Europese instellingen.

De werken: schilderijen, grafiek, gouaches, kleine spontane collages uit de zestiger jaren, enkele beelden, keramiek en een tapijt, geven een goede indruk van de veelzijdige expressie van de kunstenaar en van zijn onophoudelijke nieuwsgierigheid met allerlei soorten technieken te willen experimenteren.

Tentoonstellingen

LAAC van Duinkerken / 10 oktober 2010 - 5 maart 2011 Cobra Museum voor Moderne Kunst / 21 mei - 18 september 2011 Museum voor Schone Kunsten van Quimper / 14 oktober 2011 - 9 januari 2012

Publicatie

Ter gelegenheid van de exposities verschijnt een fullcolour catalogus (drietalig). Auteurs: Katja Weitering, artistiek directeur van het Cobra Museum, Sophie Warlop, conservator van het LAAC, Duinkerken, Nathalie Galissot, conservator van het Museum voor Schone Kunsten, Quimper, Andrée Doucet, de weduwe van de kunstenaar, Michel Ragon en Erik Slagter.

Korte biografie
Teks: Erik Slagter

Jacques Doucet wordt op 9 april 1924 geboren in Boulogne in de Hauts-de-Seine (bij Parijs) uit Bretonse ouders. Hij overlijdt op 11 maart 1994 in Parijs.

Al jong schrijft Doucet gedichten en tekent hij. In 1942 bezoekt hij de dichter Max Jacob in Saint-Benoît-sur-Loire. Deze moedigt hem aan zijn talenten te ontwikkelen, maar laat hem geheel vrij in zijn stijlkeuze. Doucet begint met schilderen en exposeert in 1943 en 1944 aan de Salon d'Automne. Tijdens de bezetting engageert hij zich politiek, wordt verraden, door de Vichy-militie aangehouden en gevangen genomen. Zijn werken worden in beslag genomen. Deze periode van gevangenschap heeft grote invloed op zijn schilderkunst. Na de bevrijding hervat hij zijn activiteit en toont zijn werken in 1945 en 1946 op de Salon des Surindépendants. Net als de Nederlandse schilder Corneille in Amsterdam, ontmoet hij in Parijs een Hongaarse verzamelaarster die hem uitnodigt om naar Boedapest te komen. Daar komt hij in contact met de filosofen en schrijvers Imre Pan en Arpad Mezei, de belangrijkste oprichters van de Europai Iskola - de Europese School. Hij ontmoet daar ook Corneille. Beiden zijn in de Hongaarse surrealisten van de beweging van "Vrijheidskunst" geïnteresseerd. Zij raken gefascineerd door het werk van Paul Klee dat eerder in de Europai Iskola getoond was en dat zij in een boek in de kleine boekenwinkel van Imre Pan ontdekken. Allebei houden ze van zigeuner-muziek, Hongaarse volkskunst en ze

raken bevriend. In 1947 exposeert Jacques Doucet voor het eerst in het gebouw van de Europai Iskola. Bij zijn terugkeer naar Parijs wordt hij lid van de Revolutionaire

Surrealistische groep. Tegelijkertijd vormt Corneille in Amsterdam met Constant en Appel de Experimentele Groep in Holland en publiceert het eerste nummer van het tijdschrift Reflex. In 1948 vindt de tweede tentoonstelling van Doucet plaats in de Europai Iskola. Na de opheffing van de Revolutionaire Surrealistische groep wordt Doucet meteen lid van de Cobra beweging, ofwel de Internationale beweging van Experimentele Kunst. Jean-Michel Atlan en hij zijn de enige Franse vertegenwoordigers. Hun vriend Michel Ragon, schrijver en kunstcriticus, volgt Éduard Jaguer op als redacteur van deze Franse vertegenwoordigers. Atlan en Doucet zijn bij elk evenement van Cobra aanwezig, van de eerste Experimentele tentoonstelling in het Stedelijk Museum van Amsterdam in 1949 tot de laatste in Luik in 1951. Appel en Corneille vragen hem om het tweede en laatste nummer van Reflex te illustreren.

Doucet's eerste tentoonstelling in Parijs vindt in 1948 in de Colette Allendy galerie plaats, een avant-garde galerie. Hij exposeert hier zes jaar. In 1949 exposeert Doucet in Genua in de Galleria Rotta, in 1950 neemt hij deel aan de tentoonstelling Les Mains éblouis in Galerie Maeght. In 1951 exposeert Doucet in de Galerie Suzanne Feigel in Zürich. Van 1954 tot 1989 in de Galerie Ariel, in samenwerking met de Galerie Dina Vierny; deze periode van collages is bepalend voor zijn loopbaan.

Doucet neemt aan elke Salon de Mai deel. Daarnaast is hij te zien in Italië, België, Zweden, Nederland, Libanon, Verenigde Staten, Luxemburg en Denemarken. Elke zomer reist hij naar Midden-Europa, Italië, Spanje, Nederland, Portugal, Marokko om aan vele collectieve exposities deel te nemen. Hij exposeerde in de grote Cobra tentoonstelling in het Moderne Kunstmuseum, 1983 in Parijs, en tijdens Cobra tentoonstellingen in Luik en in Amstelveen. Zijn werken maken deel uit van museumcollecties in Nederland, Frankrijk, Zweden, Macedonië, Hongarije, Israël, Denemarken, Verenigde Staten en Mexico.



Ingezonden persbericht