Vrije Universiteit Amsterdam

Vrije Universiteit Amsterdam Meer perspectief

8 oktober 2010

Zuidelijk halfrond is droger en verdampt minder sinds 1998 Samenwerking NASA geeft VU-wetenschappers duidelijk beeld van bodemvocht

Embargo tot 10 oktober 19.00

Verdamping van op het land gevallen neerslag naar de atmosfeer is een belangrijke schakel in de wereldwijde waterkringloop. Klimaatmodellen voorspellen een versnelling in deze hydrologische cyclus: hogere temperatuur leidt tot meer verdamping leidt tot meer neerslag leidt bijvoorbeeld tot meer overstromingen. Dit beeld blijkt echter niet te kloppen. Uit onderzoek van milieuwetenschappers van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU), Han Dolman en Richard de Jeu, blijkt dat na de grote El Niño van 1998 juist een daling in de hoeveelheid verdamping van het aardoppervlak plaatsvindt. Zij publiceren hun bevindingen in Nature.

Tot 1997 steeg de verdamping wereldwijd met ongeveer 7.1 mm per 10 jaar. Vanaf 1998 daalt deze verdamping echter met ongeveer dezelfde hoeveelheid. Om deze daling te verklaren analyseerden de VU-wetenschappers bodemvocht. De hoeveelheid vocht in de bodem bepaalt de hoeveelheid verdamping: veel vocht betekent veel verdamping, weinig vocht betekent weinig tot geen verdamping. In samenwerking met NASA analyseerden de wetenschappers satellietopnames die de hoeveelheid bodemvocht goed kunnen bepalen. Het blijkt nu dat in de gebieden waar de verdamping volgens de eerdere schattingen afneemt, ook de hoeveelheid bodemvocht afneemt. Deze gebieden, die vooral in het zuidelijk halfrond liggen (Australië, Latijns-Amerika en Oost Afrika), laten een sterke afname zien; ze verdrogen letterlijk. De analyses sluiten grotendeels uit dat andere verklaringen - veranderingen in landgebruik, respons op toegenomen kooldioxide en veranderingen in windsnelheid - verantwoordelijk zijn voor de afname.

Het is onduidelijk of dit een structurele daling is of een tijdelijke neergang. Als het een structurele daling is, dan lijkt het alsof er in de mondiale hydrologische cyclus nog grotendeels onbegrepen mechanismen werkzaam zijn, die een limiet stellen aan de verdamping. Een verdere afname in verdamping zou echter de toename in temperatuur verder kunnen versterken en de eerder genoemde gebieden nog droger en warmer kunnen maken.