Rijksoverheid
11 oktober 2010
DBC)systematiek in de GGZ
Geachte voorzitter,
U heeft mij gevraagd om u te informeren over de gevolgen van de uitspraak van
het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) van 2 augustus 2010 voor de
financiering en de uitvoerbaarheid van de DBCs in de GGZ en voor de overige
onderdelen van de GGZ.
De rechter oordeelde begin augustus dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ten
eerste de negatieve gevolgen van de DBC)systematiek op het inkomen van
vrijgevestigde psychiaters nader moet onderzoeken en ten tweede dat zij op het
gebied van privacy de verschillende belangen opnieuw moet afwegen. Met
inachtneming van deze uitspraak is de NZa een onderzoek gestart naar de
inkomenseffecten voor vrijgevestigde psychiaters. De NZa verwacht dit onderzoek
eind dit jaar af te kunnen ronden.
Verder zal de NZa opnieuw een afweging moeten maken met betrekking tot de
privacybelangen. Het CBb heeft weliswaar het belang dat verzekeraars hebben bij
het beschikbaar hebben van diagnose)informatie bij de uitvoering van hun
controle) en inkooptaak onderschreven, maar heeft geoordeeld dat de NZa
onvoldoende de noodzaak heeft aangetoond dat deze diagnose)informatie bij
verzekeraars onder ogen komt van personen voor wie geen medisch
beroepsgeheim geldt en die niet onder medisch tuchtrecht vallen. De NZa
verwacht deze nieuwe belangenafweging in oktober 2010 te hebben afgerond.
Meteen na de uitspraak heeft de NZa gecommuniceerd dat de vrijgevestigde
psychiaters en psychotherapeuten tot zes weken na de nieuwe beslissing op
bezwaar geen diagnose)informatie op de declaratie hoeven te vermelden.
Zorgverzekeraars mogen in die periode declaraties zonder diagnose)informatie
betalen. Zodra de NZa haar beslissing op bezwaar heeft genomen, zal ik u
informeren over de gevolgen daarvan voor de ggz.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geinformeerd te hebben.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink