Rijksoverheid
11 oktober 2010
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, de antwoorden
op de vragen van de Kamerleden Leijten, van Gerven en Gesthuizen (SP) over de
boete die de NMa oplegde aan de LHV (2010Z13003).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Leijten,van Gerven en Gesthuizen
over de boete die de NMa oplegde aan de LHV.
(2010Z13003)
Vraag 1
Wat was uw gedachte bij het horen van het nieuws dat de Nederlandse
Mededingingsautoriteit (NMa) een boete van ¤ 51.000 euro heeft opgelegd aan de
Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) omdat de zegels van een deur zijn
verbroken? 1)
Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van het betreffende besluit van de NMa.
Vraag 2
Kunt u zich de woede van de LHV voorstellen dat, doordat een bewaker van een
extern beveiligingsbedrijf per ongeluk 's nachts het zegel heeft verbroken hetgeen
ook is toegegeven zij toch een dergelijke boete krijgt opgelegd? Zijn hier niet de
grenzen van redelijkheid en billijkheid overschreden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
De NMa verzegelt ruimtes wanneer een onderzoek op locatie, waarbij gezocht
wordt naar bewijs van een overtreding van de Mededingingswet, nog niet is
afgerond. Op deze wijze kan het onderzoek op een later moment worden
voortgezet zonder risico op verlies of beschadiging van het in de verzegelde
ruimte aanwezige onderzoeksmateriaal. Bij het aanbrengen van een zegel
benadrukt de NMa altijd dat het intact houden van een zegel de
verantwoordelijkheid is van de onderzochte organisatie. De reden hiervoor is dat
zij als enige in staat is om de hiertoe geëigende waarborgen te treffen, zoals het
afsluiten van kamers. Door verbreking van een verzegeling heeft de NMa geen
zekerheid meer dat het in de verzegelde ruimte aanwezige bewijsmateriaal niet is
gemanipuleerd of verwijderd. Als in een bepaald geval blijkt dat een verzegeling is
verbroken, kan de betreffende organisatie daarop aangesproken worden, omdat
het haar verantwoordelijkheid is om te waarborgen dat de verzegeling intact blijft.
Vraag 3
Hoe kijkt u aan tegen de signalering van de LHV dat, als de medewerkers van de
NMa een uur hadden overgewerkt, de losse papieren in de ruimte hadden kunnen
worden weggewerkt, waardoor had kunnen worden volstaan met de verzegeling
van twee kasten en twee ladeblokken, waardoor de verzegeling van de gehele
ruimte overbodig was geworden (waardoor de risico's vrijwel uitgesloten zouden
zijn)? 2) Hoe beoordeelt u de werkopvatting van de NMa om met acht man sterk
om 18.00 uur het pand te verlaten en niet te willen overwerken, teneinde de
risico's voor de LHV te beperken?
Antwoord 3
Het besluit van de NMa in deze zaak is inmiddels gepubliceerd op de website van
de NMa. Uit het besluit blijkt onder meer dat de NMa na 18.00 uur nog vier uur
had moeten doorwerken om het onderzoek op locatie af te ronden en dat de NMa
met instemming van de LHV de ruimte heeft verzegeld. Daarbij heeft de NMa
meegedeeld dat het verstandig zou zijn om de schoonmaakdiensten en de
beveiliging te informeren over de risico's omtrent het verbreken van de
verzegeling.
Vraag 4
Bent u bereid uw invloed aan te wenden om deze boete, die uiteindelijk weer
opgebracht wordt door premiegelden van de Nederlandse burger, van tafel te
krijgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het betreft hier een individuele zaak, waarin de NMa als onafhankelijke
toezichthouder de discretionaire bevoegdheid heeft om ruimtes te verzegelen en
om een boete op te leggen wanneer een verzegeling verbroken is.
Het is aan de betrokken partij om bij de NMa in bezwaar te gaan tegen de boete,
danwel de bezwaarprocedure over te slaan en direct in beroep te gaan bij de
rechter. Uiteindelijk is het aan de rechter om, aan de hand van de
omstandigheden van het geval, te oordelen over de grondslag van het door de
NMa genomen besluit alsook de hoogte van de daarbij opgelegde boete. Op geen
enkel moment is daarbij een rol weggelegd voor de ministers van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Economische Zaken.
Vraag 5
Vindt u het optreden van de NMa in het algemeen een bijdrage leveren aan de
verbetering van de (huisartsen)zorg? In hoeverre acht u de kans aanwezig dat de
NMa met haar optreden het paard achter de wagen spant, omdat huisartsen de
lust zal ontgaan te ondernemen omdat de NMa op de loer ligt?
Antwoord 5
Het optreden van de NMa levert een bijdrage aan de verbetering van
(huisartsen)zorg, omdat de NMa bewaakt dat patiënten niet worden belemmerd in
hun vrijheid om zelf een huisarts te kiezen. Een dergelijke belemmering
vermindert namelijk de prikkel voor huisartsen om zich positief van elkaar te
onderscheiden. Omdat huisartsen zich voornamelijk kunnen onderscheiden op het
gebied van kwaliteit van het aanbod (medisch inhoudelijk, maar ook op
serviceaspecten zoals ruimere openingstijden), zal een gebrek aan prikkels om
zich positief te onderscheiden vooral de verbetering van de kwaliteit en het
doorvoeren van innovaties in de huisartsenzorg belemmeren.
De Mededingingswet en het toezicht daarop door de NMa staan niet in de weg aan
(innovatief) ondernemerschap. Enkel afspraken tussen huisartsen die de
concurrentie belemmeren en waar geen voordelen voor de patiënt tegenover
staan die daar tegen op wegen, zijn op grond van de Mededingingswet verboden.
Onder goed ondernemerschap verstaan wij dan ook niet het onderling
belemmeren van toetreding voor nieuwe huisartsen of het maken van
prijsafspraken. Dit gaat ten koste van (de keuzevrijheid van) de patiënt.
Vraag 6
Wat is uw oordeel over het standpunt van de LHV en het Nederlands Huisartsen
Genootschap (NHG) dat de Mededingingswet niet van toepassing moet worden
verklaard op de huisartsenzorg, omdat concurrentie tussen huisartsen schadelijke
effecten heeft? 3) Bent u bereid te onderzoeken welke positieve en negatieve
effecten marktwerking in de huisartsenzorg met zich meebrengt om op basis
daarvan een afweging te maken? Zo ja, bent u bereid een dergelijk onderzoek uit
te besteden aan een daartoe deskundig en geheel onafhankelijke
onderzoeksorganisatie?
Antwoord 6
De afweging waar naar gevraagd wordt is al gemaakt in de Zorgverzekeringswet,
waarin ruimte wordt gemaakt voor vraaggestuurde zorg. Dit is onder meer
gebeurd door afschaffing van de contracteerplicht, de vervanging van de
puntstarieven en de invoering van financiële risico's in de beroepsuitoefening.
Waar de overheid kiest voor meer ruimte voor (gereguleerde) marktwerking en
ondernemerschap in de zorg, is de Mededingingswet er om die ruimte te
beschermen. Het daarmee nagestreefde doel van het overheidsbeleid in de
huisartsensector is hogere kwaliteit, meer keuzevrijheid en betere
beheersbaarheid van de kosten. Deze doelen worden in gevaar gebracht als de
vrije ruimte voor concurrentie door huisartsen weer wordt ingeperkt. Op dit
moment onderzoekt de NMa of daarvan binnen de huisartsensector sprake is.
1) Trouw, Algemeen Dagblad, Financieel Dagblad, 9 september 2010
2) "Dat de NMa de LHV een boete oplegt, vinden wij onterecht omdat de NMa zelf
op grove wijze haar zorgvuldigheidsplicht heeft geschonden. De verzegeling van
de ruimte heeft plaatsgevonden omdat de medewerkers van de NMa hebben
geweigerd een uur over te werken en naar huis wilden. Dat terwijl zij zich volledig
bewust waren van het feit dat de LHV is gevestigd in een verzamelgebouw
waarbinnen de deuren niet op slot kunnen en waarbij meer dan 400 mensen over
een pas beschikken die toegang geeft tot alle verdiepingen." Persbericht LHV 9
september 2010
3) Brief LHV en Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) aan
kabinetsinformateurs. 14 juli 2010.