Rijksoverheid


11 oktober 2010

Schriftelijke vragen van het lid De Mos(PVV) over de invloed van CO2 in de atmosfeer op temperatuurstijging

Geachte Voorzitter, In reactie op vragen van het lid De Mos (PVV) over invloed van CO 2 in de atmosfeer op temperatuurstijging (nr. 2010Z13152, ingezonden 20 september 2010), geef ik u de volgende antwoorden. 1 Bent u bekend met de lezing van oud-AKZO directeur dhr. Van Andel, gehouden in de Buys Ballotzaal van het KNMI op 9 september 2010? 1 Ja. 2 Deelt u de mening dat dhr. Van Andel met zijn klimaatconclusies de discussie over de menselijke broeikashypothese weer heeft opengebroken? Zo nee, waarom niet? Volgens de informatie van het KNMI heeft de heer van Andel zogenoemde re-analysis data gebruikt. De trends in het klimaat die hij uit deze data heeft berekend zijn niet zo zeer het gevolg van werkelijke veranderingen in de atmosfeer als wel van veranderingen door de jaren heen van de gebruikte meetsystemen. 3 Bent u bereid te onderzoeken of dhr. Van Andel, die concludeert dat een verdubbeling van CO2 slechts zal leiden tot een temperatuurstijging van 0,27 graden, gelijk heeft? Zo ja, zal dat u dan nopen tot een kritische blik naar de onbewezen rampstijgingen van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de VN, dat uitgaat van stijgingen die liggen tussen de twee en zes graden? Nee, dat is niet nodig. Zie de beantwoording van vraag 2.



4 Bent u bereid het geldverslindende klimaat beleid stop te zetten, tenminste totdat er meer aanwijsbare bewijzen zijn die de hoofdconclusies van het IPCC onderschrijven? Zo nee, waarom niet? De lezing van de heer Van Andel geeft geen aanleiding te twijfelen aan de hoofdconclusies van het IPCC. Zie de beantwoording van vraag 2. Hoogachtend, de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Portef euille Milieu Directie I nternationale Zaken Datum 11 oktober 2010 Kenmerk IZ/2010026850

J.C. Huizinga-Heringa