vragen van het lid Ormel over Saudi-Arabië
Kamerbrief inzake vragen van het lid Ormel over Saudi-Arabië
Kamerbrief | 12 oktober 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Ormel over Saoedi-Arabië. Deze vragen werden
ingezonden op 14 september 2010 met kenmerk 2010Z12816.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Vragen van het lid Ormel (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken
over martelingen van Sri Lankaanse vrouwen in Saoedi-Arabië.
(Ingezonden 14 september 2010)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht over een Sri Lankaanse hulp in de
huishouding die is gemarteld in Saoedi-Arabië? 1)
Antwoord
Ja
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel gevallen van schending van mensenrechten van
Sri Lankaanse migranten in Saoedi-Arabië, waarvan ook de zaak van
Rizana Nafeek een voorbeeld is, bekend zijn? Bent u van mening dat de
rechten van deze migranten structureel geschonden worden?
Antwoord
Van de circa 350.000 geregistreerde Sri Lankanen in Saudi-Arabië zijn
volgens de gegevens van het Sri Lankaanse Bureau of Foreign Employment
circa 200.000 vrouwen in huishoudelijke dienst te werk gesteld.
De ambassade van Sri Lanka in Saudi-Arabië zou jaarlijks vele klachten
binnenkrijgen van Sri Lankaans huishoudelijk personeel ten aanzien van
hun Saudische werkgevers. Het grootste gedeelte daarvan zijn klachten
over niet uitbetaald loon, psychisch en sexueel misbruik en slechte
werkomstandigheden.
De formele rechtspositie van de arbeidsmigranten is nauwelijks geregeld
in de Saudische Arbeidswet. Volgens Human Rights Watch, in haar rapport
"Slow Reform - Protection of Migrant Domestic Workers in Asia and the
Middle East" (april 2010), erkent Saudi-Arabië na jaren interne
discussie deze problematiek en heeft het land een begin gemaakt met
hervormingen van deze wet, die de positie van de arbeidsmigranten zal
moeten verbeteren.
Ik deel uw zorg omtrent de schending van de rechten van
arbeidsmigranten. In het kader van de diverse contacten over
mensenrechten met Saudi-Arabië wordt deze zorg ook opgebracht en
besproken. Nederland ondersteunt initiatieven van de Saudische partners
ter verbetering van de mensenrechten in het land en dus ook van de
arbeidsmigranten.
Vraag 3
Kunt u ingaan op de huidige stand van zaken in de zaak van Rizana
Nafeek?
Antwoord
Blijkens informatie door de Nederlandse ambassade ingewonnen bij de Sri
Lankaanse ambassade te Riyad zijn er geen nieuwe ontwikkelingen in de
zaak van Rizana Nafeek.
Nadat de op 19 januari 2010 geplande hoorzitting werd uitgesteld en een
andere rechter in de rechtszaak werd aangewezen, evenals een andere
vertaler, is er geen nieuwe datum voor een hoorzitting vastgesteld.
De Sri Lankaanse ambassade heeft regelmatig contact met de Saudische
autoriteiten en met Rizana Nafeek.
Vraag 4
Bent u bereid, zowel op nationaal als internationaal niveau, deze
schending van mensenrechten van Sri Lankaanse vrouwen bij de
autoriteiten van Saoedi-Arabië aan de orde te stellen en daarbij
opnieuw aan te dringen op een snelle afhandeling en meer openheid in de
zaak van Rizana Nafeek?
Antwoord
Reeds tijdens mijn bezoek aan Saudi-Arabië in mei 2009 heb ik de
positie van de arbeidsmigranten en de zaak Rizana Nafeek bij de
Saudische autoriteiten aan de orde gesteld.
De situatie van migrantenwerknemers en deze specifieke zaak werden ook
opgebracht tijdens het bezoek van de mensenrechtenambassadeur aan het
land in februari 2010.
Ik zal schending van de mensenrechten aan de orde blijven stellen, ook
in Saudi-Arabië, waaronder de zaak van Rizana Nafeek.
1) http://www.bbc.co.uk/news/world-south-asia-11094968
Ministerie van Buitenlandse Zaken