MBO raad

MBO Raad: plannen nieuwe kabinet staan haaks op noodzaak leven lang leren

12-10-2010 - De plannen van het nieuwe kabinet om de bekostiging van mbo-deelnemers ouder dan 30 jaar af te schaffen hebben grote consequenties voor werknemers die willen bijscholen en herintreders die willen omscholen. "Het kabinet gaat er te gemakkelijk van uit dat mensen dat zelf wel betalen of dat de werkgever wel investeert," zegt Jan van Zijl, voorzitter MBO Raad.
"Maar het gaat hier ook om mensen die bijvoorbeeld werkloos zijn of dreigen te raken en via om- of bijscholing aan het werk hopen te komen of te blijven." Sectoren als de zorg worden zwaar getroffen. Jan van Zijl: "De zorg moet het voor het oplossen van het personeelstekort voornamelijk hebben van mensen die zich laten omscholen. Van de 60.000 deelnemers 30+ die we in het mbo hebben, volgen er 22.000 een zorgopleiding. De werkgevers in de zorg hebben al aangegeven geen geld te hebben om in opleidingen te investeren."

Alleen nog investeren in jong talent
De MBO Raad verwacht dat de plannen behoorlijk zand gaan strooien in de machine die de economie op gang moet helpen en houden. "Dit kabinetsvoornemen mag je betitelen als een kleine ramp voor de Nederlandse economie en staat op gespannen voet met het speerpunt om werknemers flexibel en ook langer op de arbeidsmarkt inzetbaar te houden," zegt Van Zijl.

"Om het betaalbaar te houden worden werkgevers zo bijna gedwongen om alleen te investeren in jong talent. Maar jong talent is schaars. De groep die extra steun nodig heeft om hogerop te komen of alsnog een diploma te halen en zo een tweede kans op de arbeidsmarkt te krijgen, is op mbo-niveau vele malen groter. Doorstroming in en flexibilisering van de arbeidsmarkt worden door privatisering van bij- en omscholing nu tegengewerkt: de plannen van het nieuwe kabinet staan haaks op de noodzaak van leven lang leren."

Banenverlies
Voor de onderwijsinstellingen in het mbo zelf betekenen de plannen van het nieuwe kabinet rond een leven lang leren afbraak van de infrastructuur voor bij- en omscholing en daarmee banenverlies.

"Het kwijtraken van de groep deelnemers boven de 30 jaar heeft uiteraard gevolgen voor de werkgelegenheid in het mbo. We hebben uitgerekend dat dit ruim 3000 fte aan banenverlies betekent. Een aantal docenten kunnen de scholen waarschijnlijk wel herplaatsen, maar dat geldt lang niet voor allemaal. Een docent techniek kun je niet zomaar vragen om bijvoorbeeld voortaan maar taal en rekenen te gaan geven. Dat is een andere professie. En net als de zorg is het onderwijs een publieke sector met beperkte middelen."