Rabobank Nederland

Rabobank: voorzichtige plussen in Nederlands bedrijfsleven 2011

Nederlandse economie ontbeert sterke aanjager in 2011

'In 2011 mogen Nederlandse bedrijven - behalve in de bouwsector - rekenen op voorzichtige plussen in de omzetwaarde,' voorspelt Paul Dirken, directeur Bedrijven van Rabobank Nederland in de sectorprognoses 2011. De sectoren industrie, groothandel, tranport en zorg groeien bovengemiddeld. Op dit moment trekt vooral de toegenomen wereldhandel de Nederlandse economie uit het dal. Maar dit herstel acht Dirken niet bestendig: 'De wereldhandelsgroei zwakt in 2011 naar verwachting af. Ook de kans dat consumenten hun euro's meer laten rollen is niet groot, omdat velen worden geraakt door bezuinigingen. Deze beperkte binnenlandse dynamiek jaagt de ondernemingsinvesteringen in 2011 nog onvoldoende aan.'

Rabobank verwacht voor 2011 een lichte groei van de economie. 'Maar voor het Nederlandse bedrijfsleven zijn er nog een aantal "minnen" die een krachtig herstel in 2011 beperken', verklaart Paul Dirken: 'De export zwakt in 2011 af door lagere groei van het wereldhandelsvolume. Tegelijk staan de consumentenbestedingen onder druk van bezuinigingen en dalende koopkracht. Daarbij veren de bedrijfsinvesteringen onvoldoende op, omdat de bezettingsgraad bij bedrijven dit nog niet rechtvaardigen.' De economische groei blijft hierdoor - na een stijging van 1,75% in 2010 - steken op een plusje van 1,5% in 2011. Per sector zijn de vooruitzichten als volgt.

Industrie: tijdelijke groei-impulsen vallen weg

De Nederlandse industrie profiteert in 2010 van de aantrekkende wereldhandel. Dit komt mede door stimuleringsmaatregelen van overheden, positieve vraageffecten vanuit de voorraadcyclus en monetaire impulsen. Geleidelijk vallen deze impulsen weg en vlakt de wereldhandelsgroei af. In 2011 zal de productiegroei zich gematigder ontwikkelen, met grote verschillen binnen de sector.

Bouw: kan onvoldoende aanhaken

In de bouw lijkt het tij nog niet te keren. De krimp blijft aanhouden, ondanks diverse overheids-maatregelen. Bijna de gehele bouwkolom kampt met relatief lege orderportefeuilles. In de eerste helft 2011 wordt gerekend op een verdere krimp van de productie. Daarna zal deze productiedaling afvlakken en aan de voorkant van de bouwkolom mogelijk weer groeien. De grond-, water- en wegenbouw onttrekt zich aan een forse productiedaling door de overheid als grote opdrachtgever.

Groothandel: bijna terug op niveau 2008

Ook in 2011 zal de omzet van de groothandel weer groeien met bijna 4%, net als in 2010. Oorzaak is de aantrekkende im- en export gestimuleerd door bovengemiddelde uit- en doorvoer naar Duitsland. Verschillen in afzetmarkten hebben ook gevolgen voor de groothandels in de keten: zo is de bouwgroothandel heel laatcyclisch, terwijl de machinegroothandel al weer profiteert van het (licht) aantrekken van de private investeringen en de groei in de eurozone en Azië.

Transport: volumeherstel maar vrachtprijzen ondermaats

Begin 2010 herstelde het transport, maar in de zomermaanden stagneerde de groei. Er is meer vraag naar laadruimte, maar de vrachtprijzen blijven ondermaats in het wegvervoer en binnenvaart. Het grensoverschrijdend goederenwegvervoer kan komend jaar verder groeien. In deelmarkten van de binnenvaart, zoals containers, kolen en ijzererts, is het ladingverlies van vorig jaar ingehaald. Het herstel is echter te mager, om de sterke groei van nieuwe scheepstonnage te compenseren.

Detailhandel: na het dal komt de vlakte

De overheidsbezuinigingen en koopkrachtdaling drukken de consumentenbestedingen. In de fooddetailhandel blijven consumenten zoeken naar goedkopere producten en aanbieders. Wel profiteert de foodsector van iets hogere thuisconsumptie. In de non-fooddetailhandel hebben branches waar grote consumentenuitgaven spelen het lastig. Zo nemen de autoverkopen wel toe in aantal, maar niet in omzet door aanschaf van goedkopere auto's.

Horeca & recreatie: eindelijk licht herstel

De lichte economische groei steunt enig herstel in horeca & recreatie. Ondernemingen gericht op zakelijke klanten profiteren van toegenomen bedrijvigheid. Voor consumentgerichte bedrijven blijft het nog kil. In de horeca hebben vooral cafés en discotheken het moeilijk. Naast conjunctuur spelen hier structurele problemen, waardoor het aantal natte horecabedrijven daalt. De hotellerie profiteert van meer zakelijke en buitenlandse gasten. De verblijfsrecreatie is stabiel, maar weersafhankelijk.

Dienstverlening: gematigd optimisme

De omzetverwachtingen voor de commerciële dienstverlening zijn gematigd. Het zeer prille herstel van de vroegcyclische uitzendbranche is een lichtpuntje. Toch is het lastig in een aantal branches. Bouwgerelateerde dienstverleners ondervinden gevolgen van krimp in de bouw. Bezuiniging op de inhuur van (interim)managers en consultants raakt de omzet van de organisatie-adviesbureaus. Persoonlijke dienstverleners, zoals kappers, zien de omzet alleen licht toenemen door prijsstijgingen.

Gezondheidszorg: blijvende omzetstijging

De gezondheidszorg toont een bovengemiddelde omzetgroei. Door verder vergrijzing, toepassing van nieuwe medische technologieën en hogere eisen van de zorgconsument neemt de vraag naar zorg toe. Ook bij ingrijpende overheidsmaatregelen om de collectieve zorguitgaven te beperken, zal sprake blijven van groei in de sector doordat consumenten de zorg (deels) zelf gaan bekostigen.

Voor meer informatie over de sectorprognoses: zie www.rabobank.com/perscentrum:


* na registratie kan men een pdf van de Rabobank Cijfers & Trends Sectorprognoses downloaden.