Gemeente Utrecht
2010 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
110 Vragen van de heer T.W. Schipper
(ingekomen 6 september 2010
en antwoorden door het college verzonden op 12 oktober 2010)
Op 3 september bracht de Woonbond een onderzoek naar buiten over het beleid van de corporaties om de huren van sociale huurwoningen sterk te laten stijgen bij huurderswisselingen. Zo ook de Utrechtse corporaties. Een van de conclusies van de Woonbond is dat dit beleid weliswaar binnen de wettelijke mogelijkheden van de corporaties valt, maar dat dit zeer ongewenste effecten heeft op de huurmarkt. De SP wil daaraan toevoegen dat ook dit weer leidt tot een steeds sterkere afhankelijkheid van toeslagen, van mensen met lage inkomens voor hun netto besteedbaar inkomen. Een ontwikkeling die nog eens dreigt te worden versterkt door de plannen van diverse partijen om de huurtoeslag verder te verlagen. De SP heeft hierover de volgende vragen:
1. Wat is de mening van het college over het beleid van de corporaties om de huren bij huurderswisseling zo sterk te laten stijgen; deelt het college de mening van de Woonbond over de ongewenste effecten van dit beleid?
Woningcorporaties hebben de wettelijke mogelijkheid om bij mutatie huurharmonisatie toe te passen binnen het puntensysteem. De huurharmonisatie bevordert de huurdifferentatie en dat is in overeenstemming met de vastgestelde woonvisie. Niet uit te sluiten valt dat dit in sommige situaties ongewenste gevolgen heeft.
2. Wat vindt het college van het beleid van Bo-Ex om onderscheid te maken tussen 'gewilde' en 'niet-gewilde wijken' en in het bijzonder van het effect van dit beleid op de kansen van bewoners van 'niet-gewilde' wijken om in te stromen in de 'gewilde' wijken?
Het beleid van Bo-Ex is er niet op gericht om huishoudens met een laag inkomen uit de meer gewilde wijken te weren. Wel wordt er gewerkt aan het principe om de kwaliteit van woningen meer in de prijs tot uitdrukking te laten komen. Op deze manier kunnen huishoudens kiezen om iets meer te betalen als ze dit over hebben voor meer kwaliteit, binnen een aanvaardbare huurquote zoals die gegarandeerd wordt door de huurtoeslag.
3. Geldt dit beleid / gaat dit beleid van de corporaties eveneens gelden voor huurderwisselingen in de zogenaamde DUO-zoekgebieden, waarbij tot op heden vaak sprake is geweest van een maximale huursprong van 50 euro?
Bij verhuizing naar een andere huurwoning, zal de huur van deze woning gebaseerd zijn op het puntensysteem (prijs-kwaliteit verhouding). Garanties van maximale huursprong van 50 euro kunnen in algemene zin niet worden gegeven.
4. Zo ja, welke effecten denkt het college dat dit heeft op de voortgang van het door het college voorgestane beleid, zoals geformuleerd in 'Utrecht Vernieuwt'en in het bijzonder de verhuisbereidheid en doorstroomkansen van bewoners woonachtig in de betrokken complexen?
Het college verwacht geen effecten op het voorgestane beleid. Bij herstructuering worden soms ook specifieke afspraken gemaakt over de huurvaststelling.
5. Zo nee, is het college het dan met de SP eens dat dat onderscheid een extra benadeling betekent voor de slaagkansen van 'reguliere' woningzoekenden zonder DUO-urgentie?
Het college verwacht geen extra benadeling voor de slaagkansen van de reguliere woningzoekenden zonder DUO urgentie, omdat er geen verandering van het beleid plaatsvindt.
6. Indien het college de conclusie van de SP deelt dat het door de Woonbond gesignaleerde beleid van de corporaties onwenselijke effecten heeft; (wanneer) gaat het college hierover met de corporaties in gesprek en tot welke bijstellingen moet dat leiden wat het college betreft?
Het college kan niet de wettelijke mogelijkheid van de woningcorporaties ontnemen om huurharmonisatie toe te passen en kijkt ook wat genuanceerder aan tegen deze huurharmonisatie. Zoals u wellicht weet, maakt het college prestatieafspraken met de woningcorporaties over o.a. de kernvoorraad sociale huurwoningen. Daarin zal het college uw aandachtspunt meenemen.
---- --