Posters claimen aandacht voor jongeren en jeugd in de openbare ruimte


Jeugd gebaat bij betere inrichting openbare ruimte

DEN HAAG, 20101007 -- Tweede Kamerlid Joël Voordewind neemt op 12 oktober, 15.30 uur, de posters `Geef jeugd de ruimte' en `Geef jongeren de ruimte' in ontvangst uit handen van Johan Oost en Madeleine Frelier van speelruimtespecialist OBB. Het is hoog tijd dat jeugd en jongeren de ruimte krijgen, vindt Johan Oost. Want het is natuurlijk niet terecht dat zo'n 20 % van de bevolking zoveel mogelijk buiten de openbare ruimte wordt gesloten. En met een paar eenvoudige maatregelen is speels medegebruik van de ruimte door jongeren en kinderen mogelijk.

Speelruimtespecialist OBB wil met het verspreiden van een jongerenposter een steentje bijdragen aan het terugdringen van het NIMBY-probleem. Not In My BackYard wil zeggen dat bewoners wel oplossingen willen voor jongeren, maar niet bij hun woning. Met een jeugdposter wil OBB de buitenspeelsituatie voor kinderen verbeteren.

Opvallend aan de posters is onder meer:
* De succesfactoren die OBB heeft vastgesteld voor jongerenontmoetingsplekken: voldoende in aantal, een goede spreiding en voldoende variatie.
* De categorisatie van jongerenontmoetingsplekken. OBB heeft deze gemaakt op basis van onderzoek naar de wijze waarop jongeren in de openbare ruimte verblijven en hoe zij zich daar gedragen. Dit geeft goed zicht op de kwantiteit en kwaliteit van benodigde jongerenontmoetingsplekken. OBB streeft naar 1 ontmoetingsplek per 15 jongeren, onderscheiden naar vier categorieën: Kiss and Greet (bijvoorbeeld straathoeken, vereisen geen speciale inrichting en vormen al 50% van de plekken), What's Up (bestaande uit enkele ontmoetingsaanleidingen), Stay Around (grotere gelegenheden) en No Problem (groot en ver van woonwijken). Daarnaast zijn er natuurlijk nog de gewone sportplekken, de Playgrounds. Met een dergelijke goede structuur is het niet nodig dat jongeren op verkeerde tijdstippen op ongewenste plekken rondhangen. Het is voor jongerenwerkers mogelijk hen aan te spreken en de politie kan jongeren later op de avond naar een meer geschikte plek doorsturen.
* De eenvoud van de maatregelen die de openbare ruimte bruikbaar maken voor kinderen: doornloze struiken, een heuvel om vanaf te rollen, speelaanleidingen als hinkeltegels en gekleurde vakken in de straat, bespeelbare verkeersremmers, toestaan dat kinderen spelen en (dus) buiten de paden komen.
* De integratie van speelruimte in de openbare ruimte.
* De mogelijkheid om bij planvorming de ontwerpvolgorde om te draaien: eerst bepalen waar ontmoeten en spelen plaatsvindt, vervolgens waar gewoond wordt en uiteindelijk hoe wegen, parkeren, kabels en leidingen komen te liggen.

Johan Oost en Madeleine Frelier overhandigen de posters 12 oktober om 15.30 uur op het Binnenhof voor de Ridderzaal aan Joël Voordewind, woordvoerder Jeugd en Jongeren van de ChristenUnie in de Tweede Kamer. Joël Voordewind neemt hiermee de honneurs waar van partijgenoot André Rouvoet, minister voor Jeugd en Gezin.

OBB deelt de posters vanaf 12 oktober uit aan mensen die invloed hebben op de openbare ruimte: (locale) politici, ambtenaren van groen / wegen / water / ruimtelijke ordening, stedenbouwkundigen, ontwerpers van buitenruimte, projectontwikkelaars, docenten en studenten. De posters kunnen worden aangevraagd via info@OBB-Ingenieurs.nl.

OBB verzorgt sinds 1997 speelruimteadvies en advies over jongerenontmoetingsplekken. Inmiddels heeft het bureau advies geschreven voor meer dan 125 gemeenten. Met name op het gebied van jongerenontmoeting heeft OBB de laatste jaren onderzoek gedaan. De speelruimtespecialist schreef onder andere plannen voor zeer stedelijke als landelijke gemeenten bijvoorbeeld voor grotere gemeenten als Alkmaar, Utrecht, Haarlem, Amersfoort en stadsdelen van Amsterdam, maar ook voor (middel) grote en kleine gemeenten zoals Alphen aan de Rijn, Delfzijl, Deventer, Weert, Horst aan de Maas en Heerhugowaard.

OBB Ingenieursbureau





Ingezonden persbericht