Gemeente Breda

Veiligheid horecagebied Breda verbeterd door nieuwe horecasluitingstijden

Het aantal incidenten tijdens uitgaansavonden in de binnenstad is gedaald en ook de heftigheid ervan is afgenomen.

Het publiek verlaat meer gespreid de horeca en dat geeft minder openbare orde problemen. Het ontheffingensysteem, waarbij horecaondernemers een nachtvergunning kunnen krijgen, werkt goed en wordt ook strikt gehandhaafd. Dit blijkt uit de evaluatie horecasluitingstijden 2010 die het college aan de raad heeft gestuurd.

De nieuwe horecasluitingstijden zijn in juli 2009 ingegaan. Dat betekent dat de caféâs om 02.00 uur dichtgaan. Horecaondernemers kunnen een ontheffing aanvragen als nachtzaak en mogen dan onder voorwaarden, tot 04.00 uur openblijven. Broodjeszaken zijn tot 04.30 uur open.

Ondanks dat het aantal incidenten is gedaald, blijkt wel dat de onrust zich vooral voordoet bij de broodjeszaken omdat tussen 04.00 en 04.30 uur veel uitgaanspubliek zich daar verzamelt. Het college geeft de raad dan ook in overweging om de sluitingstijd van de broodjeszaken ook op 04.00 uur te stellen.

De meningen over de veranderde sluitingstijden zijn verdeeld. De bewoners van de binnenstad zouden liever teruggaan naar de oude sluitingstijd van 02.00 uur. Zij ervaren geen positieve effecten op de veiligheid en hebben juist meer ergernis door geluidsoverlast en wildplassen.

De handhaving van de ontheffingen werkt goed. Aan horecaondernemers worden veiligheidseisen gesteld en daar wordt op gecontroleerd. Eén ontheffing is inmiddels ook daadwerkelijk ingetrokken. De burgemeester wil de handhaving wel aanscherpen omdat er toch vaak overtredingen zijn. Hij komt daarvoor met nadere voorstellen.

De horeca zelf is verdeeld over de nieuwe situatie, zowel wat betreft de beleving van openbare orde en veiligheid als over de effecten op de aantrekkelijkheid van het uitgaansgebied. Er zijn voorstanders en tegenstanders. Er is wel brede waardering voor het feit dat er meer toezicht en handhaving is al zijn horecaondernemers en beveiligers kritisch over de kwaliteit ervan.

De evaluatie heeft zich gericht op de effecten van de verruiming van de sluitingstijden op de openbare orde en veiligheid en op de werking van het systeem van ontheffingen. Het college ziet in de evaluatie geen aanleiding om de raad voor te stellen het huidige beleid aan te passen. Wel zijn ook de algemene tendensen in de horeca, die naar boven kwamen tijdens het onderzoek, meegenomen. Het gaat dan om bezoekersaantallen, de aard van het uitgaanspubliek, het horeca-aanbod, de horecadichtheid van de binnenstad en de gevolgen van de economische crisis. De raad kan deze bevindingen desgewenst betrekken bij de vaststelling van de Visie Binnenstad.

Breda, 13 oktober 2010