Goede doelen ambiëren grotere zichtbaarheid van resultaten

13/10/2010 09:24

PricewaterhouseCoopers B.V.

Nederlandse goede doelenorganisaties zijn steeds beter instaat transparant te maken wat ze doen. Tegelijkertijd worstelen ze met het zichtbaar maken van wat het effect is van geld en middelen die ze besteden aan een maatschappelijk of charitatief doel. Ze ambiëren wel in grote meerderheid een grotere zichtbaarheid van hun bereikte resultaten. Dat stelt PwC naar aanleiding van een enqu(ee)teonderzoek in samenwerking met Civil Society onder 56 Nederlandse fondsenwervers naar de wijze waarop zij hun impact zichtbaar maken. De enqu(ee)teresultaten worden vandaag bekendgemaakt bij de uitreiking van De Transparant Prijs voor het beste charitatieve jaarverslag. Volgens de jury kan de informatie in het jaarverslag over impact beter. Zo geven organisaties nog onvoldoende inzicht in leermomenten en projecten die minder goed gelukt zijn. Bovendien kunnen ze meer gebruikmaken van sociale media bij het over de bühne brengen van wat wel en niet bereikt is.

Uit het enqueteonderzoek blijkt dat de helft van de onderzochte goede doelen vindt dat ze wel transparant zijn over wat ze doen, maar niet over het daadwerkelijk bereikte effect. En ondanks dat alle respondenten aangeven dat het zichtbaar maken van impact essentieel is, meet een vijfde niet of hun inspanningen daadwerkelijk leiden tot het gewenste effect. De bevindingen uit de jaarlijkse analyse van charitatieve jaarverslagen bevestigen dit beeld. Hieruit blijkt dat goede doelen aanmerkelijk beter scoren op het inzichtelijk maken van hun beleid, doelen, bestedingen, governance en fondsenwervende inspanningen dan vijf jaar geleden. Daarentegen blijft de mix tussen wat goed en wat minder goed ging, nog teveel onderbelicht in de jaarverslagen, waardoor soms een te rooskleurig beeld wordt geschetst naar de lezer van het verslag.

Volgens Nita Wink, voorzitter van de sectorgroep maatschappelijke organisaties bij PwC, erkennen veel goede doelen - klein en groot - zelf ook dit beeld. "Onze enqu(ee)te toont aan dat ze dilemma's ervaren in het zichtbaar maken van impact. Zo vinden ze het lastig om een goede balans te vinden tussen de tijd en investering die het vergt en wat meer transparantie hen publiekelijk oplevert. Het meten van wat je bereikt hebt, kost nu eenmaal tijd en geld. Tijd en geld die ze liever steken in het doel waarvoor ze zijn opgericht. Bovendien is een organisatie zelden alleen actief in een bepaald werkveld of werkt ze samen met andere organisaties aan projecten, waardoor het niet eenvoudig is om te onderscheiden wie welke impact heeft bereikt. En niet alle goede doelen hebben even goed hun doelstellingen vooraf concreet bepaald, waardoor ze ook niet goed weten wat ze moeten meten."

Volgens Wink vormt het risico van negatieve publiciteit en het effect op de reputatie een belangrijk dilemma bij het transparant zijn over bijvoorbeeld mislukte projecten. Maar ondanks het begrip dat ze kan opbrengen voor dilemma's, wijst ze erop dat open en eerlijke communicatie zeer wezenlijk is voor een lerende organisatie. Leren van ervaringen en dit zichtbaar maken schept vertrouwen. "Aan de intenties van goede doelen ligt het niet. Maar organisaties moeten wel leren meer vanuit een maatschappelijk perspectief naar hun resultaten te kijken. Het publiek wil zien wat de organisaties waar maken van hun missie. Vooralsnog zijn goede doelen vooral gedreven in het meten, rapporteren en communiceren over de gelden die binnen worden gehaald en de activiteiten die daarmee zijn ondernomen. Meer inzicht in de impact van bestedingen is de volgende stap in de verdere professionalisering van goede doelen."

Volgens Wink kan het benutten van de mogelijkheden van sociale media een grote rol spelen bij het zichtbaar maken van impact. "Het jaarverslag is een ontzettend belangrijk stuurmiddel om de eigen organisatie te dwingen haar zaakjes op orde te hebben. Maar een jaarverslag komt eenmaal per jaar uit. Sociale media kunnen tegen betrekkelijk lage kosten realtime een goed beeld geven van het effect van hun inspanningen. Temeer ook dat dit medium zich uitermate goed leent voor interactie en daarnaast een breder bereik heeft."

De 10 belangrijkste onderzoeksconclusies


1. Een ruime meerderheid (88%) van de onderzochte charitatieve organisaties vindt transparant maken van impact zeer essentieel.


2. Bijna de helft (48%) doet periodiek onderzoek naar haar eigen impact.


3. Een vijfde (met name kleine organisaties) meet haar eigen impact niet, terwijl diezelfde organisaties het wel zeer essentieel vinden om impact transparant te maken.


4. Bijna driekwart (72%) geeft zichzelf het rapportcijfer 7 of hoger voor de mate waarin zij erin slaagt impact inzichtelijk te maken.


5. Bijna alle respondenten (98%) geven aan dat het mogelijk is om impact transparant te maken.


6. De helft vindt dat goede doelen wel transparant zijn over wat ze doen (uitgevoerde activiteiten), maar niet wat daarvan het daadwerkelijke effect is.


7. Goede doelen vinden dat de eigen website, het jaarverslag en nieuwsbrieven de meest effectieve communicatiemiddelen zijn om impact zichtbaar te maken. Sociale media wordt wel gebruikt, maar nauwelijks genoemd als het meest effectieve communicatiemiddel.


8. Bijna een derde meent dat goede doelen te weinig tijd besteden aan impactmeting.


9. 85% vindt dat charitatieve organisaties ook inzicht moeten geven in mislukte projecten en projecten zonder impact.


10. Slechts 46% meent dat het publieksvertrouwen gediend is bij meer informatie over impact.

Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl





http://www.transparantprijs.nl