Provincie Zuid-Holland

Provincie neemt initiatief tot opstellen MER RijnGouwelijn

Inpassingsplan blijft achter de hand

De provincie neemt het initiatief om de Milieueffectrapportage (MER) op te stellen voor het tracédeel Oegstgeest-Leiden-Zoeterwoude-Rijnwoude. In deze vier gemeenten moet de bestemmingsplanprocedure voor de RijnGouwelijn nog worden afgerond. In de MER worden ook de drie varianten meegenomen die Leiden vorige week voorstelde, te weten: Hooigracht-Langegracht, Breestraat en bestaand spoor met een overstap op Leiden Centraal. Gedeputeerde Staten achten het logisch dat de provincie als initiatiefnemer optreedt en de MER in samenwerking met betrokken gemeenten opstelt. Dit besluit is genomen als reactie op het rapport van de commissie HOVL en het standpunt van het college van B&W van Leiden daarop.

De provincie is verheugd over het feit dat de gemeente Leiden het verzet tegen de tramlijn staakt en bereid is mee te werken aan de realisatie ervan. Door initiatiefnemer te zijn bij het opstellen van de MER, wil de provincie vaart houden in de realisatie van de RijnGouwelijn. Gezien de uitvoering van de werkzaamheden op het tracédeel tussen Gouda en Alphen aan den Rijn en de lopende aanbesteding, wil de provincie de werkzaamheden aan het MER voortvarend ter hand nemen om zo de mogelijke vertraging in het project ten gevolge van de wens van Leiden om een MER uit te voeren, zo beperkt mogelijk te houden.

Inpassingsplan

Gedeputeerde Staten hebben verder besloten dat zij de procedure voor een inpassingsplan voortzetten. Mocht het MER en/of het bestemmingsplan niet tijdig worden afgerond, dan kan het inpassingsplan als terugvaloptie zonder veel vertraging worden vastgesteld.

Brief

Gedeputeerde Staten hebben hun standpunt in een brief aan het college van Leiden kenbaar gemaakt. Zodra deze brief openbaar is, kunt u hem nalezen op de website van de provincie Zuid-Holland: www.zuid-holland.nl




Provincie Zuid-Holland