Wageningen Universiteit en Researchcentrum Persbericht Wageningen UR, nr 056, 14 oktober 2010.

PLoS embargo tot donderdag 14 oktober, 23 uur.

Onderzoekers vinden verklaring voor opmars van garnalenvirus

Het garnalenvirus WSSV pakt wereldwijd desastreus uit voor de garnalenteelt. Erger, naarmate de epidemie vordert, wordt het virus agressiever - dit in tegenstelling tot andere virussen, zoals het griepvirus, die geleidelijk uitdoven. Onderzoekers van Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR, hebben de genetische en geografische gang van het garnalenvirus vanuit het oorsprongsgebied gereconstrueerd en zien hoe het genoom van het virus in de tijd, opvallend genoeg, krimpt. Zij publiceren hun bevindingen vandaag in de online editie van het tijdschrift PLoS One.

Het witte vlekken syndroom virus (white spot syndrome virus, WSSV) is een merkwaardige, maar ernstige ziekmaker onder garnalen. Het virus lijkt een gevaarlijker bedreiging voor de garnalenteelt te worden, wanneer het langer rondwaart. Aanvankelijk valt de virulentie mee, om zich later op andere plaatsen heftig te manifesteren. Gedocumenteerde uitbraken in 1992 (China) en 1999 (Ecuador) tonen een daling met tweederde van de lokale garnalenproductie in de jaren na de uitbraak. Inmiddels heeft het virus zich vanuit Taiwan wereldwijd verspreid, en heeft het ook wilde garnalenpopulaties in Europa bereikt.

Onderzoekers van Wageningen University namen in vijf Aziatische landen monsters van het virus in garnalenkwekerijen. Zij vergeleken die onderling en met literatuurgegevens van virussen uit Taiwan, China en Thailand. Op die manier konden zij ophelderen welke veranderingen zich in de diverse viruspopulaties voltrokken hadden sinds het virus ontdekt was in garnalenpopulaties van Taiwanese kwekerijen in 1992.

Deleties

Het genoom van het WSSV virus kent variabele gebieden, die zich vooral van elkaar onderscheiden door het ontbreken van stukjes DNA, zgn. deleties Door een tijdreeks van virusmonsters op te stellen vonden de onderzoekers een opmerkelijk patroon. Zij constateren dat er aanvankelijk veel DNA-stukjes uit het virusgenoom verdwijnen, maar dat die afbrokkeling gestaag afneemt. Uit proeven met garnalen blijkt dat de virulentie tegelijk toeneemt.

Beide veranderingen lijken evolutionaire aanpassingen van het virus aan de garnalenteelt. Ook lijkt het virus zich vaak in korte tijd over lange afstanden te hebben verspreid, wat wijst op transport van besmette garnalen Het voorkomen van virusverspreiding is een belangrijk verbeterpunt voor het bestrijden van toekomstige virusuitbraken in de garnalenproductie.

In het afgelopen decennium is de mondiale garnalenproductie verdrievoudigd. Bedroeg de totale geproduceerde massa garnalen in de jaren '90 nog ca. 750.000 ton, in de laatste vijf jaar is die hoeveelheid gestegen tot boven de drie miljard ton.