Rechtbank Maastricht


Moord, poging tot moord, mishandeling

De rechtbank acht bewezen dat verdachte op 28 februari 2010 in Heerlen een moord heeft gepleegd en in Utrecht heeft geprobeerd iemand te vermoorden. Enkele dagen later heeft hij iemand mishandeld.

Moord is een zeer ernstig strafbaar feit, waarvan de gevolgen onomkeerbaar zijn. Aan de nabestaanden is met het wegvallen van hun broer veel leed berokkend, zoals onder meer gebleken is uit de slachtofferverklaringen. De poging moord op het slachtoffer in Utrecht heeft het slachtoffer en vele getuigen geschokt.

De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken van een andere poging tot moord en een poging tot doodslag omdat verdachte bij die pogingen een ondeugdelijk middel heeft gebruikt.

Volgens deskundigen lijdt verdachte aan een zeer ernstige psychiatrische stoornis die beheerst wordt door paranoïde wanen. Het contact met de werkelijkheid is volledig verstoord. De deskundigen beschrijven het ziekteproces van verdachte als chronisch en zeer ernstig. Ter zitting hebben zij nog eens onderstreept dat er voor verdachte geen enkele "winst" te behalen was bij het plegen van deze feiten, wat er volgens de rechtbank op duidt dat verdachte geen andere keuze had dan het uitvoeren van opdrachten die voortkwamen uit de eigen wanen. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat verdachte als volledig ontoerekeningsvatbaar moet worden beschouwd en het bewezen geachte hem om die reden niet kan worden toegerekend. Verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging.

De deskundigen beschrijven verdachte als uiterst gevaarlijk. Zonder ingrijpen c.q. behandeling is de kans dat verdachte in de toekomst tot zeer vergaande geweldsdelicten ten opzichte van volstrekt willekeurige slachtoffers komt in zeer sterke mate aanwezig. Behandeling in een gesloten hoogbeveiligde justitiële inrichting dan wel forensisch psychiatrische kliniek is nodig. Daarbij moet rekening gehouden worden met een lange behandelduur, waarbij, zolang op de belevingswereld van onderzochte geen of onvolledig zicht wordt verkregen, de bescherming van de samenleving voorop dient te staan. De rechtbank deelt deze conclusie ten volle. Zij heeft daarom gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en van overheidswege zal worden verpleegd.

Ter zitting heeft de officier van justitie het opleggen van een levenslange gevangenisstraf gevorderd. Nu verdachte ontoerekeningsvatbaar is verklaard, is er geen ruimte meer voor het opleggen van gevangenisstraf.

LJ Nummer

BO0533

Zie het origineel
Bron: Rechtbank Maastricht Datum actualiteit: 15 oktober 2010 Naar boven