Gemeente Utrecht

Energie centraal in duurzaamheidsaanpak Utrecht

Met concrete voorstellen en maatregelen die zich in de praktijk hebben bewezen wil Utrecht de uitstoot van broeikasgassen in de stad in tien jaar met 30% terugdringen. Energiebesparing en het opwekken van schone energie staan centraal in het Duurzaamheidsplan 2010-2014 van het college van burgemeester en wethouders. Nadruk ligt op het verduurzamen van bestaande woningen en gebouwen, de bedrijvigheid, de mobiliteit in de stad en de eigen gemeentelijke organisatie.

Mirjam de Rijk, wethouder Economie en Duurzaamheid: "Het motto is: niet het wiel opnieuw uit vinden, maar alles wat werkt gewoon dóen! We gaan aan de slag met succesvolle ervaringen van hier en elders in het land. Duurzaamheid is speerpunt van ons collegebeleid. Dat levert werkgelegenheid op, een moderne economie en lagere energielasten voor onze bewoners."

Energiebesparing woningen
Het merendeel van de Utrechtse woningen gebruikt onnodig veel energie. Met woningisolatie is heel veel te bereiken. Technieken daarvoor zijn volop beschikbaar. Over energiemaatregelen maakt de gemeente prestatieafspraken met de Utrechtse woningcorporaties. De gemeente gaat bewonersinitiatieven faciliteren en stimuleert het gebruik van bestaande subsidieregelingen, promoot slimme financiële bekostigingsconstructies en maakt de resultaten van project Wijk West Energieneutraal beschikbaar voor andere wijken. Voor de historische binnenstad komt er een apart actieplan duurzaamheid.

Verduurzamen van bedrijvigheid
Uit landelijk onderzoek blijkt dat bij bedrijven de komende jaren tot 30% reductie van broeikasgassen te bereiken is. De gemeente wil hierover afspraken maken met het Utrechtse bedrijfsleven en gaat bedrijven, maar ook bijvoorbeeld zorginstellingen stimuleren energiemaatregelen te nemen. Op bedrijfsterreinen komen intelligente elektriciteitsnetwerken, waarbij bedrijven gebruik maken van elkaars elektriciteits- en warmteoverschot. Ook zal de Wet milieubeheer sterker worden gehandhaafd.

Energiezuinige mobiliteit
Om de CO2 uitstoot van auto's te verminderen stimuleert de gemeente elektrisch vervoer op groene stroom van auto's en scooters en het gebruik van openbaar vervoer en fiets.

Een duurzame gemeentelijke organisatie
De gemeente wil de eigen organisatie in 2012 'klimaatneutraal maken'. Het nieuwe stadskantoor wordt van deze ambitie hét voorbeeld. Daarnaast gaat het ook om het gemeentelijk inkoopbeleid, versnelde vervanging van de openbare verlichting en het gemeentelijk wagenpark, en energiebesparing in nieuw en bestaand gemeentelijk vastgoed (waaronder schoolgebouwen).

Schone energieopwekking
Naast energiebesparing wil Utrecht vaart maken met duurzame energie. Warmte/koudeopslag, windenergie, zonne-energie en stadsverwarming bieden mogelijkheden de energievoorziening in Utrecht te verduurzamen. Utrecht wil -samen met Nuon en Eneco- de elektriciteitscentrale op Lage Weide vergroenen. De gemeente haakt in op bestaande (markt- en particuliere) initiatieven voor windenergie. Met de provincie onderzoekt Utrecht de uitbreiding van warmte/koudeopslag en het gebruik van geothermie.

Inzet van financiële middelen
Voor vrijwel alle energiemaatregelen geldt dat ze zichzelf op termijn terugverdienen. Bij de start van dit college is al besloten om een duurzaamheidsfonds van 6,5 miljoen euro per jaar op te zetten. Het is bedoeld om (investerings)barrières bij bewoners en bedrijven op te ruimen en te organiseren dat maatregelen, die allang op de plank liggen, werkelijk genomen worden. Een deel van het fonds wordt revolverend ingezet, of te wel in de vorm van een lening die weer wordt terugbetaald. Het duurzaamheidsfonds versterkt de regierol van de gemeente bij de duurzaamheidsaanpak in de stad.

Procedure
Op basis van de reacties op het conceptplan stelt het college (naar verwachting in december 2010) een definitief plan vast dat ter besluitvorming aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Uitvoering vergt nauwe samenwerking met bewoners, woningcorporaties, bedrijven, kennisinstellingen, milieuorganisaties en andere overheden.