Gemeente Apeldoorn

College van Burgemeester en wethouders
oktober 2010
1. Een ingewikkelde én uitdagende opgave

Op 22 april 2010 hebben de voorzitters van de gemeenteraadsfracties van CDA, VVD, PvdA, D66 en Christenunie het bestuursakkoord 2010-2014 "Veerkracht en Verbinding" van een handtekening voorzien.

Centraal thema in het bestuursakkoord is de andere gemeente.

Een gemeente die durft los te laten maar er wél is als het echt moet. Een gemeente die de focus verlegt naar de plekken waar mensen leven, werken en elkaar ontmoeten. Een gemeente die zich niet onderscheidt door plannen en processen maar door excellente uitvoering. Een gemeente die meer kwaliteit levert voor minder geld.

In het bestuursakkoord wordt het accent gelegd op de thema's wijken, wonen en werken. De beoogde andere gemeente moet letterlijk en figuurlijk dichter bij de mensen worden georganiseerd. Er moet op maat gebouwd worden terwijl iedereen die kan werken, ook echt aan het werk moet. De coalitiepartijen willen dat het politiek bestuur wordt bijgestaan door een compacte en slagvaardige ambtelijke organisatie. Ons college is gevraagd om het centrale thema en de accenten uit het bestuursakkoord om te zetten in een concreet en compact collegewerkprogramma.

Buiten deze inleiding bestaat dit collegewerkprogramma uit twee delen. In het eerste deel proberen wij het centrale thema en de accenten uit het bestuursakkoord handen en voeten te geven. Aan de orde komt de vraag waar wij als gemeente Apeldoorn in 2014 willen staan en - zeker zo relevant - hoe wij daar denken te komen. Achtereenvolgens passeren de thema's stijl van besturen (1), wijken (2), wonen (3), werk (4) en de gemeentelijke organisatie (5) de revue. In het tweede deel van ons werkprogramma voegen wij de daad bij het woord en formuleren wij 23 concrete actiepunten. Deze actiepunten zijn voorzien van een planning.

Zoals aangegeven richten wij ons in dit werkplan op de speerpunten uit het bestuursakkoord. Dit impliceert dat niet alle facetten van ons werk aan de orde komen. Hiervoor verwijzen wij u naar de Meerjaren programma begroting.

Het behoeft geen nader betoog dat de financiële tegenwind een stevige hypotheek legt op de komende bestuursperiode. Er komt minder binnen. Hoeveel minder is op het moment van schrijven niet helder. De inkt van het nieuwe regeerakkoord is amper droog; de provincie Gelderland overweegt om méér zaken over te laten aan de gemeenten terwijl de Apeldoornse gemeenteraad is gestart met een fundamentele kerntakendiscussie. Deze ontwikkelingen maken dat wij dit collegewerkprogramma toch enigszins op de tast hebben moeten schrijven. Na presentatie van het regeerakkoord, vaststelling van de provinciale bezuinigingsvoorstellen en de afronding van de kerntakendiscussie verschijnt er daarom een update. Ook is het ons voornemen om de gemeenteraad periodiek te informeren over de voortgang van de realisering van het bestuursakkoord.

Tot slot. Het gaat een ingewikkelde bestuursperiode worden. Daar is ons college zich ten volle van bewust. De broekriem wordt over de volle breedte aangetrokken. Dat vraagt om daadkracht van ons als verantwoordelijk bestuur. Dat vraagt om veerkracht van de samenleving. Dat vraagt bovenal om verbinding. Het tot stand brengen van de gewenste verbinding beschouwen wij als de belangrijkste opgave voor ons college. Dat is ingewikkeld maar bovenal uitdagend.

2. Een veerkrachtige samenleving, een verbindende gemeente

2.1. De andere gemeente

Rode draad in het bestuursakkoord is de andere gemeente. Een gemeente die durft los te laten. Natuurlijk speelt het verslechterend financieel perspectief mee maar deze keuze heeft ook absoluut een inhoudelijke achtergrond. De afgelopen jaren hebben wij ons té nadrukkelijk gepresenteerd als de 'all over' probleemoplosser. Daarmee hebben wij onvoldoende oog gehad voor de kracht van de samenleving.

Dat wordt anders. Wij willen in de komende bestuursperiode toe naar een samenleving die, zonder tussenkomst van de overheid, ook zélf problemen oplost. Dit houdt in dat subsidies en andere vormen van overheidssteun niet langer vanzelfsprekend zijn. Een ieder is op de eerste plaats zélf verantwoordelijk voor het inrichten van zijn of haar leven en het samen met anderen vormgeven van de leefomgeving. Meer samenleving en zelfredzaamheid, minder overheid. Daar waar wij probeerden om beweging te krijgen vanuit beleid willen wij nu vanuit beweging naar beleid. Overheidssturing wordt maatschappelijke sturing.

Wij willen loslaten, maar als het echt nodig is dan willen wij er voor de volle 100% zijn. Daarmee ligt de komende jaren de focus op zaken die er écht toe doen. Op veiligheid, op de kwaliteit van de openbare ruimte en op de zorg voor de meest kwetsbare groepen. Dit alles impliceert dat wij de komende periode meer laten dan doen. Maar wat wij doen, doen wij goed. Wij blijven ons met volle kracht inzetten voor een goede dienstverlening in de meest brede zin van het woord.

Politiek van gebeurtenissen

Bij de andere gemeente hoort een andere vorm van leiderschap. In de komende periode willen wij de politiek van de regels zoveel als mogelijk loslaten en ons richten op de politiek van gebeurtenissen. Wij willen niet louter besturen op basis van regels, maar op basis van het politieke debat, de democratische dialoog en de feiten. Als een ijscoboer zich meldt voor een kraampje op het Stationsplein zeggen wij gewoon ja of nee. Daar stellen wij niet langer projectgroepen voor in. Wij gaan minder praten, minder schrijven en meer doen. Wij gaan de stad met een open vizier besturen en willen hierbij ondersteund worden door een ambtelijke organisatie die denkt in oplossingen in plaats van problemen. Een organisatie die bereid is om het aanwezige vakmanschap te delen met de samenleving.

Naast andere vormen van leiderschap willen wij ook toe naar nieuwe vormen van communicatie. In de vorige - post-Reesink - periode hebben wij als college geprobeerd om weer 'on speaking terms' te komen met de samenleving. Deze intentie werd gewaardeerd. Daar willen wij mee verder, dat willen wij ook verdiepen. Wij willen verbindend communiceren. Dit betekent dat wij niet alleen genomen besluiten openbaar maken en toelichten maar dat wij ook, meer dan in het verleden, dilemma's, overwegingen en alternatieven over het voetlicht brengen. Dat verbindend communiceren doen wij niet alleen via de geëigende kanalen, maar ook via digitale netwerken op lokale schaal. En daar stellen wij ons op als één van de spelers en niet langer als dé alles bepalende overheid.

Ons bestuurlijk werk zal in de komende periode meer dan ooit onder het vergrootglas komen te liggen. Er is sprake van een dubbele opgave. Wij moeten niet alleen met gezag kunnen legitimeren waarom wij zaken niet doen; alles wat wij wel doen moeten wij ook kunnen duiden. Ook het doen en laten van ons college zal volop in beeld komen. Wij gaan onze bestedingen nadrukkelijk en nauwgezet screenen op 'niet bij de tijdgeest passende initiatieven en activiteiten'.

Een nadere concretisering van bovenomschreven intenties treft u aan in deel 3 (actiepunten 1 tot en met 4)

2. Krachtwijken, prachtdorpen

Apeldoorn onderscheidt zich van andere grote steden door de aanwezigheid van krachtige wijken en prachtige dorpen. De inwoners van die Apeldoornse wijken en dorpen kennen de eigen buurt en het eigen dorp het beste. Zij ervaren de problemen aan den lijve en zien het snelst oplossingen. Streven is om deze kennis en ervaring productief te maken. Daarom willen wij sneller en beter weten wat er speelt. Dit betekent dat wij in de komende periode meer en betere verbindingen gaan leggen met de wijken en dorpen. Hiervoor zetten wij, naast de bekende kanalen als de dorps- en stadsdeelraden en de stadsdeelmanagers, nieuwe (sociale) media in. Dit alles betekent ook dat wij onze huidige participatie-instrumenten eens goed tegen het licht gaan houden. Geen inspraak om de inspraak, maar verbindend communiceren is daarbij het vertrekpunt.

Wij gaan de gemeente de komende jaren dichter bij de mensen organiseren. Wij investeren in zichtbaarheid. Het accent ligt op de straat. Onze mensen op die straat houden de ogen en de oren open en maken dat wat zij horen en zien productief. In organisatorisch opzicht gaan wij proberen om verbinding te leggen tussen het fysieke werk aan de openbare ruimte en het maatschappelijk en sociaal- cultureel werk in de wijk. En hierbij staat niet het proces maar het product centraal. Trefwoorden: kleinschalig, toegankelijk, zonder schotten.

Wij willen toe naar veilige, schone en sociaal sterke wijken en dorpen. En dat doel willen wij samen met de inwoners bereiken. Zoals geschreven leggen wij het accent op straat. Toezicht en handhaving worden op wijkniveau ingezet. In overleg met bewoners wordt maatwerk geleverd.

De beoogde andere gemeente is in onze ogen een gemeente die durft los te laten. En dat loslaten gaan wij ook op wijkniveau in praktijk brengen. Wij laten meer over aan wijkbewoners, bedrijven en instellingen. Wij denken hierbij aan de exploitatie van wijkvoorzieningen, aan het onderhoud van groenvoorzieningen boven het basisniveau en aan vormen van buurtbeveiliging. Loslaten betekent ook dat wij de wijken en de dorpen méér zeggenschap geven over de budgetten en de inzet van de gemeentelijke diensten in wijk en dorp. Het is niet nodig om alles centraal vanuit het gemeentehuis te regelen. Motto is ook hier 'hands on', geen processen maar producten. Voor de wijk, door de wijk.

De focus die wij op onze wijken en dorpen leggen heeft consequenties voor de gemeentelijke organisatie en die van onze partners in de wijk. Wij willen af van de verkokering. Externe zichtbaarheid begint intern. Externe zichtbaarheid begint bij ambtelijke diensten en partners die elkáár op een productieve wijze weten te vinden. 'Fysiek en 'sociaal' vinden elkaar buiten alleen als ze óók op kantoor bij elkaar kunnen binnenlopen. Wij denken dat er met de bestaande stadsdeelaanpak een fundament ligt waarop goed verder kan worden gebouwd.

Met de hier genoemde voorstellen voor het wijkgericht werken geven wij invulling aan de afspraak uit het bestuursakkoord om de raad in de zomer van 2010 een plan van het aanpak voor het wijkgericht werken te presenteren.

Een nadere concretisering van bovenomschreven intenties treft u aan in deel 3 (actiepunten 5 en 6)

3. Wonen op maat

De coalitiepartijen geven in het bestuursakkoord aan dat over vier jaar iedereen in de woning zit waar hij of zij graag wil en kan wonen. Dat is nobel en ambitieus maar of dat helemaal gaat lukken....Hoe het ook zij, wij zien het als een oproep om alles uit de kast te halen om de woningmarkt vlot te trekken. En aan die oproep komen wij vanzelfsprekend tegemoet. Dit echter wel in het besef dat wij als gemeente zelf, geen huizen bouwen.

Met elkaar, gemeente en partners, staan wij voor een lastige opgave. De woningmarkt zit op slot. Onzekerheid over de eigen positie, het lastiger kunnen verkrijgen van een hypotheek en minder vertrouwen in de waardevastheid van onroerend goed, zijn hier debet aan. Bouwprojecten komen moeilijker van de grond. Ook de huurmarkt zit vast. De wachttijden zijn (te) lang. Het voornemen van de regering om een inkomensgrens van E 33.000,-- vast te stellen voor huurwoningen zal de druk mogelijk iets doen afnemen, maar de problemen niet oplossen.

Daar is meer voor nodig. Wij gaan onze regierol versterken en maken kraakheldere afspraken met de marktpartijen. Wij stellen daartoe een, niet vrijblijvende, woonagenda op. Wij zorgen er voor dat er voldoende bouwlocaties beschikbaar zijn. Wij stoppen met het stapelen van ambities en gaan na welke, door de gemeente beïnvloedbare, belemmeringen weggenomen kunnen worden. Daar waar mogelijk trekken wij in regionaal verband op. De woningmarkt laat zich immers niet door gemeentegrenzen leiden. Streven is om ons woonbeleid in maximale dialoog met de raad vorm te geven.

Ons college wil op maat bouwen. Wij richten ons hierbij zowel op de koop- als op de huurmarkt. Voor de koopmarkt betekent dit dat wij meer nadruk leggen op het, voor starters en doorstromers, betaalbare segment. Dit betekent dat bij nieuwbouwlocaties niet het rendement leidend is, maar de behoefte op de markt. Waar een wil is, is een woning! Wij hebben de marktpartijen inmiddels gevraagd om met voorstellen te komen. Streven is ook om de sociale woningbouw meer in overeenstemming met de vraag te brengen. Verder zet het college nadrukkelijk in op de bestaande woningen. Onze gemeente kenmerkt zich door een grote voorraad aan woningen uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. De aantrekkelijkheid van deze woningen neemt af. Wij brengen de staat waarin deze woningen verkeren in kaart. Dat doet ons college samen met de particuliere aanbieders en met de woningbouwcorporaties. Vervolgens gaan wij bekijken hoe wij de aantrekkingskracht van deze woningen kunnen behouden en zo nodig vergroten.

Apeldoorn wil in 2020 energieneutraal te zijn. De technologische ontwikkelingen op dit terrein volgen elkaar in een hoog tempo op. Hierdoor ontstaan er nieuwe kansen om dit ambitieuze streven ook daadwerkelijk handen en voeten te geven. Ons college wil deze kansen benutten.

Ruim baan voor jongeren én ouderen

Het accent blijft onverminderd liggen op de positie van de jongeren op de woningmarkt. Die krijgen ruim baan. Ambitie is om te komen tot een blijvend positief vestigingssaldo van de 25-35 jarigen (jonge gezinnen). Het vestigingstekort in de leeftijdscategorie 18-24 jarigen buigen wij om naar een vestigingsoverschot. Indien nodig komen wij hiervoor met onconventionele oplossingen. Met de woningbouwcorporaties maken wij afspraken over het 'labelen' van complexen voor jongeren. Tijdelijke oplossingen gaan wij omzetten in permanente voorzieningen.

Apeldoorn kent een jonge vlucht maar tegelijkertijd is er ook sprake van een grijze golf. Ook de groeiende groep ouderen willen wij adequaat huisvesten. Trefwoord hierbij is diversiteit. Niet alle ouderen zijn op zoek naar een appartement. Op dit moment voeren wij een onderzoek uit naar de woonwensen van ouderen. Indien nodig wordt het woningbouwprogramma aangepast.

Gemeentelijk vastgoed

Als gemeente bouwen wij geen woningen. De gemeente bezit echter wel vastgoed. Opzet is om dit vastgoed optimaal maatschappelijk te laten renderen. Dit vraagt om organisatorische aanpassingen in eigen huis. Nu is de verantwoordelijkheid nog binnen diverse diensten georganiseerd. Dat gaan wij anders doen.

Een nadere concretisering van bovenomschreven intenties treft u aan in deel 3 (actiepunten 7 tot en met 12)

4. Iedereen aan de slag

Apeldoorn is van oudsher een arbeidsplaatsenmotor. Ruim 90.000 mensen verdienen een boterham in onze gemeente. Dat willen wij graag zo houden. Maar de motor hapert. En dat is niet alleen te wijten aan de economische crisis. Er speelt meer. Recent onderzoek wijst uit dat onze potentiële beroepsbevolking daalt. Apeldoorn telt te weinig goed opgeleide jongeren. En dit beeld lijkt zich in de toekomst te continueren. Dit betekent dat Apeldoorn, bij een aantrekkende vraag naar arbeidskrachten, niet kan leveren.

De afgelopen jaren hebben raad en college zich ingespannen om het tij te doen keren. Er zijn, als het gaat om het binnenhalen van het noodzakelijke HBO, prille successen geboekt. Maar er moet meer gebeuren om de relatie onderwijs - arbeidsmarkt te versterken. Daartoe treedt ons college op de kortst mogelijke termijn nader in overleg met de partners op het terrein van onderwijs en het bedrijfsleven. In samenwerking met hen gaan wij het behalen van een startkwalificatie agenderen en het vroegtijdig schoolverlaten een halt toe roepen. Ook maken wij van de kwaliteit van het onderwijs een permanent gespreksthema. Vanzelfsprekend blijft ons college 'duwen en trekken' aan het hoger onderwijs. Met het bedrijfsleven zullen wij, los van de bestaande vakopleidingen, ook inzetten op de komst van businessschools en kennisinstituten.

De coalitiepartijen geven in het bestuursakkoord aan dat de rode loper uit moet voor het bedrijfsleven. De afgelopen jaren heeft het college geïnvesteerd in de relatie met het bedrijfsleven. Dat is gezien en dat is gewaardeerd, zo mochten wij vernemen. Wij zijn 'on speaking terms' met elkaar. En dat is wel eens anders geweest. Maar wij willen verder, wij willen meer. Samen met het bedrijfsleven gaan wij actief op zoek naar regels en verordeningen die een belemmering vormen voor een verdere economische ontwikkeling. Ook werpen wij, meer dan in het verleden, een blik over de schutting. Wij gaan actief op zoek naar best-practices. En vervolgens gaan wij daar mee aan de slag. Ons acquisitiebeleid gaat ons college meer specifiek inrichten. Accent komt te liggen op de zorg, de maakindustrie, ict en op transport en logistiek.

Bijzondere aandacht besteden wij aan het thema innovatie. Onze gemeente scoort bovengemiddeld op de aanwezigheid van bedrijven die innoverende technieken toepassen in de productie. Het college gaat deze bedrijven vragen wat er samen ondernomen kan worden om onze positie op dit terrein te versterken.

Bij onze acties op het terrein van het onderwijs, de arbeidsmarkt en de economie trekt ons college daar waar mogelijk in regionaal verband op. Onderwijs, de arbeidsmarkt en de economie stoppen immers niet bij de gemeentegrenzen. Bovendien wordt de Stedendriehoek buiten onze regio steeds meer als één samenhangend gebied gezien.

Iedereen actief

De beste sociale voorziening is het hebben van regulier werk, zo is onze overtuiging. We hebben straks iedereen nodig op de arbeidsmarkt. De beperkte financiële middelen en de huidige laagconjunctuur dwingen ons om bij de reïntegratie nu voorrang te geven aan mensen met een korte afstand tot arbeidsmarkt. Maar we gaan ook actief met werkgevers aan de slag om 'werken naar vermogen' te realiseren voor mensen die, bijvoorbeeld als gevolg van een arbeidsbeperking onvoldoende in staat zijn om het minimumloon te verdienen en begeleiding nodig hebben. Hiermee sorteren we voor op de periode waarin de arbeidsmarkt aantrekt en er ook door vergrijzing en ontgroening voor hen nieuwe kansen ontstaan. Voor hen aan wie de arbeidsmarkt niet of nauwelijks perspectief biedt, gaan wij een aanpak ontwikkelen op het snijvlak van WMO en WWB. Trefwoord is ook hier maatwerk.

Als het gaat om werk kijkt ons college niet alleen naar het betaalde werk. Vrijwilligers en verenigingen staan aan de basis van onze sterke sociale infrastructuur. Ons college gaat er in de komende periode alles aan doen om deze basis ook sterk te houden.

Een nadere concretisering van bovenomschreven intenties treft u aan in deel 3 (actiepunten 13 tot en met 18)

5. Naar een transparante en compacte organisatie

Het bestuurlijk streven om te komen tot een andere gemeente heeft consequenties voor de ambtelijke organisatie. Loslaten betekent dat wij niet langer 'voor alles en nog wat' oplossingen en regelingen bedenken. Tegelijkertijd willen wij dat wat wij wél doen, goed doen. Met de ambtelijke organisatie gaan wij nadrukkelijk bezien hoe wij deze intenties ook organisatorisch kunnen vormgeven. Wij hebben elkaar nodig. Wij willen toe naar een organisatie die ons met elan en daadkracht ter zijde staat. Een organisatie die ons scherp houdt en tegenspraak levert als het nodig is. Een organisatie die de politiek van de regels durft in te ruilen voor een politiek van de gebeurtenissen.

Vier vertrekpunten staan hierbij centraal.

. Minder beleid, een goede dienstverlening: van beleid kan alleen sprake zijn als daar expliciet om wordt gevraagd door het bestuur. Het bestuursakkoord en dit college-werkprogramma zijn hierbij leidend. Zoals eerder beschreven ligt het accent de komende vier jaar op de uitvoering. Onder het motto 'dienstbaar en zichtbaar' streven bestuur en ambtelijke organisatie een excellente dienstverlening over de volle breedte na. . Compact en flexibel: de veranderende rol van de overheid vraagt om een ambtelijk apparaat met het vermogen om adequaat te anticiperen op de omgeving. Wij willen toe naar een compacte en flexibele organisatie. Ons college staat een verbindende bestuursstijl voor. . Versterking concernsturing: door 'corporate' processen als inkoop, ICT, personeelsbeleid en communicatie meer centraal te positioneren willen wij de concernsturing versterken. Projecten worden integraal gestuurd, wij roepen de verkokering een halt toe. Organisatorisch komt er een sterk accent te liggen op het bij elkaar brengen van 'fysiek' en 'sociaal'. . Regionale samenwerking: daar waar mogelijk gaan wij kijken of uitvoeringstaken op regionale schaal kunnen worden uitgevoerd. Op sociaal terrein gebeurt dit inmiddels volop. Deze ervaringen geven ons aanleiding om alert te zijn op andere mogelijkheden.

Uit bovenstaande volgt dat, naar de mening van ons college, een proces van organisatieverandering onontkoombaar is. Even onontkoombaar is een reductie van het aantal arbeidsplaatsen bij de gemeente Apeldoorn. Vooruitlopende op de kerntakendiscussie heeft ons college, direct na het aantreden, een vacaturestop ingesteld. Met deze vacaturestop hebben wij een signaal afgegeven. Wij hebben duidelijk willen maken dat het menens is. Er breken daadwerkelijk andere tijden aan.

En vanzelfsprekend nemen wij het proces van formatievermindering met aandacht ter hand. Wij zetten hierbij maximaal in op het vergroten van de interne mobiliteit. Wij vrezen echter dat de taakstellingen ten aanzien van de ambtelijke formatie niet louter door natuurlijk verloop geëffectueerd kunnen worden.

Wij treden permanent in overleg met de ambtelijke leiding en met de Ondernemingsraad

Een nadere concretisering van bovenomschreven intenties treft u aan in deel 3 (actiepunten 18 tot en met 23) 3. De daad bij het woord: actieplan 2010-2014

1. De andere gemeente

|1. Veiligheid is van ons allemaal                                     |
|Doel: het genereren van een gezamenlijke verantwoordelijkheid, komen  |
|tot een nadere invulling van de gemeentelijke regierol.               |
|Toelichting: naast de inzet van professionals gaan wij inwoners,      |
|instellingen en bedrijven bewegen om ons mee te helpen de problemen op|
|het gebied van integrale veiligheid aan te pakken. Bij het benoemen   |
|van de problemen laten wij ons niet louter leiden door                |
|politiestatistieken en andere onderzoeken maar óók door de mening van |
|de samenleving. Als gemeente vervullen wij een initiërende en         |
|ondersteunende rol en zorgen wij voor samenhang en verbinding.        |
|In tijd: de nieuwe werkwijze wordt in overleg met de raad vastgelegd  |
|in een nieuw programma veiligheid 2011-2014. Eind 2010 ontvangt de    |
|gemeenteraad daartoe een voorstel.                                    |
|2. Iedereen doet mee                                                  |
|Doel: investeren in de kracht van de samenleving                      |
|Toelichting: bezuinigingen op de AWBZ maken dat burgers minder        |
|begeleiding en ondersteuning ontvangen. Hierdoor is een ruimer beroep |
|op de zelfredzaamheid noodzakelijk. Onze visie hebben wij inmiddels   |
|neergelegd in de nota "Iedereen doet mee". Bij het zoeken naar        |
|oplossingen komen, wat ons betreft, achtereenvolgens de eigen         |
|mogelijkheden, het eigen sociale netwerk, algemene voorzieningen,     |
|collectieve voorzieningen en éérst daarna individuele voorzieningen in|
|beeld. Met het - op deze wijze - opvangen van de AWBZ maatregelen     |
|sorteren wij voor op een totale rolverandering binnen het gehele      |
|sociale domein. Ook 'de kanteling van de WMO' en de maatschappelijke  |
|opvang willen wij in dit perspectief bezien.                          |
|In tijd: wij hebben de gemeenteraad tijdens het zomerreces de nota    |
|"Iedereen doet mee" toegezonden. Moment van behandeling is aan de     |
|raad.                                                                 |
|3. Vermindering regeldruk                                             |
|Doel: minder administratieve lasten voor burgers, ondernemers én de   |
|gemeente.                                                             |
|Toelichting: wij gaan de komende vier jaren de toegevoegde waarde van |
|iedere nieuwe regel nadrukkelijk screenen. Regels die belemmerend zijn|
|voor ontplooiing van de wijken, het herstel van de economie en de     |
|voortgang van de woningbouwproductie worden kritisch bezien en zonodig|
|aangepast of afgeschaft. Wij volgen ontwikkelingen elders en richten  |
|een regiepunt best-practices vermindering regeldruk in. Goede         |
|voorbeelden nemen wij over.                                           |
|In tijd: het regiepunt is inmiddels operationeel en zal de raad op    |
|gezette tijden informeren over de voortgang.                          |
|4. Meer vertrouwen, minder controle, anders vergunnen                 |
|Doel: vereenvoudiging en versnelling aanvraagprocedures.              |
|Toelichting: door 'rolomkering' bij het verlenen van de               |
|bijstandsuitkering wordt de verantwoordelijkheid voor de juistheid van|
|de informatie bij de burger zélf gelegd. Controle vindt achteraf en   |
|steeksproefsgewijs plaats. Wij onderzoeken zowel binnen als buiten het|
|sociale domein, of deze rolomkering breder kan worden toegepast.      |
|                                                                      |
|Ook wordt onderzocht hoe voorkomen kan worden dat de gemeente een     |
|vertragende factor is bij de afgifte van bouwvergunningen. Daartoe    |
|wordt de bouwregelgeving onderzocht en wordt gekeken naar             |
|best-practices.                                                       |
|In tijd: resultaten van de onderzoeken worden vóór het zomerreces van |
|2011 gepresenteerd.                                                   |
2. Krachtwijken, prachtdorpen

|5. Naar een nieuwe stadsdeelaanpak                                    |
|Doel: het vergroten van de wijkinvloed, vermindering centrale sturing |
|vanuit het stadhuis. Vergroten zichtbaarheid van de gemeente in de    |
|wijk.                                                                 |
|Toelichting: de stadsdeelaanpak loopt vier jaar en wordt op dit moment|
|geëvalueerd. Op hetzelfde moment hebben wij nieuwe inzichten verkregen|
|over de verbreding en verdieping van de stadsdeelaanpak die wij in dit|
|werkprogramma hebben verwoord. Daarnaast speelt een kerntakendiscussie|
|die ook haar invloed zal hebben op de rol van de gemeente en de       |
|partners in de wijken.                                                |
|                                                                      |
|Na afronding van de kerntakendiscussie gaan wij onderzoeken welke     |
|mogelijkheden er zijn om zaken concreet over te dragen aan de wijk.   |
|Wij maken hierbij gebruik van best-practices uit andere gemeenten. Wij|
|gaan de invloed van de wijk op de beheersbudgetten van de dienst      |
|Openbare Werken en de afdeling Wijkzaken vergroten. Hiervoor          |
|introduceren wij een menukaart (openbare werken). Op deze wijze       |
|krijgen de bewoners een goed zicht op de keuzemogelijkheden (en op de |
|kosten).                                                              |
|                                                                      |
|Wij streven naar een herkenbare en zichtbare gemeente. Accent in de   |
|communicatie ligt niet op plannen en processen maar op het doen. Via  |
|nieuwe sociale media gaan wij proberen een betere verbinding te       |
|krijgen met de wijken.                                                |
|In tijd: wij leveren de stuurgroep kerntakendiscussie voorbeelden aan |
|van zelfsturing. Begin 2011 wordt aan de hand van het                 |
|collegewerkprogramma, de evaluatie van de stadsdeelaanpak en de       |
|uitkomst van de kerntakendiscussie een dialoog opgestart met dorps- en|
|wijkraden en bewoners over de visie op de vernieuwde stadsdeelaanpak. |
|6. 'Stadsdeelgewijze' organisatie van ons werk                        |
|Doel: vergroten van de zichtbaarheid en de herkenbaarheid van de      |
|gemeente in wijken en dorpen.                                         |
|Toelichting: wij gaan ons werk kleinschaliger organiseren. Wij        |
|constateren dat de gebiedsgerichte aanpak van de dienst Openbare      |
|Werken bijdraagt aan de informele contacten met de wijkbewoners en dat|
|kleine klachten snel worden opgepakt. Deze werkwijze willen wij       |
|verbreden richting sociale kolom.                                     |
|In tijd: per 1 januari 2011 wordt een 'sluitende' buurtaanpak als     |
|'reguliere stadsdeelgewijze werkwijze' van corporaties, politie en    |
|hulpverleningsinstanties ingevoerd. In vier stadsdelen draaien dan    |
|sociale teams. Eveneens per 1 januari 2011 functioneren vier          |
|buurtregisseurs die in navolging van de aanpak in het Vogelkwartier   |
|laagdrempelig en aan huis zorg en activering aan- bieden. Ook start   |
|een wijkgerichte benadering van moeilijk bemiddelbare                 |
|uitkeringsgerechtigden.                                               |
3. Wonen op maat

|7. Eenduidige woonagenda                                              |
|Doel: passende woonruimte voor iedereen.                              |
|Toelichting: wij versterken onze regierol. Daartoe wordt een          |
|woonagenda opgesteld. Deze woonagenda is leidend voor de gemeentelijke|
|inzet en prioriteitstelling. Met de vier grootste woningcorporaties   |
|maken wij prestatie-afspraken over de ambities op het terrein van     |
|beschikbaarheid, betaalbaarheid, kwaliteit en bijzondere doelgroepen. |
|Daartoe is inmiddels een Overleg Wonen Apeldoorn in het leven         |
|geroepen. Met marktpartijen maken wij afspraken over monitoring,      |
|marketing en het uitvoeren van de woonagenda.                         |
|In tijd: wij starten dit najaar met de invulling van de woonagenda.   |
|Allereerst leggen wij het accent op de starters problematiek. Aan de  |
|opvang van studenten wordt inmiddels hard gewerkt. Planning is om de  |
|woonagenda op de kortst mogelijke termijn operationeel te hebben.     |
|8. Stop de jonge vlucht                                               |
|Doel: een blijvend positief vestigingsaldo van 25-35 jarigen (jonge   |
|gezinnen) en het ombuigen van het verstrekoverschot in de             |
|leeftijdsgroep 18-24 jaar naar een vestigingsoverschot.               |
|Toelichting: wij dagen de marktpartijen uit om met vernieuwende       |
|concepten te komen. Wij gaan strakker sturen op de                    |
|woningbouwprogramma's van de nieuwbouwlocaties. Om de doelgroep       |
|jongeren meer kans te geven op de huurmarkt vindt overleg plaats met  |
|de corporaties. Bekeken wordt of het systeem van woningtoewijzing     |
|aanpassing vergt. Met de grootste Apeldoornse bedrijven gaan wij in   |
|overleg over de vraag wat wij als Apeldoorn kunnen bijdragen aan het  |
|huisvesten van aan te trekken personeel. Met marktpartijen gaan wij op|
|zoek naar structurele oplossingen voor de groeiende behoefte aan      |
|studentenhuisvesting.                                                 |
|In tijd: het voorstel 'onconventionele concepten' bieden wij de       |
|gemeenteraad dit najaar ter besluitvorming aan. Hetzelfde geldt voor  |
|het voorstel 'kansen voor jongeren en jonge gezinnen'.                |
|9. Passende woningen voor ouderen                                     |
|Doel: realisatie van passende woningen en woonvoorzieningen voor      |
|ouderen op korte termijn. Intentie blijft om 95% van de ouderen       |
|zelfstandig te laten wonen.                                           |
|Toelichting: wij brengen de behoefte aan de hand van gegevens uit het |
|regionale woningmarktonderzoek in kaart en vertalen deze in de        |
|woningbouwprogrammering. Vanzelfsprekend treden wij terzake in overleg|
|met de marktpartijen.                                                 |
|In tijd: de uitkomsten van het onderzoek worden dit najaar            |
|gepresenteerd.                                                        |
|10. Verbeteren van de bestaande woningvoorraad                        |
|Doel: passende woonruimte voor iedereen.                              |
|Toelichting: wij gaan op zoek naar creatieve methoden om de kwaliteit |
|van de bestaande woningvoorraad te versterken. Wij gaan de corporaties|
|aansporen tot verduurzaming van hun voorraad. Particulieren proberen  |
|wij, ondermeer door middel van het project 'uw woning in de watten',  |
|te verleiden om te investeren in duurzaamheid.                        |
|In tijd: streven komt op de kortst mogelijke termijn aan de orde in   |
|het overleg met de marktpartijen, project 'uw woning in de watten'    |
|wordt inmiddels uitgevoerd.                                           |
|11. Oprichting vastgoedbedrijf Apeldoorn                              |
|Doel: transparantie, betere vastgoedbeslissing, vergroten             |
|maatschappelijk rendement, efficiëntere inzet vastgoed, stabiliteit.  |
|Toelichting: voor het vastgoed is een taakstelling opgenomen van E 4,4|
|miljoen per jaar. Deze is opgebouwd uit diverse deeltaakstellingen.   |
|Inmiddels is E 2 miljoen benoemd. De komende periode wordt al ons     |
|vastgoed gescreend. De technische staat wordt bekeken evenals het     |
|noodzakelijke onderhoud. Eerst daarna kan de taakstelling concreet    |
|worden ingevuld.                                                      |
|In tijd: taakstelling wordt op de kortst mogelijke termijn concreet   |
|gemaakt.                                                              |
|12. Apeldoorn energieneutraal in 2020                                 |
|Doel: Apeldoorn energieneutraal in 2020                               |
|Toelichting: al jaren heeft Apeldoorn de ambitie om in 2020           |
|energieneutraal te zijn. Dit college houdt deze ambitie overeind.     |
|In tijd: eind 2010 leggen wij de raad een routekaart naar             |
|energieneutraliteit waarin staat hoe energieneutraliteit in 2020 kan  |
|worden bereikt, voor.                                                 |
4. Iedereen actief

|13. Oprichting Apeldoorn Perspectief                                  |
|Doel: versterking van de samenwerking met de partners. Gezamenlijke   |
|agenda's, dezelfde speerpunten, afspraken over de uitvoering. Hierbij |
|kijken wij ook over de gemeentegrenzen heen. Arbeidsmarkt en onderwijs|
|zullen zeker op de schaal van Stedendriehoek bekeken moeten worden;   |
|samenwerken met kennisinstellingen op landelijke schaal en            |
|dienstverlening aan ondernemers vooral lokaal                         |
|Toelichting: om de samenwerking met partners te versterken wil het    |
|college 'Apeldoorns Perspectief' oprichten: een platform bestaande uit|
|deelnemers uit het bedrijfsleven, onderwijs en kennisinstituten en    |
|deskundigen.                                                          |
|In tijd: in oktober 2010 starten wij met de selectie van kandidaten   |
|voor het Apeldoorns Perspectief. Streven is om het Apeldoorns         |
|Perspectief medio 2011 operationeel te hebben.                        |
|14. Innovatie                                                         |
|Doel: sterke toekomstbestendige bedrijven die zorgen voor             |
|werkgelegenheid.                                                      |
|Toelichting: het bedrijfsleven/instellingen motiveren en ondersteunen |
|om te gaan innoveren, opdat de werkgelegenheid ook op langere termijn |
|gewaarborgd kan blijven. Hierbij moet geïnvesteerd worden in sectoren |
|die nu al sterk zijn zoals de zorg, de maakindustrie, ict en transport|
|en logistiek. Wij willen van deze bedrijven horen welke rol wij als   |
|gemeente Apeldoorn hierin kunnen en moeten spelen. Om de contacten met|
|deze bedrijven te versterken wordt het accounthouderschap sterker     |
|ingezet.                                                              |
|In tijd: in het najaar 2010 worden 30 bedrijven benaderd om in        |
|samenwerking een 'actieplan innovatie' te ontwikkelen voor genoemde   |
|sectoren. Plan van aanpak is in de eerste helft van 2011 klaar.       |
|15. Wegnemen ruimtelijke belemmeringen bedrijfsleven                  |
|Doel: ruimte voor bedrijvigheid.                                      |
|Toelichting: werkgelegenheid is één van de belangrijkste kaders in het|
|ruimtelijk beleid.                                                    |
|Onderzocht gaat worden welke belemmeringen het gemeentelijk beleid    |
|voor bedrijven (bestaande en nieuwe) oproept. Vertalen van prioriteit |
|werkgelegenheid in de nieuwe structuurvisie                           |
|In tijd: in oktober 2010 wordt een overleg georganiseerd om           |
|belemmeringen in de ruimtelijke sector te inventariseren. Uitvoering  |
|volgt vanaf 2011.                                                     |
|16. Extra inzet op marketing en acquisitie                            |
|Doel: versterken economische positie Apeldoorn .                      |
|Toelichting: Apeldoorn wordt door het bedrijfsleven in Nederland      |
|gezien als een uitstekende vestigingslocatie. Sterke punten zijn:     |
|goede bereikbaarheid, goede locaties, goede stedelijke voorzieningen  |
|en prachtige woonomgeving. Voor de speerpunten wordt een marketing- en|
|acquisitieplan opgesteld. Citymarketing is hier aan gekoppeld.        |
|Planning: de eerste marketingactiviteit wordt opgezet rondom de       |
|wielerzesdaagse in december 2010. Vervolgacties staan gepland vanaf   |
|2011.                                                                 |
|17. Iedereen aan de slag                                              |
|Doel: Het verhogen van de participatiegraad van mensen zonder werk.   |
|Toelichting: de werkgeversdienstverlening waarbinnen gemeentelijke    |
|afdelingen, UWV en Feluagroep samenwerken wordt voortgezet en         |
|versterkt. Onder meer worden de acht grootste bedrijven van Apeldoorn |
|in dit kader bezocht. Verder wordt maximaal ingezet op het verkorten  |
|van de uitkeringsduur en op spoedige terugkeer in het arbeidsproces.  |
|Mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt krijgen gelet op de  |
|beperkte financiële middelen en conjunctuur op korte termijn          |
|prioriteit. De komende maanden worden voortdurend de meest kansrijke  |
|klanten geselecteerd en wordt actie ondernomen om hen te ondersteunen |
|en in stelling te brengen om aan het werk te komen.                   |
|                                                                      |
|Het project "Werken naar vermogen" (pilot Doen) voor mensen met een   |
|arbeidsbeperking start. Met een selectie uit de WWB-, Wajong- en WW   |
|bestanden wordt deze nieuwe aanpak ontwikkeld. Hierbij wel de         |
|kanttekening dat het vervolg in hoge mate afhankelijk is van het      |
|toekomstige rijksbeleid en financiële middelen. Ook de invulling door |
|de werkgevers van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid is hierbij|
|van evident belang.                                                   |
|                                                                      |
|Tenslotte zullen wij voor mensen, voor wie de andere opties geen      |
|soulaas bieden, op het snijvlak van de WWB en de WMO mogelijkheden tot|
|wijkgerichte maatschappelijke participatie ontwikkelen.               |
|Planning: al deze acties zijn of worden in 2010 in gang gezet.        |
|18. Inzet op onderwijs                                                |
|Doel: verhogen van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking.      |
|Toelichting: de rol van de overheid binnen dit thema kan alleen samen |
|met het onderwijs en bedrijfsleven vorm gegeven worden. Wij willen    |
|investeren in jongeren (behalen startkwalificaties, voorkomen van     |
|voortijdig schoolverlaten). De eerste stap is om de overgang van het  |
|vmbo naar het mbo beter te volgen en te verbeteren. Maar ook willen   |
|wij een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit van het  |
|onderwijs. Wij willen onderwijs dat aansluit bij de vraag uit de markt|
|en dat kwalitatief goed aangeschreven staat. Om te beginnen zullen wij|
|werkafspraken maken over het realiseren van stageplaatsen in          |
|kwalitatief en kwantitatief opzicht. Tenslotte zullen wij het gesprek |
|aangaan om het onderwijsaanbod te verbreden (ook op HBO en WO niveau, |
|bekostigd en onbekostigd). Maar ook onderwijsaanbod gericht op        |
|scholing van de zittende beroepsbevolking (beroepsgericht maar        |
|bijvoorbeeld ook taalonderwijs). Wij zullen het bedrijfsleven en het  |
|HBO-onderwijs met elkaar in contact brengen om de ontwikkeling van het|
|HBO aanbod aan te laten sluiten op de vragen en behoeften van het     |
|bedrijfsleven.                                                        |
|In tijd: al deze acties zijn reeds in gang gezet en vergen onze       |
|aandacht gedurende de gehele bestuursperiode.                         |
5. Naar een compacte en flexibele organisatie

|19. Organisatieverandering                                            |
|Doel: aanpassing structuur en cultuur van de organisatie              |
|Toelichting: op het moment van schrijven is er nog geen exact zicht op|
|de omvang van de rijksbezuinigingen. Dit en vanzelfsprekend ook de    |
|uitkomsten van de kerntakendiscussie maken dat het proces van         |
|organisatieverandering op dit moment nog niet goed te duiden is. Vast |
|staat dat ingrijpende maatregelen nodig zijn waarbij het zeer de vraag|
|is of de personeelsreductie met natuurlijk verloop opgevangen kan     |
|worden. De ontwikkelingen inzake de personeelsformatie zullen wij     |
|nauwgezet monitoren.                                                  |
|In tijd: begin 2011 - dus na de uitkomsten van de kerntakendiscussie -|
|zullen de contouren voor de toekomstige organisatie bepaald worden,   |
|waarna de reorganisatie kan worden gestart. Dit vormt overigens geen  |
|beletsel om nu al aan de slag te gaan met de in dit actieprogramma    |
|genoemde onderwerpen die ook gevolgen gaan hebben voor de organisatie.|
|Inmiddels worden het college en de raad via de tussentijdsrapportages |
|geïnformeerd over de ontwikkeling van de formatie en bezetting. In    |
|aanvulling daarop zal het college hierover per kwartaal worden        |
|geïnformeerd.                                                         |
|20. Versterken concernsturing, verlaging apparaatskosten              |
|Doel: vergroten efficiëntie; het realiseren van de taakstelling uit   |
|het bestuursakkoord.                                                  |
|Toelichting: in de context van organisatie en bedrijfsvoering betekent|
|dit vooral steviger kaderstelling bij de bedrijfsvoeringfuncties      |
|financiën, personeel, ICT/informatievoorziening, facilitaire zaken en |
|communicatie. Hierbij zal ook worden ingezet op verbetering van       |
|werkprocessen door middel van de zogenaamde leansystematiek.          |
|                                                                      |
|Wij willen de organisatie meer inrichten op het werken in en aan de   |
|wijken en dorpen opdat 'fysiek' en 'sociaal' elkaar beter weten te    |
|vinden.                                                               |
|                                                                      |
|Voor wat betreft de financiële functie zullen we nagaan of in het     |
|samenspel tussen concernfinanciën en diensten de balans verder kan    |
|worden verbeterd door bij aansluitende werkprocessen overlap te       |
|vermijden. Dit geldt voor de financiële administraties, de afhandeling|
|en digitalisering van facturen, optimalisering van interne controles  |
|en dwanginvordering.                                                  |
|                                                                      |
|Voor wat betreft de personeelsfunctie neemt het belang van adequate   |
|monitoring van en sturing op resultaat toe. Daartoe wordt de          |
|managementinformatie over personeelscapaciteit en andere relevante    |
|personeelsaspecten verbeterd. Het personeelsbeleid wordt aangepast aan|
|een adequate invulling van de personeelsfunctie in een tijd van       |
|bezuiniging. Uiteraard wordt de OR hierbij betrokken. Voor wat betreft|
|de facilitaire functie (inkoop, huisvesting, archief/DIV) zijn al     |
|taakstellingen geformuleerd. Op het terrein van communicatie werken we|
|aan een steviger coördinatie op dit gebied. Ook minder zenden, meer   |
|ontvangen. Minder folders, minder filmpjes, minder weblogs, maar meer |
|participatie in bestaande 'open kanalen'. Ook de concernsturing van de|
|ICT-functie zal ingrijpend veranderen. Die wordt gerealiseerd via het |
|lopende project heroriëntatie-ICT.                                    |
|                                                                      |
|Verlaging overhead: dit onderdeel heeft een grote samenhang met       |
|versterken van de concernsturing en met de organisatieverandering.    |
|Structurele invulling van deze taakstelling zal in dat verband worden |
|uitgewerkt. In afwachting van deze structurele invulling zal deze     |
|taakstelling op incidentele basis worden gerealiseerd. In dit kader   |
|wordt ook gekeken naar mogelijkheden om de kosten van huisvesting     |
|terug te dringen.                                                     |
|In tijd: een eerste verkenning van vormen van interne dienstverlening |
|die zowel door de dienst Middelen als door de vakdiensten worden      |
|uitgeoefend, heeft inmiddels plaatsgevonden. Behoudens voor de        |
|ICT-functie (hierna benoemd als apart spoor) vindt er inmiddels in de |
|vorm van een nulmeting concernbreed een inventarisatie plaats van de  |
|kosten en het capaciteitsbeslag dat hiermee zijn gemoeid. Daarna zal  |
|een nadere uitwerking plaatsvinden. Besluitvorming is nog dit najaar  |
|voorzien.                                                             |
|21. Andere indeling Meerjarenprogrammabegroting (MPB)                 |
|Doel: te komen tot een beter inzichtelijke MPB                        |
|Toelichting: de MPB is bij uitstek een instrument voor de raad. De    |
|huidige vorm en indeling zijn dan ook tot stand gekomen onder de      |
|begeleiding van een werkgroep, bestaande uit een delegatie van de raad|
|en het college, aangevuld met ambtelijke ondersteuning. Inmiddels is  |
|de vraag aan het raadspresidium voorgelegd of deze werkwijze voor de  |
|beoogde andere indeling opnieuw moet worden gevolgd                   |
|In tijd: wij zijn inmiddels met het raadspresidium in overleg over de |
|wensen. Wij verwachten dat de nieuwe systematiek medio volgend jaar   |
|beschikbaar is.                                                       |
|22. Professionaliseren inkoop                                         |
|Doel: het afsluiten van contracten voor o.a. de Ict-programmatuur,    |
|inhuur- en adviesdiensten is belegd bij Middelen (team Inkoop). De    |
|diensten ervaren dat Middelen professioneel haar belangen waarborgt.  |
|Toelichting: om de taakstellingen te realiseren wordt de              |
|inkoopformatie bij team Inkoop uitgebreid. Op dit onderdeel zal de    |
|taakstelling in de begroting, samen met de kosten van de personele    |
|uitbreiding, over de inkoopbudgetten worden verdeeld. Regulier wordt  |
|gerapporteerd over de voortgang van het professionaliseringstraject en|
|over de resultaten van centrale inkoop                                |
|In tijd: traject loopt reeds. De taakstelling is al in de begroting   |
|van 2011 verwerkt.                                                    |
|23. Inzet op regionale samenwerking                                   |
|Doel: zorgdragen dat Apeldoorn en de Regio Stedendriehoek             |
|aantrekkelijk blijven om te wonen, werken en verblijven met een       |
|daarbij passend niveau van dienstverlening door de decentrale         |
|overheden. Vergroten efficiëntie door de uitvoering van (uitvoerende) |
|taken op regionaal niveau te organiseren.                             |
|Toelichting: Apeldoorn ontplooit als centrumgemeente initiatieven om  |
|zowel bestuurlijk als ambtelijk de kracht van de regio te versterken  |
|door het voortouw te nemen om te komen tot een inventarisatie         |
|eventueel uitmondend in een regionaal actieprogramma voor zowel       |
|uitvoerings- als beleidsmatige samenwerking.                          |
|In tijd: Plan van aanpak in 2010 gereed; uitvoering nadien.           |
---- --
Collegevoorstel

Onderbouwing

Collegevoorstel | | | | | | |Bureau Gemeentesecretaris | |
|                       | |      | |      |      | |                 |
|         | |    |     | |      | |      |      | |                 |
|Auteur   | |    |     |Datum    |Paraaf |      | |                 |
|A.J.J. Zents (1376)    |         |       |      | |                 |
|                       |                 |      | |                 |
|Leidinggevende         |Datum    |Paraaf |      | |Registratienummer|
|K.N.H. Dekker          |         |       |      | |                 |
|                       |                 |      | |                 |
|Directeur              |Datum    |Paraaf |      | |Datum            |
|K.N.H. Dekker          |         |       |      | |6-10-2010        |
|                                          |      | |                 |
|Portefeuillehouder     |Programmawethoude|      | |Paraaf deponeren |
|                       |r                |      | |                 |
|J.C.G. Wegman          |n.v.t.           |      | |                 |
|                       |                 |      | |                 |
|Presidium/PMA/Raad     |Behandelvoorstel:        | |                 |
|ja                     |ter kennisname   |      | |                 |
|                       |                 |      | |                 |
|                       |                 |      | |                 |
|Voorgesteld besluit    |bespreken                | |                 |
|                       |                 |      | |                 |
|Beslissing burgemeester en wethouders |   |      | |Aantekeningen/vra|
|                                      |   |      | |gen              |
|                                          |      | |                 |
|College werkprogramma                                                |
|Voorstel dienst Bureau Gemeentesecretaris:                           |
|Het collegewerkprogramma 2010-2014 vast te stellen.                  |
|Dit besluit ter kennis te brengen van de gemeenteraad                |
|                                                                     |
|Openbaarheid                                                         |
|                                                                     |
|voorstel/beslui|wel openbaar                                        | | |
|t              |                                                    | | |
|toelichting    |wel openbaar                                        |
|bijgevoegde    |wel openbaar                                        |
|stukken        |                                                    |
|               |                                                    |
|werkprogramma                     |                                  |
|Afschrift aan                                                        |
|                                                                     |
Toelichting

Inleiding
Het collegeconvenant 2010-2014 'Veerkracht en Verbinding' vraagt het college om ter realisering van dat convenant een collegewerkprogramma te maken. Het college werkprogramma bevat een doorvertaling daarvan waarin het college aangeeft hoe dit convenant in de komende collegeperiode wordt uitgewerkt.

Beslispunten en onderbouwing
1. Het collegewerkprogramma 2010 - 2014 vaststellen.

Onderbouwing

Voor het zomerreces heeft een intensieve gedachtewisseling tussen het college en het managementteam plaatsgevonden waarin is gesproken over de richting voor het werkprogramma. Kort na de zomer is een eerdere conceptversie tijdens een bijeenkomst tussen college en MT aan de orde geweest.

In het werkprogramma zijn 5 thema's uitgewerkt. Het gaat om besturen, wijken, wonen, werk en de gemeentelijke organisatie. Bij al die thema's is aangegeven welke kant het op moet en zijn de daarvoor benodigde acties geformuleerd.

In het programma wordt gewag gemaakt van de financiële situatie en de daaruit voortvloeiende bezuinigingen. De invulling daarvan is een apart spoor en maakt geen onderdeel uit van het werkprogramma.

Daarnaast voert de gemeenteraad de kerntakendiscussie. Mogelijk dat de uitkomsten daarvan van invloed zijn op de voornemens en acties.

Voorgesteld wordt om dit werkprogramma vast te stellen.

In de loop van deze bestuursperiode zal de voortgang op diverse momenten aan de orde komen zodat u en de gemeenteraad in staat zijn hier zicht op te houden.

2. Dit besluit ter kennis te brengen van de gemeenteraad.

Onderbouwing

De 5 collegepartijen hebben in het convenant gevraagd dit werkprogramma aan de gemeenteraad aan te bieden. De wijze waarop dit wordt behandeld is uiteraard aan de presidium/gemeenteraad.

Aandachtspunten voor de toelichting:

1. In de toelichting moet (uiteraard voorzover van toepassing voor dit concrete voorstel) aandacht besteed worden aan:

a. interactieve beleids- en planvorming (inbreng dorps- en wijkraden) b. inspraak
c. dekkingsvoorstel ingeval van uitgaven
d. risico's (financieel, juridisch, technisch etc.) e. vermindering regeldruk
f. communicatie

2. Over vermindering regeldruk nog het volgende.

Bij een beleidsvoorstel (verordening, beleidsnotitie, regeling of uitvoeringsbesluit) moet de auteur in het kader van vermindering regeldruk de noodzaak van dit voorstel aangeven. Het is verstandig om in verband met de beantwoording van de vragen in een vroegtijdig stadium in overleg te treden met team BJZ/JZV/PD.

a. Waarom kan het doel van de regeling niet op andere wijze worden bereikt (overleg), convenant, certificering, etc.? b. Is strijdigheid met andere wet- en regelgeving voorkomen en is het voorstel afgestemd op andere (gemeentelijke) regelgeving? c. Is de regeling voldoende uitvoerbaar, naleefbaar, handhaafbaar in relatie tot de minst mogelijke lasten die de regeling veroorzaakt voor de burger/ondernemer/instelling?

3. Verder is van belang:

Een stuk voor de parafenkamer (als akkoordstuk) zenden aan bureau bestuursondersteuning (Henriëtte van Heijdoorn). De digitale versie verzenden naar bestuursondersteuning@apeldoorn.nl.

Betreft het een bespreekvoorstel voor het college, dan origineel voorstel + 21 kopieën zenden naar bureau bestuursondersteuning. Ook in dit geval is een digitale versie nodig. De bespreekstukken moeten woensdag voor 12.00 uur voorafgaand aan de vergadering van het college worden aangeleverd.

---- --