Universiteit van Tilburg

Persbericht 18 oktober 2010

Etnische zelforganisaties juist goed voor integratie

Etnische zelforganisaties in Nederland zouden de integratie van allochtonen niet bevorderen, wordt vaak verondersteld. António da Graça deed onderzoek naar culturele en politieke verenigingen in de Kaapverdische gemeenschap in Rotterdam. Hij vond juist dat actieve deelname in die organisaties leidt tot ontwikkeling van netwerken en vaardigheden die gebruikt worden voor participatie in de Nederlandse samenleving. Allochtonen in Nederland krijgen vaak het verwijt te weinig betrokken te zijn bij de Nederlandse samenleving en zich te veel te richten op de eigen organisaties. Da Graça onderzocht 79 politieke en culturele Kaapverdische organisaties in Rotterdam. De werkwijzen, de contacten in en buiten de etnische gemeenschap en de betrekkingen met Kaapverdië stonden daarbij centraal. Er zijn naar schatting 20.000 Kaapverdianen in Nederland die zich vooral in Rotterdam vestigden eind jaren zeventig. Ze zijn over het algemeen laag opgeleid en veroorzaken in vergelijking met andere etnische groepen in de stad relatief weinig problemen. De gemeenschap wordt gekenmerkt door een rijk verenigingsleven. Da Graça komt tot de conclusie dat deze organisaties juist de kennis en vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn voor succesvolle integratie. Individuele eigenschappen, netwerken en vaardigheden ontwikkeld in de eigen gemeenschap - in Rotterdam of in Kaapverdië - , dit sociale kapitaal, word gebruikt voor contacten met de Nederlandse samenleving. Omgekeerd hebben de contacten, kennis en vaardigheden opgedaan in de Nederlandse samenleving een ontwikkelingseffect op de etnische gemeenschap. De etnische groep en de Nederlandse samenleving gaan er beide op vooruit. Da Graça: "De verenigingen kunnen, als ze goed zijn georganiseerd, kunnen dus juist een emancipatoir effect hebben."

António da Graça (1953, São Nicolau, Kaapverdië). Hij studeerde sociologie aan de universiteit van Amsterdam. De afgelopen jaren was hij onder andere werkzaam als opbouwwerker, adviseur samenlevingsopbouw en onderzoeker. Vanuit deze professionele achtergrond ontwikkelde hij een bijzondere belangstelling voor functies van etnische zelforganisaties in het integratieproces. Zijn proefschrift is mede tot stand gekomen met de Stichting Vorming Multicultureel Kader.