Universiteit Leiden

Juridische ontwikkelingssamenwerking: twee stappen vooruit, een achteruit

Rechtsstaatversterking vormt een substantieel onderdeel van internationale samenwerking. Maar hoe doeltreffend is die? Heeft het zin om er veel geld, onderzoek en mankracht in te stoppen? Studium Generale organiseert vanaf woensdag 20 oktober de serie lezingen Rechtsstaat in ontwikkelingslanden?

25 jaar CILC

De aanleiding voor de lezingencyclus is het 25-jarige bestaan van het Center for International Legal Cooperation (CILC), de Nederlandse organisatie voor juridische ontwikkelingssamenwerking. Jan Michiel Otto, hoogleraar Recht en Bestuur in ontwikkelingslanden en directeur van het Van Vollenhoven Instituut geeft de aftrap. Zijn afdeling onderhoudt nauwe betrekkingen met het CILC.

Consensus over standaarden

Eerst de vraag die op het affiche prijkt: De rechtsstaat in ontwikkelingslanden, utopie of praktijk? Otto: 'Er zijn honderden voorbeelden te bedenken waaruit blijkt dat het een utopie is. We hebben met zijn allen een set van standaarden ontwikkeld die we "rechtsstaat" noemen - of rule of law. Over die standaarden bestaat redelijke consensus. Niemand bestrijdt dat de staat zich aan de eigen wetten moet houden, en dat de rechter onafhankelijk en onpartijdig moet zijn. Maar in de praktijk blijkt de lat voor ontwikkelings- en transitielanden erg hoog te liggen. Onafhankelijke rechtspraak is soms een illusie. Corruptie in de rechtspraak is bijvoorbeeld in China en Indonesië wijdverbreid. In Indonesië heeft de president nu een task force ingesteld die de strijd heeft aangebonden tegen de "rechtsmaffia". Daarbij is het beeld vaak: twee stappen vooruit, een achteruit.'

Aidsbestrijding

'Aan de andere kant zie je dat juristen overal ter wereld een strijd voeren voor de ontwikkeling van die rechtstaat in hun land', gaat hij verder. 'Daarbij kan buitenlandse steun als een katalysator werken. Die mensen vind je overal, en vaak hebben zij baat bij hulp op maat van buitenaf. Die hoeft niet altijd uit het Westen te komen. Op het Afrikaanse continent wordt ook gekeken naar het progressieve rechtssysteem van Zuid-Afrika. Zo dwong de rechter daar de overheid tot een actievere bestrijding van aids en hiv. En tot op zekere hoogte gebeurde dat ook.'

'Pretenties en ambities'

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) bracht begin dit jaar een rapport uit met de titel Minder Pretentie, Meer Ambitie. Ontwikkelingshulp die verschil maakt. De WRR adviseert onder meer om het beleid minder te versplinteren en meer toe te spitsen op kernthema's. Naast programma's op het gebied van landbouw- en watermanagement wordt het thema Justice for Development genoemd. Volgens het nieuwe regeerakkoord zal het kabinet de ontwikkelingssamenwerking fundamenteel herzien met het WRR-rapport als leidraad.

Goed bestuur

Is dat hoopgevend? 'Het zou kunnen', zegt Otto voorzichtig. 'Kijk, het streven naar een democratische rechtsstaat als onderdeel van internationale samenwerking, daar is niemand tegen. Good Governance, de versterking van bestuurs- en rechtsstelsels in ontwikkelingslanden, is al twintig jaar een populair thema, bij zowel links als rechts. Voor de een draait het primair om betere marktwerking, voor de ander om mensenrechten en democratie. Gaat juridische hulp voor een beter kadaster in Ghana primair ten goede komen aan kleine bezitters van grond en huizen, aan grote investeerders, of aan traditionele gemeenschappen? Behalve vragen van rechtszekerheid spelen daar ook belangrijke vragen van rechtvaardigheid en machtsverhoudingen. Zo'n programma zal een evenwichtige mix moeten vormen.'

Gewoonterecht

Een vraag die tijdens deze Studium Generale steeds zal terugkeren is in hoeverre je ideeën over de rechtsstaat van buitenaf kunt opleggen. Otto: 'Alle succesverhalen op dit gebied hebben een gemene deler. Ze borduren voort op vragen en ideeën vanuit het land zelf, en worden gedragen door lokale actoren, kennis en instituties. Cornelis van Vollenhoven zei honderd jaar geleden dat je geen Europees systeem kon opleggen in de tropen. Hij pleitte voor ruimhartige erkenning van het geldende gewoonterecht, het adatrecht. Ook nu zie je veel donoren pleiten voor non-state justice. Het sterke punt daarvan is de aansluiting bij lokale normen, maar het kan tegelijk ook een nadeel zijn: gewoonterecht en religie zijn vaak multi-interpretabel, en de traditionele hardliners hebben opvattingen over vrouwen, migranten of lagere 'klassen' die botsen met de rule of law opvattingen van liberale en progressieve krachten in zo'n land. Tegenwoordig zijn "lokale" normen en instituties niet alleen de tra ditionele maar ook de moderne. Donoren moeten goed geïnformeerd zijn om daarin een vruchtbare positie te kunnen kiezen'.