Gerechtshof Arnhem


Uitspraak gerechtshof Arnhem in de zaak Tano Jansen

Het Gerechtshof Arnhem heeft vandaag uitspraak gedaan in de zaak Tano Jansen. Net als de Rechtbank Zutphen veroordeelt het hof vier verdachten tot gevangenisstraffen met een voorwaardelijk deel en een verplichte behandeling. De vier verdachten moeten ook een schadevergoeding betalen aan de moeder van Tano Jansen van ruim â¬10.000 wegens de kosten van de begrafenis. Het hof spreekt, eveneens net als de rechtbank Zutphen, een vijfde verdachte vrij van alle betrokkenheid bij de zaak.

Vrijheidsberoving met dood tot gevolg
Het hof veroordeelt R.G. en J.C. van P., W.T en de minderjarige J.G. van P. voor wederrechtelijke vrijheidsberoving en het van de vrijheid beroofd houden van Tano Jansen met de dood tot gevolg.

De verdachten hebben Tano Jansen van zijn vrijheid beroofd door hem op zondag 21 juni 2009 op te sluiten in een zeecontainer op een braakliggend industrieterrein in Apeldoorn. Vervolgens hebben zij Tano achtergelaten. Toen zij anderhalf tot twee uur later bij de zeecontainer terugkeerden om Tano te bevrijden, bleek Tano ten gevolge van een brand in de zeecontainer te zijn overleden. De brand moet zijn ontstaan doordat Tano in de container een aansteker heeft gebruikt.

De vier verdachten hebben geen rol gespeeld bij het ontstaan van de brand. Zij hebben nooit de bedoeling gehad dat Tano zou komen te overlijden. Toch komt het overlijden van Tano voor hun rekening.

Als een vrijheidsberoving de dood tot gevolg heeft, is dat strafverzwarend. Daarvoor hoeft niet bewezen te worden dat er opzet op die dood is geweest of dat het aan iemands schuld te wijten is dat de dood is ingetreden. Voldoende is dat er een causaal verband bestaat tussen de vrijheidsberoving en de dood en dat het redelijk is om de dood aan de dader van de vrijheidsberoving toe te rekenen. Het hof is van oordeel dat aan beide eisen is voldaan. Alle vier de verdachten worden als medeplegers veroordeeld.

Geen dood door schuld
Het hof spreekt de vier verdachten vrij van de ten laste gelegde dood door schuld. Voor hen was de dood van Tano niet zó voorzienbaar dat de tenlastegelegde juridische schuld bewijsbaar is. Toen de verdachten terugkeerden bij de zeecontainer, was Tano al overleden. Dat zij het stoffelijk overschot van Tano toen hebben achtergelaten zonder iemand op de hoogte te brengen van het overlijden van Tano heeft niet bijgedragen aan het overlijden van Tano.

Vrijspraak vijfde verdachte
De vijfde verdachte, de minderjarige G.T., is overeenkomstig de eis van het openbaar ministerie vrijgesproken van zowel de wederrechtelijke vrijheidsberoving als de dood door schuld. Eerder was zij al door de rechtbank vrijgesproken. Zij is niet bij de vrijheidsberoving van Tano betrokken geweest. Zij is alleen opgehaald door de andere vier verdachten, waarna zij heeft gehoord dat Tano opgesloten zat. Zij is met de andere vier verdachten meegereden naar de zeecontainer. Toen zij daar aankwam was Tano echter al overleden.

Straffen

* R.G. is voor medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en een aantal brandstichtingen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

* J.C. van P. is voor medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en verduistering veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

* W.T. is voor medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en een aantal brandstichtingen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

* J. G. van P. (minderjarige) is voor medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving veroordeeld tot jeugddetentie van 10 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.
* Bij alle vier de verdachten zijn aan het voorwaardelijke deel van de straf bijzondere voorwaarden verbonden.

* Alle vier de verdachten zijn veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de moeder van Tano Jansen van ⬠10.200,86 en hun is een schadevergoedings-maatregel opgelegd.

Strafmotivering
Bij de strafoplegging is rekening gehouden met de verschillende rollen van verdachten bij de vrijheidsberoving terwijl in de zaken van R.G, W.T en J.C. van P. ook nog andere feiten bewezen zijn verklaard. Ook is rekening gehouden met de uiteenlopende justitiële documentatie van de verdachten. Het hof heeft overwogen dat verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan een ernstig strafbaar feit door Tano in de zeecontainer op te sluiten en opgesloten te houden. Tano zat in een donkere container opgesloten zonder dat hij enig idee had of en zo ja, wanneer de verdachten terug zouden komen. Hij beschikte niet over een telefoon om zelf hulp te zoeken. In de container is brand ontstaan. Tano is overleden aan koolmonoxidevergiftiging en het inademen van hete lucht en rook. Dit overlijden komt voor rekening van verdachten, ook al hebben zij dat gevolg niet gewild.

Het hof rekent het de verdachten ook aan dat ze niet direct alarm hebben geslagen toen zij het slachtoffer levenloos in de container aantroffen. Door hun mond te houden hebben zij de familie van Tano geruime tijd in onzekerheid gelaten. De gevolgen van het feit binnen het gezin van Tano, zoals die ook door de moeder van Tano Jansen zijn verwoord in haar schriftelijke slachtofferverklaring, zijn aangrijpend en het verdriet om de dood van Tano is heel groot. Ook hebben de verdwijning van Tano Jansen, zijn dood en de manier waarop hij om het leven is gekomen tot grote beroering in de samenleving geleid.

Het hof heeft bij de strafoplegging ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachten. Alle vier waren zij ten tijde van het gebeuren nog zeer jong. Een van hen was zelfs nog minderjarig. Uit psychiatrische en psychologische onderzoeken is gebleken dat bij alle vier de verdachten sprake is van ernstige problematiek. Vanwege hun gebrekkige geestvermogens en/of hun gebrekkige ontwikkeling kan wat bewezen is hun niet volledig worden toegerekend. Zij moeten allen verplicht een langdurige behandeling ondergaan.

Tenslotte heeft het hof er ook rekening mee gehouden dat de verdachten de dood van Tano nooit hebben gewild en dat zij hun verdere leven belast zijn met de rol die zij bij zijn dood hebben gespeeld.

Gelet op onder meer het feit dat het hof de verdachten heeft vrijgesproken van dood door schuld, zijn de opgelegde straffen lager dan de straffen die door het openbaar ministerie waren geëist.

Bron: Gerechtshof Arnhem Datum actualiteit: 21 oktober 2010 Naar boven