VU medisch centrum

Verlaging behandelgrens vroeg geboren kinderen kritisch bekeken

21 oktober 2010

Nederlandse gynaecologen en kinderartsen hebben een gezamenlijke richtlijn opgesteld over de optimale behandeling van extreem vroeg geboren kinderen. Beide beroepsgroepen vinden dat pasgeborenen al vanaf de 24e week recht op behandeling moeten hebben. Aan Mirjam van Weissenbruch, medisch hoofd neonatologie, de vraag wat deze richtlijn in de praktijk betekent.

De belangrijkste overweging om de behandelgrens te vervroegen van 25 naar 24 weken zwangerschap zijn de verbeterde behandelingsmogelijkheden van extreem vroeg geboren kinderen. Mirjam van Weissenbruch is het er dan ook mee eens de grens een week te verschuiven. "Belangrijke aantekening daarbij is dat er alleen tot behandeling zal worden overgegaan als de arts dat medisch zinvol acht en alleen als de ouders er mee in stemmen."

Verandering
In VU medisch centrum worden al langer kinderen vanaf 24 weken behandeld. "Als er medisch genoeg redenen zijn om de kinderen een kans te geven, dan doen we dat al. Wat dat betreft is de richtlijn niets nieuws. Een essentiële verandering is wel dat zwangeren eerder naar een perinatologisch centrum, zoals VUmc, doorverwezen zullen worden. En dat er sneller beslist zal worden over het wel of niet doen van een keizersnede." Van Weissenbruch benadrukt dat bij elk geval afzonderlijk moet worden bekeken welke risico's behandeling met zich brengt.

Niet berekend
Het aantal prematuren onder de 32 weken dat jaarlijks in VUmc onder behandeling komt is 150. Door de behandelgrens te verlagen zullen naar verwachting vijf tot tien extreem vroeg geborenen extra opgenomen worden. Volgens Van Weissenbruch zijn de neonatale centra en dus ook VUmc nog niet berekend op een toename van extreem vroeggeborenen. "Het initiatief van de richtlijn is afkomstig van het ministerie van VWS, zonder dat zij extra middelen ter beschikking stelt. Prematuren van 24 weken liggen gemiddeld drie maanden op de afdeling. De behandeling van deze kinderen zal betekenen dat er minder pasgeborenen opgenomen kunnen worden, tenzij extra middelen en geld ter beschikking zullen worden gesteld."

Cruciaal
Van Weissenbruch vindt het cruciaal dat bij de implementatie van de richtlijn gedegen onderzoek volgt naar de overleving en de korte en lange termijn gezondheidseffecten voor deze extreem prematuren. "Op dit moment is weinig bekend over bijvoorbeeld het effect en de eventuele bijwerkingen van medicijngebruik bij prematuren en zeker bij prematuren van 24 weken. Verruiming van de wetgeving voor het doen van onderzoek bij zulke vroeg geboren kinderen is daarom van groot belang. Nu behandelen wij prematuren vaak met geneesmiddelen waarvan wij weten dat ze werken bij oudere kinderen. Dat is een gegeven dat ethisch gezien niet meer van deze tijd is en waar echt iets aan gedaan moet worden."

Pauline Diemel
bron: Tracer