Intrekking hoger beroep inzake vechtpartij station Rotterdam
Alexander
22 oktober 2010 - Ressortsparket Den Haag
Het Openbaar Ministerie (OM) te Den Haag heeft, in navolging van de
intrekking van het hoger beroep van één van de verdachten, het hoger
beroep ingetrokken in de drie zaken rond de vechtpartij op 1 januari
2009 op treinstation Rotterdam Alexander.
Op voornoemde datum heeft een vechtpartij plaatsgevonden op het station
en op het perron. Twee slachtoffer werden geraakt door een trein. Eén
van hen overleed, het andere slachtoffer raakte zwaargewond. Op 3
november 2009 veroordeelde de rechtbank te Rotterdam de drie
verdachten tot 12 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden
voorwaardelijk. Twee van de drie mannen kregen daarnaast nog
werkstraffen opgelegd.
De rechtbank Rotterdam oordeelde dat er geen sprake was van een
dusdanig verband tussen het gepleegde geweld en de uiteindelijke
aanrijding, dat de gevolgen van die aanrijding de verdachten kunnen
worden verweten. De rechtbank heeft de verdachten hierdoor voor
bepaalde feiten vrijgesproken. Eén van de verdachten stelde hoger
beroep in tegen de uitspraak. Hierop heeft het OM in alle drie de zaken
hoger beroep ingesteld, om het gerechtshof de mogelijkheid te bieden
ook opnieuw een beslissing te nemen in de feiten waarvoor de rechtbank
heeft vrijgesproken.
Nu de verdachte het hoger beroep heeft ingetrokken en er veroordelende
vonnissen van de rechtbank liggen waarbij een gedeelte van de
tenlasteleggingen is bewezenverklaard, berust het OM in de uitspraken
van de rechtbank.
De intrekking van het hoger beroep brengt met zich mee dat de
uitspraken van de rechtbank te Rotterdam van 3 november 2009
onherroepelijk zijn geworden.
Openbaar Ministerie