Ministerie van Buitenlandse Zaken

Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 25 oktober 2010

Kamerbrief inzake Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 25 oktober 2010

Kamerbrief | 11 oktober 2010

Graag bied ik u hierbij aan de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 25 oktober 2010.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

G eannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 25 oktober 2010

Midden-Oosten Vredesproces

De ministers zullen spreken over de laatste stand van zaken van het Midden-Oosten Vredesproces (MOVP). Naar verwachting zullen de besprekingen zich richten op de voortgang in de onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen. Ook zal Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton verslag doen van haar reis naar Israël en de Palestijnse Gebieden van
30 september tot 1 oktober jl.

Juist nu de positieve stap naar directe onderhandelingen is gezet, moeten partijen zich onthouden van eenzijdig optreden waarmee zij vooruit willen lopen op de uitkomsten van de onderhandelingen en waarmee zij de besprekingen in gevaar brengen. Dat geldt voor Israël als het gaat om de bouw van nederzettingen Dat geldt ook voor de Palestijnen, bijvoorbeeld als het gaat om het eenzijdig uitroepen van een onafhankelijke staat. Het (dreigen met het) afbreken van de onderhandelingen is niet de juiste reactie. Alleen onderhandelingen zullen leiden tot het gewenste resultaat: een tweestatenoplossing, gebaseerd op de grenzen van 1967, met een veilig Israël en een onafhankelijke Palestijnse staat die in vrede naast elkaar bestaan. Nederland zal de inspanningen van de Verenigde Staten en het Kwartet gericht op succesvolle afronding van de directe vredesbesprekingen tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit blijven ondersteunen en zal de EU en overige lidstaten oproepen dit ook te blijven doen.

Cuba

De Raad zal spreken over de relatie met Cuba ter evaluatie van het sinds 1996 geldende Gemeenschappelijke Standpunt over Cuba. Hierbij zal de in juli dit jaar toegezegde vrijlating van 52 politieke gevangen een rol spelen. Inmiddels zijn 39 personen van deze groep vrijgelaten.

Binnen de EU lijkt draagvlak te ontstaan voor een positief signaal richting Cuba. Sommige lidstaten zijn voorstander van een verdieping van de relatie met Cuba in de vorm van vereenvoudigd bilateraal akkoord. Een dergelijk akkoord zou ook moeten zorgen voor een goed functionerende politieke dialoog.

Het kabinet is van mening dat de positieve ontwikkelingen in Cuba in dit stadium nog geen aanleiding vormen het Gemeenschappelijk Standpunt te herzien. Het zou kunnen worden overwogen onderhandelingen over een vereenvoudigd bilateraal akkoord voor te bereiden indien voldoende zekerheid bestaat dat dergelijke besprekingen Cuba stimuleren om de mensenrechtensituatie in het land structureel te verbeteren.

Somalië

De HV zal de Raad informeren over de laatste stand van zaken met betrekking tot de overeenkomsten van de EU met Mauritius en Kenia voor de overdracht van piraterijverdachten die in het kader van operatie Atalanta zijn gearresteerd. Mede in dit kader was de HV aanwezig bij de tweede regionale ministeriële bijeenkomst in Mauritius over piraterij (7 t/m 9 oktober jl.).

Het sluiten van overdrachtsovereenkomsten is van groot belang om de straffeloosheid van piraterij tegen te gaan. Nederland zal de HV steunen in haar pogingen om een duurzame oplossing te bewerkstelligen voor de vervolging van piraten in de regio. Uiteraard dienen te sluiten overeenkomsten zeker te stellen dat berechting en detentie voldoen aan internationale standaarden.

Status EU en de VN

HV Ashton zal spreken over de aanname van een no action motion in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN), waarmee de behandeling werd uitgesteld van een resolutie over een verhoogde waarnemersstatus van de EU-vertegenwoordiging in de VN. Met deze resolutie zouden onder andere de spreekrechtregels voor de Unie worden aangepast, waardoor bijvoorbeeld in geval van een gemeenschappelijk Uniestandpunt, een EU-vertegenwoordiger -- bijvoorbeeld de HV -- kan spreken in plaats van het roulerend EU-voorzitterschap of individuele lidstaten. Hierdoor wordt de zichtbaarheid van de Unie in de VN vergroot. 76 landen wilden uitstel van behandeling, 26 landen onthielden zich en 71 waren voor behandeling. Voor een volledige en correcte implementatie van het Verdrag van Lissabon is het voor de Unie van belang dat de resolutie alsnog in behandeling wordt genomen en wordt aangenomen. De HV zal de Raad informatie verstrekken over de te ondernemen stappen in New York, in Brussel en in de hoofdsteden van de landen die uitstel van de behandeling van de EU-resolutie hebben gesteund.

Nederland steunt het door HV Ashton opgebrachte idee voor een outreach campagne naar de landen die zich onthielden of tegen behandeling van de resolutie waren. Het is daarbij vooral van belang dat misconcepties over de reikwijdte en mogelijke precedentwerking van de resolutie (voor de positie van andere internationale organisaties en hun lidstaten) worden weggenomen. Een nieuwe stemming is nog niet in de AVVN geagendeerd.

Sahel

Ook de veiligheidssituatie in de Sahel-regio zal tijdens de RBZ aan de orde komende. De ministers zullen waarschijnlijk een oriënterende discussie voeren over mogelijkheden om een geïntegreerde EU-strategie te ontwikkelen voor dit gebied, met als doel terroristische en daaraan verbonden dreigingen in en vanuit deze regio beter te kunnen bestrijden. Nederland steunt de inzet om tot een dergelijke strategie te komen.

Nabuurschapsbeleid

HV Ashton en Commissaris Füle zullen de Raad informeren over het Europese nabuurschapsbeleid (ENB). Dit beleid biedt sinds 2004 een alomvattend kader voor de relaties tussen de EU en haar buurlanden, zowel ten oosten als ten zuiden van de Unie. De Raad heeft in juli dit jaar aan de Commissie gevraagd om, na raadpleging van de lidstaten en de partnerlanden, een mededeling over het nabuurschapsbeleid te presenteren, waarin vooruit wordt geblikt op de uitdagingen en kansen voor de komende jaren.

De Unie heeft een bijzondere verantwoordelijkheid voor stabiliteit, welvaart en rechtsstatelijkheid bij haar buren. De grote kracht van het ENB is volgens Nederland gelegen in de mogelijkheid tot differentiatie. Weliswaar zijn de uitgangspunten van het ENB voor alle 16 nabuurschapspartners in beginsel gelijk, maar de toenadering tot de Unie krijgt enkel nader vorm door het ambitieniveau van de individuele landen. Deze benadering heeft tot gevolg dat het conditionaliteitsbeginsel centraal staat in het ENB. Landen die zich extra inspanningen getroosten om politieke en economische hervormingen door te voeren, zullen die inspanningen terecht door de Unie beloond zien. Respect voor mensenrechten en de bescherming van minderheden dienen in dat kader prioritaire thema's in de betrekkingen met onze buren te blijven. De EU zou moeten streven naar vrij verkeer van goederen, diensten en kapitaal met haar buren. Meer aandacht dient te worden besteed aan onder meer verbetering van het investeringsklimaat, energievoorzieningszekerheid en samenwerking op JBZ-terrein, waaronder visumverlening. Nederland hecht daarbij veel waarde aan goed functionerende terug- en overname overeenkomsten met onze partners. Het toenaderingsproces van de naaste buren -- Zuid én Oost -- tot de Unie heeft voor Nederland duidelijke grenzen; een concreet lidmaatschapsperspectief is niet aan de orde.

Voorbereiding EU-VS Top

Op de agenda staat ook de voorbereiding van de EU-VS top, die op 20 november a.s. in Lissabon plaatsvindt. De Europese Raad van 28-29 oktober zal de hoofdlijnen van de EU-positie vaststellen.

De EU-VS relatie is gebaseerd op gedeelde waarden en gemeenschappelijke belangen, evenals op een sterk besef van gedeelde verantwoordelijkheid voor de grote internationale vraagstukken van deze tijd. Nederland zal bepleiten dat de EU de nadruk legt op drie specifieke vraagstukken. Ten eerste moet de top voldoende aandacht besteden aan duurzaam herstel van de wereldeconomie. Het is belangrijk dat de EU en de VS hun macro-economisch beleid afstemmen en protectionistische maatregelen afwijzen. Daarnaast zal Nederland pleiten voor overleg over samenwerking in de aanloop naar de klimaattop in Cancún. Daarbij dient naar concrete maatregelen te worden gezocht die de VS en de EU samen kunnen steunen, bijvoorbeeld ten aanzien van de financiering van maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. Tot slot wil Nederland dat de top spreekt over samenwerking bij de bestrijding van piraterij en terrorisme. De EU zal moeten benadrukken dat alle landen bij terrorismebestrijding oog moeten houden voor de bescherming van privacy in overeenstemming met de daarvoor geldende regels.

Voorbereiding EU-Oekraïne Top

De ministers van Buitenlandse Zaken zullen spreken over de voorbereiding van de jaarlijkse EU-Oekraïne top, die op 22 november in Brussel zal plaatsvinden. Oekraïne zal tijdens deze top worden vertegenwoordigd door de in februari 2010 gekozen president Janoekovitsj. De EU zal worden vertegenwoordigd door voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy, vergezeld van HV Ashton en Commissievoorzitter Barroso.

Nederland vindt dat deze top een verdere impuls moet geven aan de onderhandelingen over een Associatieovereenkomst en over een diep en veelomvattend handelsakkoord van de EU met Oekraïne. Deze onderhandelingen verlopen momenteel stroef. De top biedt verder de gelegenheid voor de EU om opnieuw aan te dringen op een effectief economisch hervormingsprogramma, conform IMF-voorwaarden. Het is van belang dat de EU tijdens de top een duidelijk en realistisch perspectief presenteert ten aanzien van de toekomstige relatie met Oekraïne. Een perspectief op toetreding van Oekraïne tot de EU is, als bekend, niet aan de orde. Tijdens de top zal ook worden gesproken over de voorwaarden voor visumvrijheid als mogelijke lange termijn doelstelling. Het kabinet hecht er sterk aan dat een eenmaal ingezet proces naar visumliberalisatie stap voor stap plaatsvindt, waarbij voortgang alleen kan worden geboekt op basis van duidelijk meetbare, objectieve criteria. Dit impliceert dat geen sprake kan zijn van vaste tijdpaden.

Voorbereiding EU-Mediterrane Unie Top

De Raad zal spreken over de voorbereiding van de top van de Unie voor de Mediterrane Regio (UMR), die is voorzien te Barcelona op 21 november a.s. Zichtbare resultaten van de in 2008 gelanceerde UMR werden de laatste twee jaar deels belemmerd door gebrek aan voortgang in het MOVP. Nederland is van mening dat concrete projecten in het kader van de UMR kunnen bijdragen aan verbetering van de betrekkingen tussen de deelnemende landen en ook kunnen bijdragen aan verbeterde samenwerking tussen de mediterrane partners onderling. Nederland organiseerde daarom in 2009 een conferentie over watervoorziening die plaatsvond in Cairo. Tevens zal Nederland eind 2010 een groep magistraten en beleidsmedewerkers uit de zuidelijke landen van de UMR ontvangen ter bevordering van de samenwerking op het gebied van criminaliteitsbestrijding. Daarnaast is Nederland van mening dat de UMR ook een platform biedt om te spreken over vraagstukken als mensenrechten, samenwerking met het Internationaal Strafhof, handel en (illegale) migratie. De UMR wordt als complementair gezien aan het Europese Nabuurschapbeleid en speelt als zodanig een belangrijke rol in de verbetering van de veelzijdige relatie met de zuidelijke mediterrane oeverstaten, die immers grensstaten zijn van de EU.

De UMR kent een sui generisinstitutionele structuur. Sinds juli 2008 bekleedt Frankrijk, namens de EU, het co-voorzitterschap van de UMR (Egypte vertegenwoordigt de mediterrane partners). HV Ashton heeft voorgesteld dat uiterlijk per 1 januari 2012 de institutionele structuur in lijn moet worden gebracht met het Verdrag van Lissabon (waarbij de HV het Europese co-voorzitterschap vervult). Nederland deelt de opvatting van de HV. Tussen nu en 1 januari 2012 zal een overgangsregime gelden waarbij -- na Frankrijk -- een door de Raad aan te wijzen lidstaat het Europese co-voorzitterschap zal bekleden. Daarna is dat de HV.

(eventueel) Iran

De ministers zullen mogelijk over Iran spreken, waarbij waarschijnlijk met name aandacht zal worden besteed aan de nog immer zorgwekkende mensenrechtensituatie in Iran. Mede op initiatief van Nederland zal de EU binnenkort opnieuw bij de Iraanse autoriteiten protesteren tegen de intimidatie en detentie van van onder anderen mensenrechtenverdedigers.

Het kabinet zet zich zoals bekend ook in voor maatregelen van de EU om internetvrijheid in Iran te bevorderen. De Commissie en het Raadssecretariaat werken momenteel aan voorstellen voor concrete maatregelen hiertoe. Op 29 oktober a.s. zal in Parijs een door Nederland en Frankrijk georganiseerde ministeriële bijeenkomst inzake wereldwijde internetvrijheid plaatsvinden, in vervolg op de bijeenkomst van 8 juli dit jaar in Parijs, waar de Leading GroupInternetvrijheid werd ingesteld. Uiteraard is Iran één van de landen waarnaar de aandacht tijdens die bijeenkomst in het bijzonder zal uitgaan.

De nadere uitwerking in een verordening van het Raadsbesluit van 26 juli jl., waarmee de sancties van de VNVR tegen Iran zijn overgenomen en dat voorziet in additionele maatregelen tegen Iran, is nagenoegd voltooid. Het kabinet zet zich in voor zeer spoedige afronding hiervan en let daarbij met name op volledigheid, duidelijkheid en uitvoerbaarheid.

(eventueel) Westelijke Balkan

De Raad zal mogelijk spreken over de Westelijke Balkan, waarbij de aandacht onder andere zal uitgaan naar de situatie in Bosnië-Herzegovina na de verkiezingen van 3 oktober jl. Volgens het voorlopige oordeel van de verkiezingswaarnemingsmissie van OVSE/ODIHR zijn deze verkiezingen grotendeels in overeenstemming met internationale standaarden verlopen.

Mogelijk zal de Raad ook ingaan op Servië, in het bijzonder op de stand van de dialoog met Kosovo. Het standpunt van het kabinet ten aanzien van Servië is opgenomen in de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken.

(eventueel) Georgië

De ministers van Buitenlandse Zaken zullen op verzoek van enkele lidstaten mogelijk ook komen te spreken over Georgië. In dat geval zullen zij aandacht schenken aan de resultaten van de lokale verkiezingen in Georgië die op 30 mei jl. plaatsvonden en de bevindingen daarover van de OVSE/ODIHR-verkiezingswaarnemers. Daarnaast kunnen ook nog de volgende onderwerpen aan de orde komen: de onderhandelingen over een nieuw Associatieakkoord tussen de EU en Georgië die op 15 juli jl. van start zijn gegaan, de voorwaarden voor onderhandelingen over een nieuw diepgaand vrijhandelsakkoord, ontwikkelingen op het gebied van mensenrechten en democratisering, de veiligheidsgerelateerde ontwikkelingen ten aanzien van de afvallige gebieden en de Europese waarnemingsmissie EUMM.

Het kabinet is van mening dat blijvende Europese betrokkenheid bij Georgië van groot belang is, mede ter bestendiging van de stabiliteit in de Kaukasus. De EU dient de territoriale integriteit van Georgië, de democratische en economische ontwikkeling van het land en het vredesproces zoals gevoerd in Genève te blijven steunen. De lopende activiteiten van de EU, waaronder de EUMM, leveren hieraan een substantiële bijdrage.