European Union



PRESSE 285

PR CO 28

PERSMEDEDELING

3040e zitting van de Raad

Algemene Zaken

Luxemburg, 25 oktober 2010

Voorzitter Steven VANACKERE
Vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen van België

Voornaamste resultaten van de Raadszitting

De Raad heeft besloten het verzoek van Servië om lidmaatschap van de EU voor advies naar de Commissie te verwijzen. Hij heeft daarbij duidelijke voorwaarden inzake de medewerking van Servië met het Internationaal Oorlogstribunaal voor het voormalig Joegoslavië gesteld.

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan de ontwerp-verordeningen houdende bepalingen van het financieel reglement en van het personeelsstatuut die van toepassing zijn op de Europese dienst voor extern optreden; het betreft de laatste twee rechtshandelingen met het oog op de operationalisering van de EDEO.

Voorts heeft hij de bijeenkomst van de Europese Raad op 28 en 29 oktober voorbereid.

INHOUD1

DEELNEMERS

BESPROKEN PUNTEN

FOLLOW-UP VAN DE EUROPESE RAAD VAN SEPTEMBER

VOORBEREIDING VAN DE EUROPESE RAAD VAN OKTOBER

UITBREIDING - SERVIË

EUROPESE DIENST VOOR EXTERN OPTREDEN

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

BEGROTINGEN

* EU-begroting voor 2011

* Steun aan bananenexporterende ACS-landen

HANDELSPOLITIEK

* Antidumpingmaatregelen - natriumgluconaat - aluminium wielen - China

* Schorsing van douanerechten bij invoer op Madeira en de Azoren*

ALGEMENE ZAKEN

* Status van het eiland Saint-Barthélemy

* Comité van toezicht van OLAF

* EU-ambtenaren - conclusies van de Raad*

ENERGIE

* Samenwerking met Zuid-Afrika op het gebied van het vreedzaam gebruik van atoomenergie

MILIEU

* Autowrakken

VOLKSGEZONDHEID

* Kaderverdrag van de WHO inzake tabaksontmoediging

DEELNEMERS

België:

de heer Steven VANACKERE vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

de heer Olivier CHASTEL staatssecretaris voor Europese Zaken

Bulgarije:

de heer Nickolay MLADENOV minister van Buitenlandse Zaken

Tsjechië:

de heer Karl SCHWARZENBERG viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken

Denemarken:

mevrouw Lene ESPERSEN minister van Buitenlandse Zaken

Duitsland:

de heer Guido WESTERWELLE minister van Buitenlandse Zaken

de heer Werner HOYER staatssecretaris voor Europese Zaken

Estland:

de heer Urmas PAET minister van Buitenlandse Zaken

Ierland:

de heer Dick ROCHE minister van Europese Zaken

Griekenland:

de heer Dimitrios DROUTSAS minister van Buitenlandse Zaken

Spanje:

mevrouw Trinidad JIMENEZ minister van Buitenlandse Zaken

de heer Diego LÓPEZ GARRIDO staatssecretaris voor Europese Zaken

Frankrijk:

de heer Bernard KOUCHNER minister van Buitenlandse Zaken

de heer Pierre LELLOUCHE staatssecretaris, belast met Europese Zaken

Italië:

de heer Alfredo MANTICA staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken

de heer Ferdinando NELLI FEROCI permanent vertegenwoordiger

Cyprus:

de heer Markos KYPRIANOU minister van Buitenlandse Zaken

Letland:

de heer Andris TEIKMANIS staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken

Litouwen:

de heer Audronius AZUBALIS minister van Buitenlandse Zaken

Luxemburg:

de heer Jean ASSELBORN viceminister-president, minister van Buitenlandse Zaken en Immigratie

Hongarije:

de heer János MARTONYI minister van Buitenlandse Zaken

Malta:

de heer Tonio BORG viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken

Nederland:

de heer Uri ROSENTHAL minister van Buitenlandse Zaken

de heer Ben KNAPEN minister van Europese Zaken en Internationale Samenwerking

Oostenrijk:

de heer Michael SPINDELEGGER minister van Europese en Internationale Zaken

Polen:

de heer Mikol/aj DOWGIELEWICZ staatssecretaris voor Europese Zaken

Portugal:

de heer Luís AMADO minister van Buitenlandse Zaken

de heer Pedro LOURTIE staatssecretaris voor Europese Zaken

Roemenië:

de heer Bogdan AURESCU staatssecretaris voor Europese Zaken

Slovenië:

mevrouw Andreja JERINA staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en Ontwikkeling

Slowakije:

mevrouw Mikulas DZURINDA minister van Buitenlandse Zaken

Finland:

mevrouw Astrid THORS minister van Migratie en Europese Zaken

Zweden:

mevrouw Birgitta OHLSSON Minister van Europese Zaken

de heer Carl BILDT minister van Buitenlandse Zaken

Verenigd Koninkrijk:

de heer David LIDINGTON onderminister voor Europa

Commissie:

de heer Maros SEFCOVIC vicevoorzitter

de heer Stefan FÜLE lid

Overige deelnemers:

mevrouw Catherine ASHTON Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid

BESPROKEN PUNTEN

FOLLOW-UP VAN DE EUROPESE RAAD VAN SEPTEMBER

De Raad heeft kennis genomen van een nota waarin het voorzitterschap zijn plannen met betrekking tot de follow-up van de bijeenkomst van de Europese Raad van 16 september ontvouwt (doc. 14389/10).

VOORBEREIDING VAN DE EUROPESE RAAD VAN OKTOBER

De Raad heeft een bespreking gewijd aan de ontwerp-conclusies voor de bijeenkomst van de Europese Raad op 28 en 29 oktober in Brussel.

De Europese Raad zal met name spreken over:

* de Taskforce economische governance. Het eindverslag^1 van de in maart ingestelde taskforce;

* de G-20. Bepaling van een standpunt van de Unie voor de top van de G-20 op 11 en 12 november in Seoul;

* Klimaatverandering. Voorbereiding van de VN-conferentie die van 29 november tot en met 10 december in Cancun zal plaatsvinden.
* Aanstaande topbijeenkomsten met strategische partners van de Unie, met name de Verenigde Staten.

De Raad heeft tijdens de zitting van 13 september een geannoteerde ontwerp-agenda besproken (doc. 13101/10). De ontwerp-conclusies zullen in het licht hiervan opnieuw worden bezien.

UITBREIDING - SERVIË

De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:

"1. President Boris Tadic heeft op 22 december 2009 het verzoek van de Republiek Servië om lid te mogen worden van de Europese Unie ingediend. De Raad heeft besloten de procedure van artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie in te leiden. De Commissie wordt derhalve verzocht advies uit te brengen.

2. Onder verwijzing naar de hernieuwde consensus inzake de uitbreiding, zoals die tot uitdrukking is gebracht in de conclusies van de Europese Raad van 14 en 15 december 2006, herhaalt de Raad dat de toekomst van de Westelijke Balkan in de Europese Unie ligt. Hij herhaalt dat de vorderingen van elk land op de weg naar de Europese Unie afhankelijk zijn van zijn eigen inspanningen om te voldoen aan de criteria van Kopenhagen en de voorwaarden van het stabilisatie- en associatieproces.

3. De Raad herhaalt dat een constructieve opstelling inzake regionale samenwerking van essentieel belang is. De Raad roept er eveneens toe op vorderingen te maken in de dialoog tussen Belgrado en Pristina, mede mogelijk gemaakt door de EU en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, en in de resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 9 september 2010 aangemerkt als een factor voor vrede, veiligheid en stabiliteit in de regio.

4. De Raad herinnert eraan dat in de stabilisatie- en associatieovereenkomst, alsook in de interim-overeenkomst reeds volledige medewerking van Servië met het ICTY wordt vereist. Volgens de politieke criteria van Kopenhagen is volledige medewerking met het ICTY een essentiële voorwaarde voor het lidmaatschap van de EU. In verband met het verzoek van Servië om lidmaatschap van de Europese Unie van 22 december 2009 onderstreept de EU dat in elke fase van het proces van Servië's toetreding tot de EU, op grond van het in punt 1 bedoelde besluit, verdere stappen zullen worden gedaan wanneer de Raad unaniem besluit dat Servië volledig meewerkt of blijft meewerken met het ICTY. De Raad zal de voortgangsverslagen van de openbaar aanklager daarom nauwlettend volgen. De EU en haar lidstaten memoreren dat zij bereid zijn Servië in dit opzicht bij te staan.

5. De Raad verzoekt Servië uitvoering te geven aan de in juni 2010 door de openbaar aanklager van het ICTY aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties verstrekte aanbevelingen betreffende ondersteuning door Servië in lopende processen en beroepszaken en hulp van Servië in de cruciale kwestie van de arrestatie van de twee resterende vluchtelingen, Ratko Mladic en Goran Hadzic; dat zou het meest overtuigende bewijs zijn dat Servië zich inspant om mee te werken met het ICTY.

EUROPESE DIENST VOOR EXTERN OPTREDEN

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan de ontwerp-verordeningen houdende bepalingen van het financieel reglement en van het personeelsstatuut die van toepassing zijn op de Europese dienst voor extern optreden, in de versie die op 14 oktober met het Europees Parlement was overeengekomen en op 20 oktober door het Parlement was goedgekeurd.

Tijdens een volgende zitting zal hij de bijgewerkte versie van beide verordeningen zonder verdere bespreking aannemen.

Dit zijn de laatste twee rechtshandelingen die nodig zijn om de Europese dienst voor extern optreden operationeel te maken - een van de meest ingrijpende veranderingen uit het Verdrag van Lissabon dat afgelopen december in werking is getreden.

Hoge vertegenwoordiger Catherine Ashton deelde mee dat Pierre Vimont wordt benoemd tot uitvoerend secretaris-generaal en David O'Sullivan tot directeur-generaal administratie van de EDEO. (mededeling)

De EDEO moet het externe optreden van de Unie meer coherentie en efficiëntie geven, en zal de hoge vertegenwoordiger bijstaan bij de vervulling van haar mandaat. De dienst zal samenwerken met de diplomatieke diensten van de lidstaten en zijn samengesteld uit ambtenaren uit de bevoegde diensten van het secretariaat-generaal van de Raad en van de Commissie, alsmede uit door de nationale diplomatieke diensten van de lidstaten gedetacheerde personeelsleden.

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

BEGROTINGEN

EU-begroting voor 2011

De Raad heeft besloten niet alle amendementen van het Europees Parlement op zijn standpunt inzake de ontwerp-begroting voor 2011 goed te keuren.

Overeenkomstig artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese unie zal nu een bemiddelingscomité bijeen worden geroepen, dat binnen 21 dagen overeenstemming moet zien te bereiken over een gemeenschappelijke tekst.

Steun aan bananenexporterende ACS-landen

De Raad heeft besloten niet alle amendementen van het Europees Parlement op zijn standpunt inzake de zogenoemde flankerende maatregelen voor bananenexporterende ACS-landen goed te keuren.

Overeenkomstig artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese unie zal nu een bemiddelingscomité bijeen worden geroepen, dat binnen 21 dagen overeenstemming moet zien te bereiken over een gemeenschappelijke tekst.

Het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 voor 2010 houdt in dat 56,7 miljoen euro wordt uitgetrokken voor bijstand aan bananenexporterende landen van de ACS die de gevolgen ondervinden van liberaliseringsmaatregelen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie. Volgens de Raad moet dit bedrag worden gehaald uit herschikkingen in rubriek 4 van de Uniebegroting ("De EU als mondiale partner") en uit de marge onder die rubriek. Wat betreft de verstrekking van nog eens 18,3 miljoen euro voor ACS-landen die bananenleverancier zijn, heeft de Raad de Commissie verzocht om zo spoedig mogelijk voorstellen te doen voor nog meer herschikkingen binnen rubriek 4.

HANDELSPOLITIEK

Antidumpingmaatregelen - natriumgluconaat - aluminium wielen - China

De Raad heeft verordeningen aangenomen tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot inning van het voorlopige antidumpingrecht op:

* natriumgluconaat van oorsprong uit China (doc.14430/10); alsmede
* bepaalde aluminium wielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China (doc.14336/10).

Schorsing van douanerechten bij invoer op Madeira en de Azoren*

De Raad heeft een verordening aangenomen tot tijdelijke schorsing van douanerechten bij invoer van bepaalde industrieproducten in de autonome regio's Madeira en de Azoren (docs.14912/10 + 14482/10).

ALGEMENE ZAKEN

Status van het eiland Saint-Barthélemy

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een aan de Europese Raad voor te leggen ontwerp van een besluit waarbij de status van het eiland Saint-Barthélemy gewijzigd wordt van ultraperifere regio naar geassocieerd gebied overzee (doc.15224/10).

Comité van toezicht van OLAF

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een voorstel van de Commissie om de leden van het Comité van toezicht van OLAF te benoemen voor een tweede ambtstermijn, tot en met 30 november 2011.

De leden van het comité zijn: de heer Kálmán Györgyi, de heer Luis López Sans-Aranguez, de heer Peter Strömberg, mevrouw Diemut R. Theato en mevrouw Rosalind Wright.

EU-ambtenaren - conclusies van de Raad*

De Raad heeft de conclusies in document 14699/10 aangenomen.

ENERGIE

Samenwerking met Zuid-Afrika op het gebied van het vreedzaam gebruik van atoomenergie

De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij de Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over een overeenkomst tussen Euratom (de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie) en Zuid-Afrika over samenwerking bij het vreedzame gebruik van kernenergie.

MILIEU

Autowrakken

De Raad heeft bezwaar gemaakt tegen de aanneming door de Europese Commissie van een ontwerp-richtlijn houdende technische aanpassing van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken.

De Raad is het eens met de inhoud van de ontwerp-richtlijn van de Commissie. Een gekwalificeerde meerderheid van de delegaties was echter tegen de aanneming, omdat de Commissie de lidstaten verplicht transponeringstabellen op te stellen, en aldus de in de basishandeling (Richtlijn 2000/53/EG) toegekende uitvoeringsbevoegdheden overschrijdt.

Krachtens de regelgevingsprocedure met toetsing kan de Raad bezwaar maken tegen de aanneming van nieuwe maatregelen, op grond van het argument dat deze maatregelen de in de basishandeling vastgestelde uitvoeringsbevoegdheden overschrijden, niet verenigbaar zijn met het doel of de inhoud van de basishandeling of niet stroken met het subsidiariteits- of evenredigheidsbeginsel.

VOLKSGEZONDHEID

Kaderverdrag van de WHO inzake tabaksontmoediging

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan het standpunt dat de EU tijdens de vierde zitting van de Conferentie van de Partijen bij het Kaderverdrag van de Wereldhandelsorganisatie inzake tabaksontmoediging zal innemen betreffende de richtsnoeren voor de toepassing van de artikelen 9 en 10 van het Kaderverdrag.

Artikel 9 betreft de inhoud van tabaksproducten, en artikel 10 de informatieverschaffing over tabaksproducten. De richtsnoeren zijn niet-bindende aanbevelingen die de partijen kunnen hanteren bij de toepassing van bedoelde verdragsartikelen. De vierde zitting van de Conferentie van de Partijen zal plaatsvinden van 15 tot en met 20 november te Punta del Este in Uruguay.

Tekst van het Kaderverdrag:
http://whqlibdoc.who.int/publications/2003/9241591013.pdf

^1 :

Verslag:
http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_Data/docs/pressdata/en/ec/117 236.pdf
Factsheet:
http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_Data/docs/pressdata/en/ec/117 253.pdf