Rijksoverheid
Toespraak staatssecretaris Teeven bij de uitreiking van de Hein Roethofprijs
Toespraak | 26-10-2010
Toespraak staatssecretaris Teeven bij de uitreiking van de Hein
Roethofprijs, Den Haag, Nieuwe Kerk, maandag 25 oktober 2010, vanaf
15.00 uur.
Dames en heren,
Het doet me bijzonder veel deugd dat ik, amper twee weken na mijn
aantreden als staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, vanmiddag
hier in deze monumentale Nieuwe Kerk, de Hein Roethofprijs mag
uitreiken.
Ik vind het een prachtige prijs. Sinds de eerste uitreiking in 1987 is
ze zelf al bijna uitgegroeid tot een monument: een begrip in de wereld
van criminaliteitspreventie. Het winnen van de Hein Roethofprijs
betekent niet alleen erkenning dat je heel goed bezig bent met het
voorkomen van criminaliteit, er gaat ook een enorm stimulerende werking
van uit.
Ik kan daarover meepraten. Ik herinner me nog goed hoe in mijn eerste
periode als officier van justitie bij het parket Amsterdam - tussen
1993 en 2003 - meerdere malen in vrij korte tijd een Amsterdams project
met de prijs aan de haal ging. Ik wil hier overigens allerminst een
causaal verband suggereren: deze bekroonde projecten waren geen van
alle geïnitieerd door het Openbaar Ministerie. Wel waren we als OM erg
verguld met die initiatieven. Zo zorgde het Meldpunt Extreme Overlast
Westerpark, dat de prijs in 1995 won, ervoor dat we personen die voor
ernstige overlast in die wijk zorgden effectief konden aanpakken.
Tegelijkertijd kregen de slachtoffers - mensen die soms hun huis niet
meer uitdurfden uit angst beroofd of bedreigd te worden - direct hulp.
Ook herinner ik me het project Vakopleidingen in het Huis van Bewaring
Havenstraat, prijswinnaar in 1997. Door een combinatie van een
vakopleiding met baangarantie, huisvesting en sociale begeleiding
slaagde dat project erin om 70 procent van de deelnemers voortaan
buiten het criminele circuit te houden.
Dames en heren, dit nieuwe kabinet geeft een hoge prioriteit aan het
veiliger maken van Nederland. Daar gaan we de komende jaren dan ook
hard aan werken. Over de maatregelen die we op dit terrein willen gaan
nemen, hebt u de afgelopen weken al het een en ander kunnen lezen. Maar
het tegengaan van criminaliteit en overlast is geen zaak van de
overheid alleen. Ook burgers en bedrijfsleven moeten daarbij een
belangrijke rol vervullen. Niet voor niets hebben we het regeerakkoord
als motto meegegeven `Vrijheid en verantwoordelijkheid'. U begrijpt,
ook om die reden ben ik bijzonder gelukkig met de Hein Roethofprijs.
Bij de genomineerde projecten heb ik - als vanouds - weer een aantal
mooie voorbeelden gezien van initiatieven van burgers, of
vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, die op het terrein van
criminaliteitspreventie hun eigen verantwoordelijkheid hebben genomen.
Op één van die genomineerde projecten wil ik hier iets nader ingaan.
Niet omdat ik de jury zou willen beïnvloeden - daar moet een
bewindspersoon zich sowieso verre van houden; en bovendien is het nu
toch al te laat. Maar omdat het een onderwerp betreft dat ook bij het
kabinet een bijzonder hoge prioriteit geniet: het terugdringen van de
overvalcriminaliteit. De aanpak van overvallen is bij uitstek een
onderwerp waarbij overheid én bedrijfsleven beide hun
verantwoordelijkheid nemen en goed samenwerken. Dat zie je bijvoorbeeld
terug in de samenstelling van de Taskforce Overvallen, onder
voorzitterschap van de burgemeester van Rotterdam, de heer Aboutaleb.
Maar ook in het vandaag genomineerde project `De week van de
Veiligheid', een initiatief van Detailhandel Nederland en het Centraal
Bureau Levensmiddelenhandel.
Gedurende die week wordt het winkelpersoneel nog eens extra gewezen op
de veiligheidsinstructies. De kassamedewerkers letten nog eens goed op
de geldprocedures. De medewerkers van de vulploeg krijgen training in
de procedures rond de achterdeur van de winkel - enzovoort. Ook politie
en Openbaar Ministerie laten zich in De week van de Veiligheid niet
onbetuigd. Het is, nu het oktober is, de tijd waarin het weer vroeger
donker begint te worden en de kans op een overval toeneemt. Politie en
OM zetten daarom nu het zogeheten `Donkere Dagen Offensief' in. Dat
offensief behelst een aantal extra maatregelen, zoals verscherpt
toezicht op een aantal `hotspots' en de inzet van een speciaal
overvallenteam. En met succes! In Tilburg, om maar een voorbeeld te
noemen, nam het aantal overvallen afgelopen winter, tijdens de Donkere
Dagenperiode, met ruim 20 procent af ten opzichte van het jaar
daarvoor!
Preventie werkt dus prima. En de resultaten kunnen zelfs nog beter
worden, wanneer er sprake is van een goed samenspel met repressieve
maatregelen. Dat blijkt wel uit de overvallenaanpak die ik u schetste.
Hierbij heeft ieder zijn verantwoordelijkheid. Waar het nemen van
preventieve maatregelen toch in de eerste plaats de
verantwoordelijkheid is van de burger en het bedrijfsleven, is de
repressie toch echt de verantwoordelijkheid van de overheid en daarmee
die van de minister en mij. In het regeerakkoord hebben we een aantal
maatregelen aangekondigd om de opsporing en vervolging te verstevigen
en de aansturing daarvan te verbeteren. Het moet veiliger worden op
straat en in de wijk. Wij nemen onze verantwoordelijkheid voor een
daadkrachtige aanpak van straatterreur, overlast, intimidatie,
agressie, geweld en criminaliteit. Een zichtbaar, gezaghebbend en
doortastend optreden van politie en justitie is daarvoor nodig.
Tot slot wil ik nog stilstaan bij de slachtoffers van criminaliteit.
Want hoe goed iedereen - overheid, burgers, bedrijfsleven - ook z'n
best doet: we zullen criminaliteit - helaas - nooit helemaal kunnen
uitbannen. Dat betekent dat er ook altijd mensen het risico blijven
lopen om slachtoffer te worden. En waar burgers en bedrijven
verantwoordelijk zijn voor preventie, de overheid voor de repressie,
hebben wij met elkaar in onze rechtsstaat de verantwoordelijkheid voor
een goede bejegening van en zorg voor de slachtoffers van
criminaliteit.
Nu is er op het gebied van slachtofferzorg de afgelopen jaren al veel
verbeterd. De voorlopige kroon op deze ontwikkeling is de Wet
versterking positie slachtoffers in het strafproces, die op 1 januari
aanstaande in werking treedt.
Maar daarmee zijn we er nog niet. Dit kabinet gaat zich, zoals u in het
regeerakkoord hebt kunnen lezen, hard maken voor verdere verbetering
van de positie van het slachtoffer. Ik zal mij hier persoonlijk voor
gaan inzetten. Zo ga ik werken aan verdere verbetering van de
ondersteuning die slachtoffers krijgen en van de informatievoorziening
rond `hun' strafzaak. Een andere verbetering is het in het leven roepen
van een beslagtitel, zoals in het regeerakkoord is aangekondigd. Het
Openbaar Ministerie moet de mogelijkheid krijgen al in een vroeg
stadium beslag te leggen op geld en goederen van personen die verdacht
worden van een delict. Het geld en de goederen worden gebruikt om te
zorgen dat de slachtoffers daadwerkelijk hun schade en de eventuele
proceskosten vergoed krijgen.
Dames en heren, ik ga afronden. Zoals gezegd, dit nieuwe kabinet zet
hoog in om Nederland daadwerkelijk veiliger te maken. Het is voor mij,
als staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, bijzonder inspirerend
om op zo'n bijeenkomst als vandaag te zien hoeveel mensen, organisaties
en bedrijven er zijn, die de overheid bij die belangrijke taak willen
helpen. De vijf projecten die genomineerd zijn voor de Hein
Roethofprijs, zijn daar mooie voorbeelden van: stuk voor stuk
uitstekende initiatieven, die daadwerkelijk bijdragen aan afname van de
criminaliteit en overlast.
De jury zal er een hele kluif aan hebben gehad om er één uit te kiezen,
die met de prijs - een fraai beeldje, een bedrag van 20.000 euro en
uiteraard de eeuwige roem - mag gaan pronken. Toch hebben ze hun keuze
weten te maken. De naam van het winnende project zit in een hermetisch
gesloten enveloppe. Aan mij straks de eer, zo heb ik begrepen, om die
open te maken. Ik begrijp dat de spanning bij de genomineerden nu al
bijna ondraaglijk moet zijn, maar u zult nog even geduld moeten hebben.
Daar moet u mij niet op aankijken, dat heeft de organisatie zo gewild.
Toch is deze opzet niet geheel van gevaar ontbloot. Een oude Romeinse
wijsheid luidt immers `Geduld, te vaak getergd, wordt razernij.' En dat
is iets wat je op een bijeenkomst over criminaliteitspreventie
uiteraard liever niet hebt...
Afzender
* Ministerie van Veiligheid en Justitie
Zie ook
* Criminaliteit
Onderwerp | BZK, Justitie
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051