Ministerie van Buitenlandse Zaken

beantwoording vragen van het lid Van Bommel over een akkoord over de uitleg van de Toescheidingsovereenkomst

Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Van Bommel over een akkoord over de uitleg van de Toescheidingsovereenkomst

Kamerbrief | 26 oktober 2010

Geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over een akkoord over de uitleg van de Toescheidingsovereenkomst. Deze vragen werden ingezonden op 15 oktober 2010 met kenmerk 2010Z14873.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. U.Rosenthal

Antwoorden van de heer Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Bommel (SP) over een akkoord over de uitleg van de Toescheidingsovereenkomst.

Vraag 1

Heeft de ambtelijke commissie Suriname-Nederland overeenstemming bereikt over de interpretatie van diverse artikelen in de Toescheidingsovereenkomst? 1)

Antwoord

Het laatste ambtelijk overleg met Suriname over de toescheidingsovereenkomst vond plaats op 13 en 14 januari 2010. De uitkomsten van dit overleg waren niet conclusief.

Vraag 2
Is er een interpretatieve verklaring opgesteld die ter goedkeuring aan beide regeringen en parlementen wordt voorgelegd?

Antwoord

In januari 2010 is een ontwerptekst voor een interpretatief protocol bij de Toescheidingsovereenkomst opgesteld. Over deze ontwerptekst is evenwel op ambtelijk niveau geen overeenstemming bereikt. Er is nog geen nieuwe datum voorzien voor een volgend overleg.

Vraag 3
Indien ja, wanneer kan de Tweede Kamer kennisnemen van de inhoud van deze verklaring?

Antwoord

Indien het tot een protocol komt, dan zal dat zoals gebruikelijk voor goedkeuring aan het parlement worden toegezonden.

Vraag 4
Op welke wijze is de Surinaams-Nederlandse gemeenschap betrokken bij het overleg over de toekomst van de Toescheidingsovereenkomst?

Antwoord

De onderhandelingen over de interpretatie van de Toescheidingsovereenkomst vinden plaats op ambtelijk niveau. Van beide zijden zijn geen andere partijen betrokken. Uit de vele contacten en correspondentie in de afgelopen jaren zijn de belangen van de Surinaams-Nederlandse gemeenschap echter bij de Regering zeer goed bekend. Juist om die reden is, naar aanleiding van de oorspronkelijke mededeling van Suriname de toescheidingsovereenkomst op te zeggen, de Regering de onderhandelingen gestart. Eenzijdige opzegging van de Toescheidingsovereenkomst is verdragsrechtelijk niet mogelijk.

Vraag 5

Op welke wijze gaat u de Surinaams-Nederlandse gemeenschap informeren over het resultaat van het overleg tussen beide landen over de Toescheidingsovereenkomst?

Antwoord

Indien het tot een interpretatief protocol komt, dan zal dat zoals gebruikelijk voor goedkeuring aan het parlement worden toegezonden. Via contacten met de diverse belangenverenigingen zal de Surinaams-Nederlandse gemeenschap hiervan op de hoogte worden gehouden.


1) De ware tijd, `Akkoord over uitleg Toescheidingsovereenkomst', 11 oktober 2010