HET RSV GEëVALUEERD. Effectiviteit van het ruimtelijk beleid in Vlaanderen

26/10/2010 12:02

Vlaamse Overheid

Ter voorbereiding van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) evalueerde het Departement RWO, in samenwerking met een onderzoeksconsortium onder leiding van het Instituut voor de Overheid, het huidig Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen (RSV). De balans is gemengd. Het RSV heeft met haar trendbreuken, doelstellingen en instrumentarium het beleid en de praktijk mee in de gewenste richting gestuurd, zij het dat er een gemengd beeld is. De resultaten van de studie worden voorgesteld tijdens de studievoormiddag "Het RSV geëvalueerd". Deze studievoormiddag vindt plaats op 29 oktober 2010 in het Maria-Theresiacollege, Grote Aula Sint-Michielsstraat 6 te Leuven. Vast staat dat er een kwantitatieve verschuiving plaatsvond van de bijkomende huishoudens in de richting van stedelijke gebieden. Het gebied waarin de bijkomende bebouwing als 'stedelijk' kon worden gekwalificeerd, is gegroeid. De druk op de open ruimte blijft nog steeds groot en de suburbanisatie is niet gestopt. Het RSV stelde voorop dat de stedelijke gebieden het grootste pakket aan economische activiteiten kregen te verwerken. Het streven naar verdere bundeling van economische activiteiten is globaal geslaagd, al is er hier een verschuiving waar te nemen naar de minder belangrijke concentratiegebieden. Op alle bestuursniveaus werd veel energie gestopt in het maken van plannen, maar naar verhouding te weinig in de realisatie ervan op het terrein. De afstand tussen ruimtelijke doelstelling en effectieve realisatie blijkt te groot. Het RSV droeg zeker bij aan het vergroten van de aandacht in verschillende beleidsvelden voor de ruimtelijke ordeningsagenda. Verschillen tussen sectoren blijven echter bestaan voor wat betreft de doorwerking van de ruimtelijke agenda. De te sterke juridisering en de verkokering die de bestuurlijke werking verlamt, worden door de onderzoekers naar voor geschoven als mogelijke oorzaken. Het onderzoek leidde tot de vaststelling dat het draagvlak voor het RSV gaandeweg afkalft. Bovendien ontwikkelde de beleidsdoelstellingen van het RSV onvoldoende uit een open maatschappelijk debat waardoor het politiek-maatschappelijk draagvlak onvoldoende is opgebouwd. Met het oog op het BRV bevelen de onderzoekers aan om het ruimtelijk debat te verbreden van de ambtelijk-bestuurlijke arena naar andere belanghebbenden in de samenleving enerzijds en het stroomlijnen van de publieke zijde anderzijds. Het nieuw BRV wordt best uitgewerkt volgens de regels van de ruimtelijke planning én van strategische beleidsplanning. Niet alleen een wervende ruimtelijke visie maar ook een vertaling naar strategische en operationele doelstellingen met een bijhorend legislatuurgebonden actieprogramma is vereist. Een beleidsplan moet dus praktisch uitvoerbaar zijn. Tot slot is er een pleidooi om te investeren in een betere kennisinfrastructuur. Het beter ontsluiten en verbinden van relevante informatie voor het ruimtelijke beleid, het ontwikkelen van een onafhankelijk kenniscentrum met voldoende continuïteit dat instaat voor een systematische monitoring van ruimtelijke ontwikkelingen wordt sterk aanbevolen.

Deelname aan de studievoormiddag is gratis. Vooraf inschrijven is noodzakelijk via de website van het Instituut voor de Overheid .

Voor eventuele hyperlinks en bijlagen: Zie het origineel