2010 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
107 Vragen van de heer M.G.M. Rottier en de heer P. Zwanenburg
(ingekomen 1 september 2010
en antwoorden door het college verzonden op 26 oktober 2010)
Afgelopen week bleek uit een onderzoek van de Europese Commissie dat de woonlasten in Nederland
de hoogste van Europa zijn. (http://www.socialsituation.eu/WebApp/ResearchNotes.aspx). In
Nederland slokken de woonlasten gemiddeld 30,9% van het besteedbaar inkomen op, terwijl het
Europese gemiddelde 22,2% is. Met name huurders hebben met een percentage van 38,7% een hoge
woonlastenquote. Opvallend is ook de hoge woonlastenquote van de 20% huishoudens met de laagste
inkomens in Nederland: bijna de helft (47,4%) van hun besteedbaar inkomen gaat op aan woonlasten.
Ondanks dat een aantal uitkomsten niet helemaal als een verrassing kwam is GroenLinks geschrokken
van de uitkomsten van dit onderzoek. De Woonbond stelt in een reactie dat de woonlastenquote
omlaag moet naar maximaal 25% van het besteedbaar inkomen.
Wij gaan ervan uit, dat u kennis heeft genomen van dit onderzoek van de Europese Commissie. De
GroenLinks fractie heeft naar aanleiding van dit onderzoek de volgende vragen:
1. Heeft het college inzicht in de woonlastenquote van Utrechters in zowel koop- als (sociale) huurwoningen? GroenLinks is vooral geïnteresseerd in de cijfers voor de Utrechtse huurders, omdat huurders kennelijk het hardst getroffen worden.
Het college heeft geen inzicht in de woonlastenquote van Utrechters. De Utrechtse woningcorporaties
beschikken eveneens niet over gegevens waarop de omvang van de woonlastenquote berekend kan
worden.
2. Indien deze cijfers bekend zijn, kunnen we deze dan krijgen?
n.v.t .
Indien deze niet bekend zijn, deelt het college dan de mening van GroenLinks, dat deze onderzocht moeten worden als onderleggers voor het volkshuisvestings- en armoedebeleid.
Nee, in de armoedemonitor wordt al aandacht besteed aan de effecten van het minimabeleid voor de laagste inkomens. In het volkshuisvestingsbeleid wordt met name het energiezuiniger maken van woningen ingezet om de woonlasten te verlagen. (zie ook vraag 4)
3. Is het college het met ons eens dat de een woonlastenquote van boven de 25%, met name voor mensen met een laag inkomen, onwenselijk is?
Onder woonlasten wordt verstaan de netto huur, energiekosten en overige woongerelateerde kosten. De jaarlijkse maximale huurverhoging wordt vastgesteld door de regering. De energiekosten zijn beïnvloedbaar door gebruik van isolatie en individueel energieverbruik. De woonlastenquote zal daardoor voor ieder huishouden verschillend uitvallen. De rijksoverheid is primair verantwoordelijk voor de inkomenspolitiek. Als gemeente voeren we de afgelopen jaren een gematigd tariefsbeleid m.b.t. de gemeentelijke belastingen, heffingen en leges. Huishoudens met een zeer laag inkomen kunnen in bijzondere gevallen in aanmerking komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen.
4. Welke maatregelen denkt het college te kunnen nemen - alleen, dan wel in overleg met corporaties om deze omlaag te krijgen?
Uit onderzoek blijkt dat de huurquotes de afgelopen jaren zijn gedaald als gevolg va het inflatievolgend huurbeleid. De stijging zit met name in de energiekosten. De gemeente heeft slechts beperkte mogelijkheden (zie met name antwoord vraag 3).De gemeente is momenteel wel in gesprek met corporaties om te komen tot afspraken over het energiezuiniger maken van hun huurwoningen. Dit kan op termijn leiden tot lagere woonlasten voor huurders.
5. Kunt u ons informeren over het aantal huurders van corporaties, dat een betalingsachterstand heeft t.a.v. de huur en de energiekosten, om welke totaal bedragen dat gaat en tot hoeveel deurwaarder acties, afsluitingen en huisuitzettingen e.e.a. in 2009 en de eerste helft van 2010 heeft geleid.
Alle woningcorporaties hebben beleid ontwikkeld om huurachterstanden te verminderen. Ook het project "Voorkoming Huisuitzettingen" heeft daarin bijgedragen. Hieronder treft u een overzicht aan per corporatie van de getroffen betalingsregelingen en aantal huisuitzettingen in 2009
|Corporatie |Betalingsregeli|huisuitzett|Totaal aantal | | |ngen |ingen |woningen | |BO-EX |249 |12 |8.108 | |GROENRANDWONEN |28 |1 |1.714 | |MITROS UTRECHT |469 |42 |22.467 | |PORTAAL UTRECHT |213 |33 |11.894 |
6. Is het college het met ons eens, dat de uitslag van dit Europees onderzoek een extra reden is om bij herstructurering - binnen de goedkope en betaalbare woningvoorraad - grootonderhoud of renovatie tot uitgangspunt te nemen en een terughoudend huurbeleid te bepleiten bij verhuurders.
Deze conclusie is te algemeen..Voor grootonderhoud vraagt de woningcorporatie geen huurverhoging. Door herstructurering en renovatie ontstaat er wel een huurwoningvoorraad van een energetisch gezien veel betere kwaliteit. Waardoor op termijn de woonlasten voor huurder relatief gezien minder zouden moeten stijgen of zelfs enigszins kunnen dalen. Renovatie is een verbetering van de bestaande situatie. De woningcorporatie mag daarvoor een huurverhoging vragen. Het is aan de individuele woningcorporatie om de renovatiekosten in het geheel of gedeeltelijk door te berekenen in de huurprijs.
7. Is het college bereid aan te dringen bij een nieuw kabinet om maatregelen te nemen de woonlastenquote in Nederland omlaag te krijgen.
De gemeente Utrecht een voorstander van extra maatregelen om de bestaande woningvoorraad energiezuiniger te maken. Dit meldden we ook al in de Woonvisie van begin dit jaar. Ook richting het Rijk zullen we ons blijven inspanningen om het Rijk er toe te bewegen dit met financiele middelen te ondersteunen. Vanzelfsprekend zullen ook de woonlasten onderwerp van gesprek zijn met het nieuwe kabinet.
---- --