De Nederlandse Bank

DNB geeft visie betalingsverkeer op SIBOS in Amsterdam

Nieuwsbericht

Datum 27 oktober 2010

De betalingsverkeerswereld verzamelt zich van 25 tot 29 oktober in Amsterdam, op de jaarlijks door SWIFT georganiseerde conferentie SIBOS. In de loop der jaren is SIBOS uitgegroeid tot een toonaangevend gremium waar commerciële banken, financiële dienstverleners en centrale banken vanuit de hele wereld elkaar ontmoeten en in discussie gaan over actuele ontwikkelingen in onder andere het betalingsverkeer. Voor centrale banken biedt SIBOS dan ook een goed platform om nieuwe besluiten of initiatieven uit te dragen.

CCBM2: het toekomstige onderpandsysteem van de Europese centrale banken

De Nederlandsche Bank en de Nationale Bank van België bouwen gezamenlijk CCBM2, het pan-Europese onderpandsmanagement systeem voor centrale banken (CCBM staat voor Collateral Central Bank Management). Het systeem zal naar verwachting in 2013 live gaan. Alle nationale centrale banken van het Eurosysteem zullen het systeem gaan gebruiken.

CCBM2 biedt een gemeenschappelijk platform voor het beheer van onderpand dat financiële instellingen aanhouden bij de centrale banken van het Eurosysteem. Een belangrijk voordeel van dit systeem is dat hierin procedures voor het nationale en grensoverschrijdende gebruik van onderpand worden geharmoniseerd. Voor commerciële banken brengen deze geharmoniseerde procedures grotere efficiëntie met zich en wordt het eenvoudiger om het in één euroland gelegen onderpand te gebruiken voor een kredietlijn in een ander euroland.

Vorige maand heeft het Eurosysteem overeenstemming bereikt over de functionaliteit van CCBM2 en over de termijnen en condities van het project. Bovendien zijn de belangrijkste mijlpalen vastgesteld en wat op welk moment precies gereed dient te zijn. De euro centrale banken hebben vorige maand dan ook allemaal te kennen gegeven het project van harte te ondersteunen. Vanaf nu zal het Eurosysteem externe stakeholders daarom regelmatig over de voortgang van het project informeren. Op SIBOS is in een 'special interest sessie' op 27 oktober daarvoor het startschot gegeven.

Panel over de uitdagingen bij het management van liquiditeitsrisico

Tijdens de recente financiële crisis bleken veel banken over onvoldoende liquide buffers te beschikken waardoor zij soms in acute liquiditeitsproblemen geraakten. Nog steeds is een aantal banken voor zijn funding afhankelijk van de centrale bank.

Om dergelijke liquiditeitsproblemen voor nu en de verdere toekomst te beteugelen, heeft het Bazelse Comité van bankentoezichthouders, dat wordt voorgezeten door DNB president Wellink, eind vorig jaar twee liquiditeitsstandaarden voorgesteld. Eén standaard - de liquidity coverage ratio (LCR) geheten - stelt dat banken voldoende liquide activa moeten hebben om gedurende 30 dagen een redelijk streng stress scenario op eigen kracht te kunnen doorstaan. De tweede standaard - de net stable funding ratio (NSFR) - is erop gericht dat banken hun lange termijn uitzettingen meer met lange middelen gaan financieren.

Banken voelen zich 'gebeten' door deze twee standaarden en dan vooral door de NSFR. Ze vrezen dat - omdat lange financiering duurder is dan korte financiering - hun kosten zullen stijgen en dat daardoor niet-banken een competitief voordeel zullen krijgen bij het verstrekken van lange leningen.

DNB-directeur Lex Hoogduin is hierover tijdens het SIBOS-panel 'Liquidity risk management. The challenges at hand' in debat met een aantal topbankiers gegaan. Hij heeft betoogd dat de traditionele retail bank, die retail leningen met retail funding financiert, niet zo heel veel van de NSFR te vrezen heeft. Daarentegen zal volgens hem de NSFR wel de banken pijn doen die hun lange termijn activiteiten met korte interbancaire deposito's financieren. Dit is echter juist de opzet: alleen zo worden die banken geprikkeld om hun fundingpatroon te herzien en dat komt de stabiliteit van het financiële stelsel ten goede. Daarnaast heeft Hoogduin laten zien dat DNB in haar andere taken
- als mede-verantwoordelijke voor het monetaire beleid in het eurogebied en vanuit haar verantwoordelijkheid voor een soepel functionerend betalingsverkeer - ook veel heeft gedaan om de liquiditeitsproblemen van banken te verzachten, en het efficiënt managen van liquiditeit te faciliteren.

Zo vergemakkelijkt het eerdergenoemde CCBM2 systeem een efficiënt gebruik van onderpand door banken. Dit wordt verder bevorderd doordat CCBM2 nauw zal samenwerken met de zogenoemde triparty onderpandsystemen van de internationale effectenbewaarbedrijven Euroclear en Clearstream. Banken kunnen zo snel en efficiënt hun liquide papier aanwenden waar en hoe het nodig is: voldoen aan liquiditeitseisen, onderpand voor operaties in de private sector, of als onderpand voor krediet bij de centrale bank. Het gebruik van onderpand als zekerheidsstelling bij financiële transacties zal verder gaan toenemen, bijvoorbeeld als gevolg van wetgeving die centrale clearing voor OTC derivatentransacties gaat verplichten. Dit is goed voor de financiële stabiliteit, maar stelt de markt ook voor uitdagingen. Samen met die markt denkt DNB dan ook na over verdere mogelijke verbeteringen van de infrastructuur. Op SIBOS heeft DNB dan ook de speciale interactieve sessie 'global liquidity management in de future' georganiseerd.

SEPA: één Europese betaalruimte

Er is op SIBOS ook ruim aandacht voor de toekomst van het betalingsverkeer van consumenten en bedrijven. In Europa heet die toekomst 'SEPA', de single euro payments area, ofwel één Europese betaalruimte. De basisingrediënten zijn er: standaarden waarmee overal in Europa op dezelfde manier een overboeking of een automatische incasso kan worden verricht. Maar het gebruik hiervan komt nog maar langzaam op gang. Daarom is er Europese wetgeving in voorbereiding die een einddatum zal bevatten voor het gebruik van de huidige nationale standaarden voor overboeking en incasso. Onder meer zal dit gaan betekenen dat de rekeningnummers die nu al standaard zijn voor internationale overboekingen (de 'IBAN') ook nationaal de standaard gaan worden. Omdat dit voor de administratieve systemen van bedrijven aanzienlijke aanpassingen met zich meebrengt, pleit DNB voor een voldoende lange overgangstermijn, die rekening houdt met de natuurlijke vervangingscyclus van deze systemen. Ook prefereren DNB en de Nederlandse markt één einddatum voor beide producten. Een geforceerde snellere overgang jaagt zowel bedrijven als banken op onnodig hoge kosten.