Provincie Overijssel

`Zonder 1000-jongerenplan had ik nog steeds een uitkering'

27 oktober 2010

Het 1000-jongerenplan, een project waarin de provincie Overijssel extra investeert, helpt 1000 Overijsselse jongeren die niet aan de bak komen aan een baan. Remon van de Worp (20) vertelt hoe hij door het project transformeerde van een probleemjongere tot een gemotiveerde werknemer.

Remon, wat heb jij meegemaakt waardoor het je niet lukte om een baan te vinden?

"Na een steekpartij kwam ik op mijn vijftiende in een internaat terecht. Toen ik daar op mijn achttiende uit kwam, raakte ik in de put. Maar toen ik kinderen kreeg, wilde ik werk zoeken. Ik wilde graag, maar kreeg geen kans vanwege mijn strafblad. Als ik me inschreef bij een uitzendbureau, werd ik nooit gebeld. En als ik dan zelf langsging om te vragen of ze al een baantje voor me hadden, zeiden ze dat er geen werk was. Ik heb nog even als steigerbouwer gewerkt; ik wilde toch geld verdienen voor de kinderen. Maar toen ik van de trap viel en verkeerd terecht kwam, kreeg ik last van mijn rug en lukte het werken niet meer. Ik heb zelf maar ontslag genomen voordat ze mijn proeftijd zouden beëindigen."

En zo kwam je in een uitkering terecht?

"Inderdaad. Ik was verplicht te solliciteren, maar bij de instanties zagen ze ook wel dat het me niet lukte een baan te krijgen. Uiteindelijk wees de provincie mij op het 1000-jongerenplan. Dat leek me niks. Het was het zoveelste traject. Ik mocht naar een bedrijf dat jongeren helpt mee te doen in de maatschappij: StapOp. (Lachend) Ik zei: `Ok, maar als het niks is, stap ik zo weer op'."

Toch werk je daar nu.

"Het ging heel anders dan ik gewend was van instanties. Wat wel fijn is, is dat ze me bij StapOp overal mee helpen. Normaal heb je als deelnemer van het 1000-jongerenplan een begeleider vanuit het project én een werkgever. Nu kreeg ik de begeleiding, training en het werk allemaal van StapOp. Ik mocht zelf aangeven of ik een vrouwelijke of mannelijke begeleider wilde. Dat vond ik heel fijn, want ik kan met mannen niet goed praten. Toen ik jong was, kropte ik alles op. In het internaat heb ik geleerd over mijn gevoelens te praten. En je raadt het al, het waren vrouwelijke medewerkers die mij daarmee hielpen. Mijn begeleidster van StapOp liet me kiezen waarmee ik als eerste wilde worden geholpen."

Wat wilde jij op orde krijgen?

"Uit het assesment bleek dat ik heel veel dingen leuk vind en voor veel beroepen aanleg heb. Maar ik moest en wilde eerst mijn schulden afbetalen en mijn boekhouding op orde krijgen, want daar maakte ik me veel zorgen over. Brieven die ik ontving, maakte ik wel open, maar legde ik op een stapel. Alleen al die moeilijke taal die erin stond... StapOp heeft me geholpen alles in mappen te stoppen. Zo kreeg ik het overzicht terug."

Wat was de volgende stap?

Daarna pas begon ik met de trainingen, zoals rollenspellen. Daarin leerde ik hoe ik moet praten in een sollicitatiegesprek en welke houding ik moet aannemen. Het traject met trainingen en hulp om alles op een rij te krijgen heb ik een half jaar geleden afgerond. Toen mocht ik daar blijven werken. Ik kan allerlei werk uitproberen. Op het moment knap ik bijvoorbeeld tuintjes op. Ik weet nog niet wat ik in de toekomst wil. Ik heb VMBO niveau 1 Administratie gedaan, maar administratie vind ik eigenlijk niet leuk. Misschien wil ik zelf ook met probleemjongeren werken, maar bouwtekeningen maken is ook leuk."

Wat heeft het 1000-jongerenplan voor jou veranderd?

"Ik wil 's ochtends weer opstaan, omdat ik naar mijn werk kan. Ik heb nu zelfs een extra baantje voor twee uur in de week als schoonmaker. Toen ik een uitkering had, had het geen zin om een bijbaantje te nemen. Ik werd dan namelijk gekort op mijn uitkering. Nu doe ik het werken echt voor mezelf en mijn kinderen. Ik vind het heel mooi dat de provincie probleemjongeren een kans geeft. Zonder dit project had ik nu nog steeds een uitkering."

Wilt u meer weten over het 1000-jongerenplan? Kijk dan op www.1000jongeren.nl

Door Mirjam van Huet

Remon

De provincie Overijssel wil vóór 2015 samen met jeugdzorginstellingen en het bedrijfsleven 1000 jongeren aan een baan helpen. De jongeren willen wel werken, maar slagen er niet in om mee te doen in de maatschappij. Door schulden, problemen thuis of verslaving bijvoorbeeld.

Het beoogde resultaat van het project is niet alleen dat wordt voorkomen dat deze jongeren langdurig werkloos zijn of niet meedraaien in de maatschappij. Het 1000-jongerenplan heeft ook als doel bedrijven aan nieuw, jong personeel te helpen. Ten derde geeft het project een impuls aan `jeugdzorg nieuwe stijl', waarbij jongeren niet slechts tot hun achttiende begeleiding krijgen, maar net zo lang tot ze een plek in de samenleving hebben gevonden.