bijeenkomst van de Europese Raad te Brussel, 28 en 29 oktober 2010
Kamerbrief inzake bijeenkomst van de Europese Raad te Brussel, 28 en 29
oktober 2010
Kamerbrief | 25 oktober 2010
Graag bied ik u hierbij aan, mede namens de minister-president, de
geannoteerde agenda van de Europese Raad van 28 en 29 oktober te
Brussel.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U.Rosenthal
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
Dr. B. Knapen
Geannoteerde agenda van de Europese Raad van 28 en 29 oktober 2010 te
Brussel
Werkgroep Van Rompuy
Zoals bekend heeft de Europese Raad (ER) van 25-26 maart jl. de heer
Van Rompuy opgedragen een werkgroep voor te zitten die zich buigt over
budgettaire en economische coördinatie en crisisresolutie. Tijdens de
laatste bijeenkomst van deze werkgroep op 18 oktober jl. is
overeenstemming bereikt over het eindrapport. De Minister van
Financiën, die namens Nederland deel heeft genomen aan de werkgroep,
zal u hierover in detail informeren. De Europese Raad zal een discussie
voeren en naar aanleiding van het eindrapport conclusies aannemen.
Overigens heeft de Europese Commissie op 29 september jl. een pakket
wetgevende voorstellen gedaan, dat complementair is aan het werk van de
werkgroep-Van Rompuy. Deze voorstellen behelzen versterking van het
Stabiliteits- en Groeipact (SGP), aanpak van macro-economische
onevenwichtigheden en regels voor nationale budgettaire raamwerken. U
bent via BNC-fiches over deze voorstellen geïnformeerd.
Het eindrapport van de werkgroep-Van Rompuy bevat belangrijke
voorstellen voor versterking van de economische beleidscoördinatie in
de Unie, met specifieke maatregelen voor de eurozone. Zo komt er naast
het begrotingstekort meer aandacht voor de ontwikkeling van de
staatsschuld. Er komt een sterker automatisme in de besluitvorming over
het opleggen van sancties: wanneer de Raad heeft vastgesteld dat een
lidstaat onvoldoende doet om de begrotingsregels na te leven, volgen op
voorstel van de Commissie sancties die de Raad enkel met
gekwalificeerde meerderheid kan tegenhouden. Er komen meer
sanctiemogelijkheden, ook in de preventieve fase van het SGP. Ook
worden minimumeisen afgesproken waar nationale begrotingsraamwerken aan
zullen moeten voldoen. Bovendien komt er een mechanisme om
macro-economische onevenwichtigheden aan te pakken. Tot slot is er
afgesproken dat er een voorwaardelijkheid komt voor het ontvangen van
EU-fondsen door een relatie te leggen met de naleving van de vereisten
in het kader van het SGP.
Nederland had op een aantal onderdelen graag een ambitieuzer rapport
gezien, bijvoorbeeld wat betreft een nog sterker automatisme in de
uitvoering van het SGP. Het huidige akkoord bleek gezien het
krachtenveld in de werkgroep het maximaal haalbare.
Duitsland en Frankrijk hebben in een gezamenlijke verklaring ervoor
gepleit een proces in gang te zetten om een permanent
crisisresolutiemechanisme mogelijk te maken via wijziging van het
EU-Werkingsverdrag. Het mandaat van de Van Rompuy-werkgroep stelde in
maart jl. dat "alle opties voor het versterken van het wetgevingskader
moeten worden verkend". Het kabinet onderschrijft de noodzaak om verder
na te denken over een crisisresolutiemechanisme, gezien de ad hoc
mechanismen die dit voorjaar in het leven werden geroepen. Mocht een
dergelijk mechanisme overwogen worden, dan moet tenminste een aantal
heldere voorwaarden worden gesteld: er mogen geen verkeerde prikkels
vanuit gaan die slecht beleid belonen en zowel de private sector als
het IMF moeten worden betrokken. Naar verwachting zal de Europese Raad
een oproep doen tot nadere verkenning van alle opties, conform het
mandaat van maart jl.
G20
Voor G20-bijeenkomsten wordt binnen de EU een gezamenlijke positie
afgesproken. Dat zal ook nu weer gebeuren, in de aanloop naar de
G20-top voor staatshoofden en regeringsleiders van 11-12 november in
Seoel. Nederland is nog niet uitgenodigd voor de G20-top in Seoel.
Het kabinet hecht veel waarde aan goede EU-coördinatie voorafgaand aan
G20-bijeenkomsten. Het ziet graag een Europese positie waarin aandacht
wordt gevraagd voor een vlotte en grondige peer review van
macro-economisch beleid via het zogenaamde Framework for Strong,
Sustainable and Balanced Growth. Landen moeten elkaar de maat willen en
durven nemen wat betreft de houdbaarheid van hun macro-economisch
beleid. Het Framework biedt tevens een podium om de
wisselkoersverhoudingen te bespreken. Daarnaast is het kabinet van
mening dat in de Europese positie tot uiting moet komen dat er nu
doorgepakt moet worden op het dossier van de hervorming van
internationale financiële regelgeving. Hiertoe dient Bazel III, het
vernieuwde raamwerk voor kapitaal- en liquiditeitseisen, duidelijk door
de G20 onderschreven te worden. De EU moet hiertoe krachtig oproepen.
Het versterken van de legitimiteit en effectiviteit van het IMF is een
ander aandachtspunt voor het kabinet. Nederland heeft continue gepleit
voor een samenhangend pakket waarover uiteindelijk de IMF-leden
overeenstemming moeten bereiken. Tenslotte hecht het kabinet aan
aandacht in de Europese positie voor de allerarmsten en het afwijzen
van protectionisme. Vrije wereldhandel is essentieel voor duurzame
economische groei, waarvan ook de allerarmsten kunnen profiteren.
Klimaatverandering
De ER zal de inzet van de EU vaststellen voor de VN-klimaatconferentie
in Cancún eind november. Doel is dat Cancún een betekenisvolle stap zet
op weg naar een alomvattend juridisch bindend raamwerk dat voortbouwt
op het Kyoto Protocol en waarin de politieke sturing van het Kopenhagen
Akkoord wordt geïntegreerd. De EU-inzet is uitgebreid verwoord in de
conclusies van de Milieuraad van 14 oktober jl. Naar verwachting zal de
ER een aantal kernpunten daaruit benadrukken opdat de Unie kan inspelen
op de internationale onderhandelingen: de bereidheid om onder
voorwaarden een verlenging van het Kyoto Protocol te accepteren, het
belang van transparantie over klimaatfinanciering en het na Cancún
nader bekijken van mogelijkheden om verder te gaan dan 20%
emissiereductie in 2020. Ten slotte zal de Unie naast de internationale
onderhandelingen ook op andere manieren proberen met strategische
partners samen te werken op gebieden van gedeelde belangen die hen
helpen hun emissies omlaag te brengen.
Nederland steunt de EU-inzet voor Cancún. Er wordt overigens geen
uitgebreide discussie over klimaat verwacht tijdens deze ER.
Voorbereiding van toppen met strategische partners
In navolging van de discussie tijdens de ER van 16 september jl. over
de strategische partners van de Unie zal deze ER spreken over de
aanstaande toppen met de VS (20 november: na de NAVO top in Lissabon),
Oekraïne (22 november) en Rusland (7 december). De EU zal tijdens deze
topontmoetingen wordenvertegenwoordigd door ER-voorzitter Herman van
Rompuy, Commissievoorzitter Manuel Barroso en Hoge Vertegenwoordiger
Catherine Ashton. De EU-lidstaten zijn daarbij niet aanwezig.
Nederland bepleit dat tijdens de toppen met de VS, Rusland en Oekraïne
de gezamenlijke aanpak van een aantal mondiale uitdagingen centraal
wordt gesteld. Bijzondere aandacht dient er te zijn voor mondiale
veiligheid (bestrijding van piraterij en terrorisme;
non-proliferatievraagstukken). Daarnaast moet de EU met deze landen
spreken over samenwerking in de aanloop naar de klimaattop in Cancún.
Tot slot zou het economische herstel centraal moeten staan. Van belang
is dat de EU, de VS, Rusland en Oekraïne protectionistische maatregelen
afwijzen.
Daarnaast zal Nederland per land specifieke accenten willen zetten.
VS
Dit kabinet hecht zeer aan de trans-Atlantische band. De top zal moeten
onderstrepen dat de EU en de VS veel waarden en gemeenschappelijke
belangen delen en dat zij op basis daarvan samen kunnen handelen.
Rusland
Nederlandpleit ervoor dat tijdens de top met Rusland ook specifiek
aandacht wordt geschonken aan de situatie op het gebied van
mensenrechten, waaronder specifiek de situatie van
mensenrechtenverdedigers en journalisten. Daarnaast zal tijdens de top
ook de stand van zaken ten aanzien van de onderhandelingen voor een
nieuw strategisch akkoord met Rusland worden besproken. In dit verband
dient de EU ook aan te dringen op spoedige Russische toetreding tot de
Wereldhandelsorganisatie (WTO). Verder zal worden gesproken over het
tijdens de vorige EU-Rusland top overeengekomen Partnership for
Modernisation en de samenwerking op energieterrein.
Oekraïne
Nederland is van mening dat de top een verdere impuls moet geven aan de
onderhandelingen over een Associatieovereenkomst en over een diep en
veelomvattend handelsakkoord van de EU met Oekraïne. De top biedt
verder de gelegenheid voor de EU om opnieuw aan te dringen op een
effectief economisch hervormingsprogramma, conform IMF-voorwaarden. Het
is van belang dat de EU tijdens de top een duidelijk en realistisch
perspectief presenteert ten aanzien van de toekomstige relatie met
Oekraïne. Een perspectief op toetreding van Oekraïne tot de EU is, als
bekend, niet aan de orde. Tijdens de top zal ook worden gesproken over
de voorwaarden voor visumvrijheid als mogelijke lange termijn
doelstelling. Het kabinet hecht er sterk aan dat een eenmaal ingezet
proces naar visumliberalisatie stap voor stap plaatsvindt, waarbij
voortgang alleen kan worden geboekt op basis van duidelijk meetbare,
objectieve criteria. Dit impliceert dat geen sprake kan zijn van vaste
tijdpaden.
Statusverandering Saint-Barthélemy
Op verzoek van Frankrijk is onder agendapunt "diversen" de
statuswijziging geagendeerd van het Caribische eiland Sint Bartholomeus
('Collectivité de Saint-Barthélemy') van 'Ultraperifeer Gebied' (UPG)
naar 'Landen en Gebieden Overzee' (LGO). De UPG-status houdt in dat het
volledige acquis van de Unie, inclusief het gebruik van de euro van
toepassing is. De UPG-status behelst daarmee een hechtere samenwerking
met het moederland en met de EU dan de LGO-status. De LGO-status biedt
handelspreferenties en beperkte financiële ondersteuning zonder dat de
ontvangende landen het acquis hoeven in te voeren. De Europese Raad zal
conform het Verdrag worden verzocht op basis van het Commissie-advies
dat op 18 oktober jl. werd gepresenteerd, formeel in te stemmen met de
statuswijziging. Het besluit heeft geen gevolgen voor Nederland of de
Nederlandse LGO's. Nederland zal derhalve instemmen met het voorstel.
Over dit onderwerp wordt geen discussie verwacht.
Ministerie van Buitenlandse Zaken