Gemeente Bunnik



Plantenziekten en plagen in openbaar groen
Nummer 2, oktober 2010

Schimmel Chalara fraxinea is een bedreiging voor de es in Nederland Eerste vondst in Nederland Afgelopen zomer werd in het noordoosten van Nederland voor het eerst essensterfte waargenomen, veroorzaakt door de schimmel Chalara fraxinea. De aantasting werd waargenomen in één- en tweejarige zaailingen van de gewone es (Fraxinus excelsior) in een relatief jonge aanplant in het openbaar groen in de gemeente Bellingwedde (Groningen). Bij vervolgonderzoek in de omgeving werd de aantasting ook vastgesteld in de omliggende gemeenten Oldambt en Menterwolde. De verdere verspreiding wordt in de komende periode onderzocht. De schimmel verspreidt zich zowel op natuurlijke wijze als via plantmateriaal. Verspreiding In de begin jaren negentig werd in Polen en Litouwen voor het eerst essensterfte waargenomen. In de jaren na de oorspronkelijke waarnemingen heeft de aantasting zich snel verspreid over een groot deel van Europa en is nu aanwezig in België, Denemarken, Duitsland,

Estland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Slovenië, Zweden en Zwitserland. Sinds afgelopen zomer is de aantasting dus ook bekend in Nederland.

Inhoudsopgave
Schimmel Chalara fraxinea is een bedreiging voor de es in Nederland 1 Ambrosia plant verlengt hooikoortsseizoen 2 Voorkomen van Bastknobbels in Nederland 2 Eikenprocessierups jaagt gemeenten op kosten 3 Phytophthora ramorum op lariks in het Verenigd Koninkrijk 3 Lapsnuitkevers in de groene ruimte 4 Tamme-kastanjegalwesp in Nederland 4

Aan- of afmelden nieuwsbrief?
U kunt zich aanmelden voor deze digitale nieuwsbrief door een e-mail te sturen naar pd.info@minlnv.nl, onder vermelding van `Aanmelding nieuwsbrief plantenziekten en plagen in openbaar groen'. Wenst u in de toekomst geen nieuwsbrief meer te ontvangen, dan kunt u zich via dit mailadres afmelden.

Pas in 2006 werd duidelijk dat essensterfte wordt veroorzaakt door een tot dan toe onbeschreven schimmel en die sindsdien bekend is onder de naam Chalara fraxinea. De schimmel tast de gewone es (Fraxinus excelsior) en de smalbladige es (Fracinus angustifilia) aan. Het is niet bekend of de schimmel de pluim es (Fraxinus ornus) aantast. Tussen de verschillende planten bestaat een verschil in gevoeligheid voor aantasting. Tot op heden lijken er geen gewone of smalbladige essen te bestaan, die absoluut resistent zijn. Schade Essen zijn belangrijke bomen voor zowel in het openbaar groen als voor de houtproductie. Chalara fraxinea veroorzaakt zowel op kwekerijen als in de productiefase aanzienlijke schade. Vanuit Denemarken wordt gemeld dat grote delen van hun essenbestand inmiddels zijn aangetast en zullen verdwijnen. Ook in andere landen wordt aanzienlijke sterfte in essenbestanden of op kwekerijen gemeld. Symptomen Chalara fraxinea veroorzaakt symptomen op zowel bladeren, takken als stammen van essen. Bladeren vertonen een bruinverkleuring van de bladsteel, gevolgd door afsterving en bruinverkleuring van (delen van) het blad. Op dunne twijgen ontstaan aanvankelijk donkere verkleuringen in de bast. Bij oudere aantastingen is de bast ingezonken en lichter gekleurd. Op dikkere takken en stammen ontstaan bastverkleuringen vaak rond de aanzet van een zijtak. Deze verkleuringen zijn vaak langgerekt en kunnen uiteindelijk de tak of stam helemaal omvatten, waarna het bovenliggende deel van de boom afsterft. Jonge bomen lijken vatbaarder voor een aantasting. Echter ook in oudere bomen kan takafsterving worden aangetroffen en bij ernstige aantasting leiden tot het geheel afsterven van de boom. De diagnose kan alleen worden gesteld met behulp van laboratorium onderzoek. Meer informatie op de internetpagina Essensterfte

verspreiding van de Ambrosia plant in Nederland te voorkomen kan iedereen, van particulieren tot aan terreinbeheerders, een bijdrage leveren. Dit kan door de aanwezigheid van Ambrosia planten te melden en door het op een juiste manier bestrijden van deze plant. Ambrosia is dé hooikoortsplant Ambrosia is wereldwijd één van de belangrijkste veroorzakers van hooikoorts. Tijdens de bloei van Ambrosia komen grote hoeveelheden pollen vrij. Deze pollen kunnen snel hooikoortsklachten veroorzaken. De plant bloeit daarbij laat, vanaf eind augustus tot en met oktober, waardoor het huidige hooikoortsseizoen tot ongeveer 2 maanden verlengd kan worden. Ambrosia voelt zich thuis in Nederland Tot voor kort was het klimaat in Nederland ongeschikt voor Ambrosia om zaden te kunnen vormen. Dat is niet meer het geval. Zaadvorming is (met name in jaren met warmere zomers) wel mogelijk, waardoor Ambrosia zich in de toekomst massaal in Nederland zou kunnen vestigen als we er niets aan doen. In Nederland komt Ambrosia nu voornamelijk voor in tuinen, door het strooien van vogelvoer dat soms Ambrosiazaden bevat. Ook kan Ambrosia voorkomen op `verstoorde gronden', zoals bouwterreinen, fabrieksterreinen, bermen, havens en akkerranden. Recent is de plant aangetroffen in ingezaaide "wildakkers". Voorlichting via gemeenten Bij de bestrijding van Ambrosia heeft de nVWA de hulp van gemeenten gevraagd. Er is informatiemateriaal naar gemeenten gestuurd, waarmee zij zowel hun inwoners als hun groendiensten kunnen informeren. Veel gemeenten hebben gereageerd op dit verzoek en hun eigen kanalen ingezet om aandacht te schenken aan Ambrosia. Wat kunt u doen? De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) vraagt iedereen alert te zijn en eventueel aanwezige Ambrosia planten op de juiste wijze te bestrijden. Op www.ambrosiavrij.nu wordt uitgelegd hoe Ambrosia het beste bestreden kan worden en waar u waarnemingen van Ambrosia kunt melden (Natuurkalender).

Ambrosia plant verlengt hooikoortsseizoen
Door klimaatverandering komt de hooikoortsplant Ambrosia steeds meer voor in ons land. Dit kan er in de toekomst voor zorgen dat het hooikoortsseizoen tot twee maanden wordt verlengd. Om verdere

Voorkomen van Bastknobbels in Nederland
In 2006 werd voor het eerst de aanwezigheid gemeld van knobbels op de bast van diverse stadsbomen. De oorzaak van dit verschijnsel is in de jaren daarna onderzocht door onder andere de WUR en de divisie Plant van de nVWA. In de winters van 2008/2009 en 2009/2010 heeft de nVWA bastknobbels geïnventariseerd in Nederland. Aanwezigheid in Nederland In de winter van 2009/2010 heeft de nVWA bij diverse stadsbomen onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van bastsymptomen (knobbels, scheuren, necrose en bloedingen). Verspreid over het hele land werden 443 locaties bezocht. Op basis van deze survey concludeert de nVWA dat bastknobbels wijdverspreid aanwezig zijn in vrijwel alle delen van Nederland, zowel in stedelijk als in landelijk gebied. Op 39% van de geïnspecteerde locaties trof de nVWA één of meer bomen aan met symptomen van bastknobbels. Hoge concentraties

02 | Plantenziekten en plagen in openbaar groen | oktober 2010

bomen met bastknobbels komen voor in Zuid-Holland en het zuidwesten van Noord-Brabant. Twintig procent van de geïnspecteerde bomen had bastknobbels, 2,2% bastscheuringen, 1,7% bastnecrose en op 0,6% van de onderzochte bomen werden bastbloedingen aangetroffen. Het inventarisatierapport `Bastknobbels bij bomen in Nederland' is te downloaden van de website. Oorzaak bastknobbels Tot op heden hebben diverse onderzoeken nog niet kunnen vaststellen wat de oorzaak is van de bastknobbels bij bomen. De nVWA heeft in de onderzochte monsters geen bacterie, schimmel, nematode of geleedpotige aangetroffen. Er vindt nog onderzoek plaats naar virussen, viroïden en fytoplasma's als mogelijke veroorzaker. Daarnaast onderzoekt de WUR nog of electromagnetische velden een mogelijke oorzaak kunnen zijn. Meer informatie op de internetpagina Bastknobbels

geeft ruimte voor de ontwikkeling van kruiden. Behalve voor bijen kan dit ook gunstig zijn voor natuurlijke vijanden van eikenprocessierups én daarmee een besparing van onderhoudskosten opleveren. Inventarisatie in najaar Dit najaar wordt door het Aanspreekpunt eikenprocessierups een inventarisatie van de verspreiding van eikenprocessierups onder Nederlandse gemeenten in 2010 uitgevoerd. In vervolg hierop wordt aan gemeentelijke groenbeheerders een enquête toegezonden om meer informatie te krijgen over de omvang van de problematiek. Grondnesten ontdekt Dit jaar is voor het eerst waargenomen dat de eikenprocessierups grondnesten maakt. Dit was voorheen niet bekend. Naar aanleiding van de melding in Nederland, heeft men ook in Duitsland grondnesten aangetroffen. Het verschijnsel van nesten in vogelnestkastjes en brievenbussen is voorheen wel regelmatig waargenomen. Van massaal voorkomen van grondnesten is nu geen sprake, maar bij monitoring zal men met dit verschijnsel rekening moeten houden. Meer informatie op de internetpagina eikenprocessierups

Eikenprocessierups jaagt gemeenten op kosten

Phytophthora ramorum op lariks in het Verenigd Koninkrijk De schimmel Phytophtora ramorum komt verspreid in Europa voor bij een aantal loofbomen en struiken zoals de rododendron, de beuk en de Amerikaanse eik. De schimmel kan het afsterven van planten veroorzaken. In de Verenigde Staten zijn incidenteel aantastingen gevonden bij naaldbomen, maar dan alleen op de naalden en twijgen. Eind 2009 is de schimmel in het Verenigd Koninkrijk ook gevonden op bomen en struiken van de lariks (Larix). De schimmel veroorzaakt daar ook aantastingen (vlekken) op de stam. Door de aantasting van de stam kan de plant afsterven. Op de lariks vormt de schimmel ook sporen, waarmee de schimmel zich kan verspreiden. Het vormen van sporen is een verschijnsel dat in Europa totnogtoe vooral bekend was bij rododendron. Door deze sporenvorming kan de ziekte zich snel verspreiden. In het Verenigd Koninkrijk zijn al meer dan 70 locaties bekend waar de lariks is aangetast door de schimmel Phytophtora ramorum. Op grote schaal zijn deze aangetaste bomen verwijderd.

In deze tijd van bezuinigingen zoeken gemeenten naar mogelijkheden om de kosten voor beheersing van eikenprocessierups te verminderen. De kosten zijn afhankelijk van de populatiegrootte van de rupsen en het aantal eiken in een risico-omgeving. Voor de meeste gemeenten liggen de kosten tussen 10.000 tot 50.000 euro. Het gezamenlijk aanbesteden met buurgemeenten en andere instanties kan voordelig uitpakken. Het in eigen beheer uitvoeren van de bestrijding vereist echter de nodige inzet en deskundigheid van personeel. Het is dan ook de vraag of dit tot een besparing kan leiden. Het uitbesteden aan gespecialiseerde en deskundige bedrijven verdient daarom vaak de voorkeur. Momenteel wordt er gekeken naar de mogelijkheid van het instellen van een keurmerk `beheersing eikenprocessierups' voor uitvoerende bedrijven. Gefaseerd bermbeheer en beperking van het aantal maaibeurten Plantenziekten en plagen in openbaar groen | oktober 2010 | 03

In 2010 voert de nVWA in Nederland inspecties uit in bossen met lariks begroeiing en is er extra aandacht voor dié bossen waar de rododendron in de onderbegroeiing voorkomt. De nVWA adviseert aangetaste rododendrons zo snel mogelijk op te ruimen om verdere verspreiding te voorkómen. Meer informatie op de internetpagina Phytophthora ramorum

Lapsnuitkevers in de groene ruimte
Sinds enkele jaren veroorzaken lapsnuitkevers van het geslacht Otiorhynchus op bepaalde plekken in Nederland schade aan planten in de groene ruimte. Larven vreten aan de wortels van planten en kevers aan bladeren. Er komen in Nederland 18 soorten lapsnuitkevers voor, waarvan 7 soorten uitheems zijn. Een bekende inheemse soort is de taxuskever (Otiorynchus sulcatus).

Een aangetaste kastanjeboom is te herkennen aan de karakteristieke gallen op twijgen, bladstelen en de hoofdnerf van bladeren. In de knoppen overwinteren de larven, die in het voorjaar tevoorschijn komen. De larven prikken plantenweefsel aan, waardoor de gallen ontstaan. De larven ontwikkelen zich verder in deze gallen. Voor zover bekend sterft de boom niet. De boom kan wel aanzienlijk verzwakken. Bovendien wordt de productie van kastanjes bij aantasting beduidend minder. Er zijn grote gebieden in de Europese Unie, met name in Frankrijk en Italië, waar de tamme kastanje de belangrijkste boomsoort is. Om het landschap en de teelt van de tamme kastanje te beschermen, heeft de Europese Unie maatregelen verplicht gesteld om verdere verspreiding te voorkomen. In Italië, Frankrijk, Slovenië en Zwitserland, komt de tamme-kastanjegalwesp in de groene ruimte al voor. Wanneer u bij de loofboomsoort Castanea gallen aantreft, die lijken op de gallen op de afbeeldingen,kunt u een e-mail sturen naar pd.info@minlnv.nl. U kunt ook bellen met het LNV-loket op telefoonnummer 0800-2233322 (gratis).

De bekende uitheemse soorten komen van nature in Zuid-Europa voor en kunnen via de handel in planten naar andere landen worden verspreid. Op plaatsen met nieuwe aanplant kan op deze wijze de kever worden binnengebracht. Er zijn beperkte mogelijkheden om lapsnuitkevers te bestrijden in particuliere tuinen. Meer informatie op de internetpagina Lapsnuitkever

Meer informatie op de internetpagina Tamme-kastanjegalwesp

Tamme-kastanjegalwesp in Nederland
In juli 2010 heeft de divisie plant van de nVWA in vijf tamme kastanjebomen (Castanea sativa) een voor Nederland nieuwe galwesp gevonden. Het betreft de tamme-kastanjegalwesp (Dryocosmus kuriphilus). Deze wesp komt van oorsprong uit Azië en is wereldwijd de belangrijkste plaag voor de loofboomsoort Castanea. De bomen zijn ruim twee jaar geleden geïmporteerd uit Italië. De nVWA heeft in de omgeving van de vindplaats alle bomen van de loofboomsoort Castanea intensief bekeken. Er zijn geen nieuwe vondsten gedaan. 04 | Plantenziekten en plagen in openbaar groen | oktober 2010

De Algemene Inspectiedienst (AID), Plantenziektenkundige Dienst (PD) en Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) fuseren per 1 januari 2012. Als voorbereiding op de fusie zijn de organisaties bijeengebracht tot een tijdelijke werkorganisatie: nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA). Colofon Samenstelling: Communicatie nVWA Eindredactie: Maarten Steeghs Vormgeving: Bedrijfsuitgeverij, DB i.o. nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit Geertjesweg 15, 6706 EA Wageningen | Postbus 9102, 6700 HC Wageningen | Tel. 0317-496911 | Fax: 0317-421701 Internet: www.nieuwevwa.nl | E-mail: pd.info@minlnv.nl