Gemeente Waddinxveen


Bestemmingsplan centrum Waddinxveen: Raad van State stelt gemeente in het gelijk

De Raad van State heeft de gemeente Waddinxveen in het gelijk gesteld in de procedure over het bestemmingsplan Centrumplan. De uitspraak betekent een nieuwe doorbraak voor het Centrumplan en is van groot belang voor de gemeente, ASR Vastgoed Ontwikkeling, de Waddinxveense samenleving én winkeliers.

De gemeente en ASR Vastgoed Ontwikkeling zijn uiteraard verheugd over de uitspraak van de Raad van State. Wethouder Kees de Jong: âDeze uitspraak brengt ons weer een forse stap dichter bij de start bouw van het Centrumplan. Het bestemmingsplan centrum is daarmee nu onherroepelijk geworden. De Raad van State moet zich nu alleen nog uitspreken over het beroep dat is aangetekend tegen de verleende vrijstelling en bouwvergunning fase 1. Dat verwachten we medio volgend jaar. Mede gezien de eerdere uitspraken van de rechtbank is ook daar een positieve uitspraak te verwachten. De bouwvergunningen (fase 1 en 2) zijn namelijk verleend in overeenstemming met het bestemmingsplan dat nu onherroepelijk is geworden. Ondertussen werken we in het plangebied gestaag verder. De bomen zijn gekapt en de laatste fase van de voorbelasting wordt nu uitgevoerd.â
Onderbouwing

De onderbouwing van de Raad van State gaat allereerst in op het argument van een aantal Passage winkeliers. Zij zijn van mening dat de komst van het nieuwe centrum leidt tot duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau in Waddinxveen. De Raad van State concludeert echter dat hiervan geen sprake is. Inwoners moeten immers hun dagelijkse boodschappen op een aanvaarbare afstand van hun woning kunnen doen. Een mogelijk overaanbod aan winkels in Waddinxveen of een mogelijke sluiting van Passage winkels speelt hierbij geen doorslaggevende rol.
Omdat er geen sprake is van duurzame ontwrichting als gevolg van het bestemmingsplan centrum, was overigens herbestemming van de Passage niet nodig bij het vaststellen van dit bestemmingsplan. Op twee punten is de Raad van State van mening dat individuele belangen niet zwaarder mogen wegen dan de belangen die wel gediend zijn met de komst van het Centrumplan. Het betreft met name de mogelijk nadelige gevolgen voor winkeliers in de Passage en de beperkte aantasting van het uitzicht van een aantal omwonenden.
Volgens de Raad van State heeft de gemeenteraad ook voldoende inzicht geboden in de financiële uitvoerbaarheid van het Centrumplan.

Het beroep over de expeditiehof is door de Raad van State gedeeltelijk gegrond verklaard. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan moest een bepaling in de planregels van het bestemmingsplan worden aangepast. Abusievelijk is dit niet gebeurd. De Raad van State heeft zelf de juiste planregel vastgesteld.
Â