Gemeente Hoorn
Opgegraven zusters terug in Blokkerse bodem
Op 28 oktober vond de herbegraving plaats van de zusters van wie de
stoffelijke resten werden gevonden bij de speurtocht naar de restanten
van het middeleeuwse klooster Bethlehem in Westerblokker.
In december 2005 troffen archeologen van de gemeente Hoorn bij hun
speurtocht naar restanten van het middeleeuwse klooster Bethlehem de
stoffelijke resten aan van 64 kloosterzusters. De Stichting
Cultuurhistorische Route Blokker heeft zich vervolgens ingezet om de
zusters opnieuw in Blokker te begraven. Met als tastbaar resultaat dat
vrijwilligers van de stichting samen met wethouder erfgoed Roger
Tonnaer de herbegraving op donderdag 28 oktober konden uitvoeren. Zij
plaatsten de kistjes met de stoffelijke resten in een tombe bij de
Protestantse Kerk Westerblokker en legden een deksteen op de
grafkelder.
In 2005 waren archeologen van de gemeente Hoorn bezig met het opgraven
van het middeleeuwse vrouwenklooster Bethlehem aan de Bangert in
Blokker. Het klooster dateert uit de periode 1475 1572 en het
aanpalende kerkhof uit de periode 1494 1572. De archeologen vonden
aardewerk en munten, maar ook de stoffelijke resten van 64 personen.
Zestien van de skeletten bleken mannen, die blijkbaar op het kerkhof
van het vrouwenklooster begraven zijn.
In Blokker gingen stemmen op om de stoffelijke resten na bestudering in
het archeologisch depot van de gemeente Hoorn terug te brengen naar
Blokker en daar opnieuw te begraven. De werkgroep Kloosters van de
Stichting Cultuurhistorische Route heeft zich daar samen met de
Protestantse Kerk Westerblokker en de gemeente Hoorn over ontfermd. De
leden van de werkgroep zorgden voor 45 kisten, de tombe en een beeld
van een knielende zuster, vervaardigd door beeldhouwer Henny Bulsing.
Op het kerkhof van de Protestantse Kerk van Westerblokker, de
voormalige katholieke H. Michaelkerk, is een fraaie plek gevonden om de
tombe aan te leggen. De grafkelder maakt nu deel uit van de
cultuurhistorische route in Blokker, die onder andere ook langs een
opnieuw opgebouwde kloostermuur leidt.
Voor de opgegraven skeletten zijn kleine houten kisten gemaakt, die
zijn voorzien van het kruis van de Kruisbroeders. De kisten worden
overzichtelijk in de tombe geplaatst, zodat ze zo nodig voor nader
onderzoek naar boven kunnen worden gehaald.